Hoorcolleges deel 2 CT
Inhoudsopgave
Hoorcollege 7: Trauma & PTSS – diagnose en prevalentie....................................................2
Posttraumatic Stress Disorder, DSM-5 (2013).........................................................................4
Brewin, C.R., Lanius, R.A., Novac, A., Schnyder, U., Galea, S., Reformulating PTSD for
DSM-V: Life After Criterion A, Journal of Traumatic Stress, Vol. 22, No. 5, 2009, pp 366-
373..............................................................................................................................................6
Hoorcollege 8: Trauma & PTSS – voorspellers en theorien...................................................9
Voorspellers van PTSS..............................................................................................................................................9
Modellen en theorieën van PTSS..............................................................................................................................9
Ehlers, A., Clark, D. M., A cognitive model of post traumatic stress disorder, Behavioral
Research and Therapy 38, 319-345, 1999...............................................................................11
Een cognitief model van PTSS................................................................................................................................11
Kenmerken van PTSS verklaard door het model....................................................................................................13
Implicaties voor behandeling..................................................................................................................................13
Ozer, E. J., Weiss, D. S., Best, S. R., Lipsey, T. L., Predictors of Posttraumatic Stress Disorder and symptoms in
Adults: A Meta-Analysis, Psychological Bulletin, 2003.........................................................................................13
Hoorcollege 9: Trauma’s en PTSS – interventies bij PTSS...................................................15
Debriefing...............................................................................................................................................................15
Farmaceutische interventies...................................................................................................................................16
Psychologische interventies....................................................................................................................................16
Prolonged exposure.............................................................................................................................................17
Writing therapy....................................................................................................................................................18
TF-CBT vs Writing therapy: acute PTSS............................................................................................................18
Werk geheugen theorie EMDR...........................................................................................................................18
Watkins, L. E., Treating PTSD: a review of evidence-based psychotherapy intervention, 2018...........................19
Van den Hout, M. A., How Does EMDR work, 2012..............................................................................................19
Van Emmerik, A. A. P., Writing therapies for PTSD: a reviw of procedus and outcomes, 2015...........................19
Hoorcollege 10: Eenzaamheid................................................................................................21
Attachment theory framwork dor conceptualing interpersonla behavior...............................................................25
Hoorcollege 11: Eenzaamheid deel 2......................................................................................26
1
,Hoorcollege 7: Trauma & PTSS – diagnose en prevalentie
Literatuur: DSM-5 hoofdstuk over PTSS en een artikel door Brewin et al., (2009). Het is belangrijk om te weten
hoe je PTSS diagnosticeert. Ook al is er kritiek op.
PTSS-prevalentie bij studenten:
- N = 178, leeftijd = 21.2
- Levenslange prevalentie:
o Verkeersongeluk: 18%
o Non-seksueel geweld: 10.7&
o Seksueel geweld: 6.7%
o Anders: 39.9%
- Prevalentie PTSS: 7.1%
- Prevalentie sub-PTSS: 8.0%
Dit is dus een heel veel voorkomend iets. Het is een groot probleem door de hoge prevalentie. Het zorgt voor
individueel en maatschappelijk lijden.
Gelukkig is er van de mensen die een traumatische gebeurtenis ervaren maar een paar die heel snel hersteld.
Volledig herstel binnen 3 maanden gebeurt bij ongeveer de helft van de volwassenen. De drie mogelijkheden die
kunnen gebeuren na een traumatische ervaring:
Post-traumatische
groei
Psychologisch
Natuurlijk herstel
traumatisch ervaring
Trauma gerelateerde
klachten en
stoornissen
Posttraumatische groei komt ook voor. Mensen die bijvoorbeeld hun hele leven beteren nadat ze iets heel ergs
hebben meegemaakt. PTG (posttraumatische groei) is de positieve mentale verandering die wordt ervaren als een
resultaat van iets ergs meemaken. Er zijn specifieke gebieden die veranderen:
- Relaties: die worden meer gewaardeerd.
- Zelfvertrouwen: een dieper persoonlijke kracht gevoel.
- Betekenis: het levensperspectief veranderen, meer in staat in het heden te leven.
Sociale steun is een belangrijk aspect van herstel. Nu gaan we door met negatieve uitkomsten van een
traumatische gebeurtenis:
Criteria A: de blootstelling aan werkelijke of dreigende dood, heftige verwonding of seksueel geweld in één (of
meer) van de volgende manieren [opsomming van alle manieren].
