Inhoud
Opfriscollege depressie ................................................................................................................................................. 1
HC Productzorg ............................................................................................................................................................. 4
HC Slaapstoornissen ...................................................................................................................................................... 6
HC De psychiatrische patiënt ........................................................................................................................................ 7
HC Geneesmiddelen en zwangerschap ......................................................................................................................... 8
OW groep Introductiebijeenkomst ............................................................................................................................... 9
OW Angststoornissen .................................................................................................................................................. 10
Voorbereiding.......................................................................................................................................................... 10
WC Interacties ............................................................................................................................................................. 25
OW Schizofrenie .......................................................................................................................................................... 38
OW Bipolaire stoornis ................................................................................................................................................. 55
WC productzorg .......................................................................................................................................................... 71
OW Therapieresistente depressie ............................................................................................................................... 76
WC Patiëntgericht schrijven 1 ..................................................................................................................................... 86
WC Patiëntgericht schrijven 2 ..................................................................................................................................... 86
OW Ziekte van Parkinson ............................................................................................................................................ 87
OW Dementie.............................................................................................................................................................. 99
OW Medicatieprofielen I ........................................................................................................................................... 110
OW Medicatieprofielen II .......................................................................................................................................... 118
Geneesmiddelen uitgebreid.......................................................................................................................................... 124
Opfriscollege depressie
Depressie DSM-V → minstens 5 symptomen elke dag voor minimaal 2 weken, waarvan 1 kernsymptoom.
SSRI (Selective Serotonin Reuptake Inhibitors)
Remming SERT → ↓heropname 5-HT → ↑5-HT in synaptische spleet
Middelen als citalopram, escitalopram, fluoxetine, fluvoxamine, paroxetine en sertraline.
,SSRI bijwerkingen → misselijkheid, braken, diarree, darmkrampen, buikpijn (stimulatie 5-HT3), seksuele stoornissen,
slapeloosheid, hyponatriëmie (zeldzaam), verhoogd bloedingsrisico (zeldzaam).
SNRI
Remming SERT en NET → venlafaxine, duloxetine
Venlafaxine bij lage dosering remming SERT en hoge dosering ook significante remming NET.
Duloxetine in zijn geheel zowel significante remming SERT als NET.
Bijwerkingen SNRI
Zelfde bijwerkingen als SSRI, maar ook verhoogde en verlaagde bloeddruk, tachycardie, hartkloppingen, met name
bij ouderen → duizeligheid.
Venlafaxine is een substraat van CYP2D6
TCA
Bijwerkingen:
Anticholinerge bijwerkingen, orthostatische hypotensie,
tachycardie, sedatie, gewichtstoename, cardiale
ritmestoornissen.
Ongunstig bij ouderen, wegens cardiovasculaire
aandoeningen, gevaarlijk bij overdosering, veel TCA’s
substraat voor CYP1A2, CYP3A4 en CYP2D6.
Mirtazapine (a2-antagonist)
Bijwerkingen:
Toename eetlust → gewichtstoename , hogere
lipiden, verstoorde glucosehuishouding, sedatie en
hoofdpijn.
Mirtazapine heeft weinig serotonerge bijwerkingen
(als misselijkheid en seksuele stoornissen)
Bupropion → remt NET en DAT → remt heropname van NE en DA.
Bijwerkingen → slapeloosheid, hoofdpijn, misselijkheid, droge mond, nervositeit, tremor, verhoogde bloeddruk en
hartslag. Sterke remmer CYP2D6. Weinig serotonerge bijwerkingen (sedatie, gewichtstoename), vermindert seksuele
bijwerkingen door SSRI’s, ook geregistreerd als hulpmiddel bij stoppen met roken en obesitas.
,Vortioxetine
bijwerkingen: misselijkheid, braken, abnormaal
dromen, duizeligheid, obstipatie en seksuele
stoornissen in hoge doseringen.
Verbeterd cognitie (plannen, geheugen en
leervermogen)
Minder seksuele bijwerkingen dan SSRI’s
Slaapstoornissen, duizeligheid, droge mond.
Niet combineren met SSRI’s (serotoninesyndroom).
Dosis verhoging van SSRI, heeft geen groot impact op bezetting van de SERT boven de 20 mg.
, HC Productzorg
Kenmerken van de patiënt → leeftijd (kinderdosering), ziekte, polymorfisme, geslacht, leefgewoonten (roken,
overgewicht), allergie.
De metaboliet is die actief, lange Tmax API, therapeutische breedte moet breed zijn → zo kun je aan de hand van
farmacokinetiek bepalen of een middel die dagelijks wordt gebruikt ook 1x / week kan worden gebruikt.
OD → oral dispergeerbaar, is poreus. De tabletten kunnen snel bevochtigd raken
SL → sublinguaal
CR → controlled release
Manieren om de first-pass effect (wat er in de lever wordt omgezet) te omzeilen:
Subcutaan, sublinguaal (niet alles kan beschikbaar zijn, een deel kan ontleden) , transdermaal, intraveneus en
intramusculair.
https://tdm-monografie.org/ssri-selectieve-serotonine-heropnameremmers/