Samenvatting Grasland & Maisland.
Grasland.
Beschrijf in je eigen woorden hoe een graszaad ontkiemt en zich ontwikkelt tot plant.
Zaadje krijgt eerst wortels, daardoor kan die vocht op nemen. En dan gaat die bij de goede tempratuur
groeien. (Grond boven 10 graden). En door de fotosynthese komt het grasje uit het zaadje
Wat is vegetatieve vermeerdering?
Ongeslachtelijke vermeerdering
Wat is generatieve vermeerdering?
Geslachtelijke vermeerdering
Welk van deze zes ras eigenschappen vind je voor een veehouder het belangrijkst en waarom?
Wintervast- Zodat het jaar op jaar gebruikt kan worden
Smakelijk – de koeien moeten het graag willen eten
Hoge voedingswaarde – de koe moet er melk op produceren
Betredingstolerantie – Wanneer kan je er op
Wat is uitstoelen?
het vormen van nieuwe spruiten wordt uitstoelen genoemd
Wat is doorschieten?
Dat het zaad uit het gras komt - Wanneer het gras te lang wordt en het gaat bloeien.
Op welke wijze kun je grassen herkennen?
Spruit, oortjes, beharing, tongetjes, ribbing, bladschede, insnoering?
Wat is een tongetje bij een grasplant?
Vliesje op de overgang van de bladschede naar de bladschijf
Wat is het verschil tussen een aar en een pluim
Aar is dun en een pluim hangt uit elkaar
Wat is een oortje bij een grasplant?
Uitsteeksels aan de basis van de bladschijf
Noem minstens vijf slechte grassen
Straatgras, liesgras, mannagras, reukgras, rood zwenkgras
,Welke grassoort die in de mengsels zit heeft de hoogste opbrengst bij:
maaien:
Gekruist raai gras, italiaans raaigras, westerwolds raaigras, rietwenkgras, kropaar
weiden:
Engelsraai middentijds
gemengd gebruik:
Rietwenkgras, engelsraai laat en vroeg
geef aan wat bedoeld wordt met de volgende termen:
1 oranjebandmengsel
Mengsels met a b en n rassen, kan afwijken van de rassenlijst mengsels Ressentie houders mogen het
op de markt brengen
2 waardering 1. !!!!!!!!!!!!!!!!!!
Wanneer het vrij is van kweek en duist
f Belangrijke punten waar grasrassen op beoordeeld worden zijn: !!!!!!!!!!!!!!!!!!!
1. Snelheid van opkomst
2. Snelheid van ontwikkeling in het voorjaar
3. Zodevorming (dichtheid)
4. Smakelijkheid
5. Droogtetolerantie
6. Wintervastheid
Wanneer kan/mag je op zandgrond het grasland vernieuwen en weer opnieuw inzaaien? ¡¡¡¡¡¡
periode van 1 t/m 10 mei en binnen 7 werkdagen moet er opnieuw worden ingezaaid.
Wat is het verschil tussen herinzaaien en doorzaaien. In welke situaties adviseer je doorzaaien. Wat
zijn de nadelen van doorzaaien.
Herinzaaien is al het oude gras onderwerken en helemaal opnieuw beginnen, en doorzaaien is extra
nieuw gras over het oude gras heen zaaien.
Schade door emelten is meestal pas goed te zien in het voorjaar. Verklaar dat. Wanneer moet je de
bestrijding toepassen?
In de herfst opsporen dmv pekelbad, geven veel schade aan stengelbasis in winter en voorjaar.
Hoe bestrijd je rouwvlieglarven? (schadewaarneming, tijd, middel,methode)
In de herst opsporen dmv pekelbad, 0.3-0.5l deltamerthin2) decis ea) 0.3l esfenvaleraat vooraf
grasland slepen. Regen kort na bespuiting is gunstig
Welke schade veroorzaken mollen?
Beschadigd de grasmat, waardoor onkruiden de kans krijgen. Molshopen zorgen voor een hoger ruw
as gehalte in de kuil
Leg uit waarom gemaaid gras maar moeilijk water verdampt.
Het waslaagje is nog heel dus er kan weinig verdampen
,Maatregelen voor behoud goede grassen in bestaand grasland.
1. Rollen; losse en vertrapte percelen
2. bemesten volgens het bemestingsadvies
3. bloot na 2x weiden op 7 tot 8 cm
4. maai niet meer na eind oktober
5. streef naar een goede ontwatering
B. Maatregelen voor nieuw ingezaaid grasland.
1. Eerste snede toppen, gunstig voor de uitstoelling
2. Beweid/maai in een jong stadium
3. Bij lichte snede inscharen (12 cm
4.eerste jaar geen organische mest ivm spoorvorming
5. Niet korter als 7 cm de winter in, beter niet beweiden met schapen swinters
. BEWEIDINGSSYSTEMEN
- Standweiden
Bij dit systeem blijven de dieren op hetzelfde perceel of op een blok van bij elkaar getrokken
percelen totdat er weidegras is op het perceel of blok dat gemaaid is voor wintervoer.
