Samenvatting Medical Neuropsychology Boek
Een aantal veelgebruikte afkortingen:
NP = Neuropsychologisch
EF = Executief Functioneren
WM = Working Memory
CF = Cognitieve Flexibiliteit
MDD = Major Depressive Disorder
QoL = Quality of Life
Domein 1: Neuro-oncologie
Chapter 3: NP problems in Neuro-oncology
Introductie
Neuro-oncologie:
1) Hersentumoren
2) Effecten van behandeling
Twijfel over welke mechanismen neurocognitieve klachten veroorzaken, komt doordat:
1) Uitzaaiingen ook normaal weefsel binnendringen, terwijl dit nog wel steeds kan
functioneren
2) Tumoren niet volledig gezien kunnen worden op scans (bijv. diffuse tumoren)
Diagnose van hersenziekten
Risico op ontwikkelen hersentumor:
- Ernstig hoofdletsel
- Eerdere blootstelling aan radiatie
- Immuun onderdrukking
- Genetische stoornissen
- Omgeving (kankerverwekkende stoffen en virussen)
Tumor gradatie
4 level systeem American Joint Commission on Cancer:
Gliomas:
1) Low grade (I): goede differentiatie, groeit langzaam, bijna nooit in omliggend weefsel,
kan totaal verwijderd worden
2) Low grade (II): gemiddelde differentiatie, grotere kans op de-differentiatie en
transformatie in kwaadaardige tumor, kan verspreid zijn in omliggend weefsel
3) Anaplastic (III): slechte differentiatie, tumor waarschijnlijk verspreid in omliggend
weefsel, kwaadaardig
4) High grade, ongedifferentieerd, heel kwaadaardig/agressief (IV, glioblastoma)
NP mechanismen
Histologie weinig invloed hierop (behalve de locatie).
,Tumor gradatie gerelateerd aan de ernst van het NP gebrek, high grade tumor meer
gebreken doordat:
- Ze agressiever en sneller groeien
- Ze groter zijn
- Ze de tegenovergestelde hemisfeer binnendringen
Hierdoor verstoren ze de neurale connecties meer.
Cognitieve disfuncties:
- WM, geheugen (retrieval + encoding), aandacht, informatieverwerking
(langzamer). Deze disfuncties kunnen syndromen veroorzaken: afasie, dyspraxie,
amnesie, EF dysfunctie
Effecten van tumoren op cognitief functioneren
Sprake van minder functionele schade dan bij snel verworven hersenletsel (beroerte). De
effecten van achteruitgang kunnen vaak niet bepaald worden d.m.v. groepsstudies (geen pre-
tumor scores aanwezig), maar wel door case studies.
Hersentumoren brengen schade toe door:
- Compressie
- Infiltratie
- Gerelateerd hieraan: obstructie, oedemen, hernia, hydrocephalus, toevallen
Soms minder letsel dan verwacht, mogelijk door een 1) neuroplasticiteit response of doordat
er 2) minder acute schade aanwezig is dan in acute condities.
De cognitieve schade vergelijken tussen tumoren en beroertes is niet mogelijk omdat MRI
scans de mate van necrose (celdood) en hypoxie (zuurstof tekort in weefsel) niet laten zien.
Aan te raden:
- PET en perfusiescans (doorbloeding longen meten) om hypoxie te onderzoeken
- Diffuse tensor imaging en tractography (verlies/verplaatsing witte stof ‘tract
vibers’)
Do tumors cause regional cognitive effects?
Meerdere hersenregio’s zijn betrokken bij het domein verbal fluency bij mensen met een
tumor. Mensen met een tumor in de linker-hemisfeer zijn langzamer tijdens een
herkenningsgeheugen taak, maar scoren niet lager (compenseren voor de moeite die ze met
herkenning hebben). Aandacht lijkt niet te verschillen tussen mensen met tumoren in
verschillende hemisferen, omdat het domein wijdverspreid is. Patiënten met een diepe
tumor scoren wel lager. Mensen met een tumor in de rechter hemisfeer scoren lager op
visueel geheugen.
Conclusie
Waarschijnlijk sprake van confounding factoren door chemo en radiatie
Metingen van reactietijd zijn gevoeliger voor hersentumoren
Variabiliteit waarschijnlijk doordat cognitie niet heel ernstig is aangedaan
Regionale effecten in Individuen
Cognitieve functies zijn stabiel of gaan langzaam achteruit bij een groeiende tumor, bij non-
progressieve tumoren is achteruitgang heel onwaarschijnlijk.