1. Directe ervaring van een traumatische gebeurtenis.
2. Het in werkelijkheid zien van een traumatische gebeurtenis bij andere mensen.
3. Het leren dat een traumatische gebeurtenis is gebeurd bij een persoon dat dichtbij staat. De gebeurtenis
moet gewelddadig zijn en/of per ongeluk.
4. Het ervaren van herhaaldelijke of extreme blootstelling aan aversieve details van een traumatische
gebeurtenis (bijvoorbeeld iemand die als eerste ter plaatste is bij een gruwelijke moord). Hierbij geld
niet: blootstelling door elektronische media, televisie, films, foto’s, tenzij dit werk gerelateerd is.
Vraag: laat de DSM-5 corona toe als een potentieel traumatische gebeurtenis?
2
, “Life threatening illness or debilitating medical condition is not necessarily considered a traumatic event. Medi-
cal incidents that qualify as traumatic events involve sudden, catastrophic events (e.g. wakening during surgery,
anaphylactic shock” (DSM-5).
Maar aan de andere kant zou het kunnen zijn dat bijvoorbeeld dokters en verplegers corona wel als een
traumatische gebeurtenis zien. Zij zijn er dagelijks mee in contract. Het is heel moeilijk om een classificatie te
maken van gebeurtenissen die wel of niet traumatisch zijn. Dit is ook heel persoonlijk, wat wordt als traumatisch
ervaren en wat niet?
Er zijn een aantal onderzoeken naar traumatische gebeurtenissen die te maken hebben met gezondheid en ziekte.
Bijvoorbeeld abortus. Dit wordt ervaren als een ervaring die potentieel traumatisch kan zijn.
Conclusie met betrekking tot criterium A van de DSM-5 voor PTSS:
1. Er is een relatie tussen de heftigheid van een ervaring en de symptomen van PTSS.
2. De gebeurtenis is de ‘distant causes’, de ‘true causes’ liggen in het individu (of de interactie tussen het
persoon en de omgeving).
3. Demarcatie is meer praktisch en politiek dan wetenschappelijk.
4. We hebben niet zo’n soort classificatie in andere stoornissen. Gebeurtenissen voorafgaand aan een
stoornis worden niet meegenomen.
Laat de DSM-5 toe dat een dader PTSS kan ontwikkelen?
“(...) and, for military personnel, being a perpetrator, witnessing atrocities, or killing the enemy” (DSM-5).
Film tip: Leave no Trace. Het gaat over PTSS en de consequenties ervan.
Hierna zien we een video over aan vrouw die als eerste reageerde met met haar collega’s (militair) op de aanslag
op 9-11. Een aantal dingen die in de word-cloud zaten: hallucinaties, OCD, anxiety, burning sensation. Dit zijn
een aantal dingen die de vrouw zelf noemde.
Kritiek op de diagnose van PTSS van de DSM-5:
- Medicaliseert normale stress.
o Sommige mensen laten symptomen zien van chronische symptomen in reacties op
traumatische stress
o PTSS-patenten laten specifieke neurobiologische karakteristieken zien.
- A-criteria is niet goed genoeg
o Demarcatie van trauma
o Betrouwbaar rapporteren van traumatische ervaringen en het meten hiervan en de bijkomende
emoties is heel moeilijk.
o Er is een relatie tussen PTSS en andere stoornissen.
- Overlap met andere stoornissen
o Er zijn hier veel voorbeelden van”
Herbeleven
Ontwijkend gedrag
Negatieve gedachten en emoties
Hyperarousal
Voorgestelde veranderingen: laat criteria A gaan! En er zouden minder symptomen moeten zijn (en vooral
karakteristieken/specifieke). Het is erg makkelijk om aan de criteria te voldoen, vooral de non-specifieken.
Notes: de symptomen van de PTSS kunnen heel erg veel uit elkaar lopen!
De ICD-11 heeft een heel andere diagnose vastgesteld. Veel korter en beknopter. Er zijn screening
questionnaires voor PTSS, er wordt gezegd dat lange screening metingen beter zijn in het voorspellen van PTSS.
Dus zijn er minder criteria nodig?
Co morbiditeit: depressie, borderline, etc. komt veel voor.
3