Er zijn omstandigheden waarbij de dieren het gehele weideseizoen op hetzelfde blok blijven.
Gemiddelde grashoogte 7-8 cm tussen de grasbossen.
- Onbeperkt omweiden
De dieren zijn dag en nacht in de weide.
- Beperkt omweiden
De dieren zijn 8 à 9 uur in de weide en worden 's nachts opgestald.
Een goede weidesnede is een duim + een vuist hoog (ca. 15 cm),van de grond afgemeten.
- Rantsoenbeweiding
Een systeem waarbij de dieren in oppervlakte een dag rantsoen wordt gegeven met behulp van
een elektrische afrasteringdraad.
Standweiden en rantsoenbeweiding worden maar weinig meer toegepast.
- Zomerstalvoedering
Op een aantal bedrijven in ons land wordt volledige zomerstalvoedering toegepast. Dit wordt
in de hand gewerkt door de ontwikkelingen op mechanisatiegebied.
De reden om zomerstalstalvoedering toe te passen kunnen zijn:
- slechte verkaveling
- een geringe bedrijfsoppervlakte
- voorkomen van een sterke daling in de melkproductie door slechte weersomstandigheden.
Vooral bij hoogproductief dieren kan dit een rol spelen.
- moeilijkheden met beweiding. Speciaal op trapgevoelige gronden waar in perioden grote
beweidingsverliezen kunnen optreden, kan zomerstalvoedering uitkomst bieden.
Wat zijn de voor- en nadelen van zomerstalvoedering?
Minder vertrapping, betere klimaat, voer is beter te regelen, geen koeien meer
Ophalen.
Hoe groot is de optimale weidesnede als je het uitdrukt in:
a. cm: 15 cm
b. kg drogestof: 1700 , Maaien: 21 cm 3000 ds (licht). 25/30 cm > 3500 ds (midden)
, Leg de invloed uit van het gebruik van maaier-kneuzer op het droogproces.
Dat maakt het waslaagje kapot
Welke processen beïnvloeden het droogproces? !!!!!!!!!
Schudden, kneuzen, zon, wind, luchtvochtigheid, vochtgehalte van de bodem.
Welke eisen worden er gesteld(zie Handboek) bij het maaien aan:
het gewas:
Lang genoeg.
de stoppellengte:
Boven het groeipunt tussen 5 en 7 cm
de maaimachine:
Boven het groeipunt. Ongeveer 5 cm hoog. Vla afgesteld met scherpe messen. (mooi afslaan, en
brandstof besparing)
de rijsnelheid:
De rij snelheid ligt maximaal tot 10 kilometer per uur, bij een zware snee zelfs langzamer.
HET KUILPROCES
Tijdens het kuilproces spelen de temperatuur, de zuurstof, vochtpercentage en verschillende soorten
bacteriën, schimmels en ademhaling een belangrijke rol.
Factoren die invloed hebben op de conservering zijn:
- vochtgehalte.
Hoe droger het product hoe hoger de concentratie is en hoe lager de activiteit van bacteriën en
schimmels en ademhaling is. De hoeveelheid ingesloten lucht kan echter dan soms wel toenemen.
- samenstelling gras
Het gehalten aan suikers, eiwitgehalte en de botanische samenstelling kan invloed hebben op de
conservering.
- temperatuur
Hoe lager de temperatuur hoe lager de activiteit van micro-organismen en ademhaling.
De volgende micro-organismen verdienen aandacht:
Melkzuurbacteriën
Deze helpen mee aan een goede conservering.
Er zijn enkele, namelijk anaërobe, (deze kunnen leven zonder zuurstof) stammen.
Hiervan zijn twee groepen belangrijk namelijk:
1. koude melkzuurbacteriën
2. warme melkzuurbacteriën
Melkzuurbacteriën zetten koolhydraten -vooral suikers- om in melkzuur.
Melkzuur is een fris ruikend, vrij sterk organisch zuur.
Melkzuurproductie wordt geremd als de pH daalt tot onder 4.
Boterzuurbacteriën
Deze werken een goede konservering tegen. Ze maken van suiker of van 2 moleculen melkzuur
boterzuur.
Boterzuur heeft een onaangename geur. De sterke geur van slecht gelukte kuilen kan grotendeels aan
boterzuur worden toegeschreven.
Deze geur gaat makkelijk op melk over.
Komt boterzuur veel voor, dan gaat de konservering met vrij hoge voederwaardever-liezen gepaard.
Boterzuurbacteriën hebben een nadelige invloed op de kaasbereiding.
Boterzuurbacteriën worden geremd als de pH onder 4,2 komt.