In de 1-2 jaar na resectie verbeter cognitie door morfologische aanpassing en neurale
plasticiteit, soms sprake van subjectieve verbetering.
,Individuele benadering voor NP evaluatie en casussen
Nadruk op componenten van NP functies (niet IQ)
Wijdverspreide tumoren soms weinig schade doordat:
- Kritieke regio’s gespaard zijn
- Er geen disconnectie plaatsvindt tussen witte stof ‘tracts’
Diagnose neurocognitieve beperking focust zich op gelijkheden en ongelijkheden.
Sensitiviteit van NP evaluatie
Testen die het gevoeligst zijn voor tumor terugkeer:
- Verbaal geheugen
- Shiften (bij meest agressieve tumoren)
QoL en dagelijks functioneren niet gerelateerd aan overlevingskans.
Een subject-specifiek model is gevoeliger voor het voorspellen van terugkeer dan algemene
testbatterijen.
Effecten van neurochirurgie op cognitief functioneren
Na operatie, verstoring in:
- Spraak, motoriek, cognitie, affect
Soms een verbetering (afhankelijk van locatie) in:
- Persoonlijkheid
- Cognitie
- Stemming
Herstel cognitief functioneren duurt 2 jaar (continue helling).
Syndromale Neuropsychiatrische Verstoringen en Behandelingen Geassocieerd met
Hersentumoren
Depressie en fatigue
Twee keer zo vaak in kankerpatiënten, lagere niveaus bij hersentumor
- Premorbide risico voor depressie
- Psychologische bescherming onderdrukking, ontkenning
- Minder stress door korte behandeling
Depressieniveaus laagst bij het opkomen van tumor symptomen, erger bij latere tijdpunten
(4-6 jaar) door:
- Angst terugkeer
- Bijwerkingen
- Medische behandelingen
- Verlies werk/roeping, sociale support
Voorspellers lage QoL:
- Vrouw
- Gescheiden
- Bilaterale tumor
- Chemo
- Slecht prestatie status
Andere factoren die bijdragen aan depressie:
- Financiële risico’s, maritale stress, verlies van werkstatus, inactiviteit
, Hersentumoren in de frontale kwab hebben de hoogste samenhang met depressie.
Angst
32% van de patiënten met een tumor in de rechter of linker cortex
80% van de patiënten met een tumor in de rechter cortex of linker cerebellum
Asperger/mild autisme
Komt voor bij kinderen met laesies in de hemisferen en/of temporale kwab. Secondair aan de
hersentumor.
Cognitief Affectief Syndroom
Gebreken in:
- EF, spatial cognitie, taal, abstract redeneren, aandachtsregulatie, geheugen,
persoonlijkheid.
Gerelateerd aan bilateraal/grote unilaterale laesies in posterior cerebellar kwab, vermis.
Gedragstherapie en het opstellen van dagelijkse routines/slaap-hygiëne gewoonten helpt.
OCD
Hogere obsessieniveaus 3 maanden na operatie aan tumor in frontale kwab. Atypische
kenmerken, niet gemedieerd door angst maar een neurologische basis moeilijker te
veranderen. Aan te raden: holistische leer omgevingen, therapeutische milieu residentiële
programma's.
Hypothalamic Syndromes
Tumoren in hypothalamus hebben dit tot gevolg:
- Eetgedrag stoornissen (hyperphagia, verlies eetlust, chachexia)
- Veranderingen groeiniveau
- Hyperactiviteit
- Irritatie
- Angstaanvallen
- Euforie
- Agressiviteit
- Verstoring in visie
- Slaapverstoring
- Hoofdpijn
- Seizure stoornissen (gelastic (lachen, giechelen), zeldzaam fenomeen behorend
tot dit syndroom)
- Meer psychiatrische condities (agressie, ODD, ADHD, leerbeperking,
angst/stemmingsstoornis)
In milde, vaker voorkomende, vorm vaak geïrriteerd en een beetje hyperactief (consequentie
moeilijk ontwikkelen sociale relaties)
Geen behandeling aanwezig.
Effect van adjuvante behandeling
Radiatie therapie
Typen:
1) Stereotactic: meerdere kleine fracties van ioniserende radiatie over tijd aan een
focaal gebied