Week 1: Airway
Verplichte literatuur
Bakker, M., & van Heycop ten Ham, C. (2014) Proactive Nursing: Klinisch redeneren
in zes stappen. Amsterdam, Boom. Online versie HU-bibliotheek.
o H.1Klinisch redeneren in 6 stappen.
o H.2 De 6 stappen nader bekeken.
o H.3 Methode, modellen en technieken. t/m SCEGS.
Bakker, M. (2013) Proactive Nursing: Klinische problematiek inzichtelijk. Amsterdam,
Boom. Online versie HU-bibliotheek.
o Zorgthema ademhaling: Klinische aandachtspunten, belangrijk om te weten:
alleen Luchtwegen.
o Zorgthema ademhaling: Observeren, meten en weten, basis: alleen
ademgeluiden.
o Zorgthema ademhaling: Vitale dreigingen: alleen luchtwegobstructie en
nekletsel.
Wulterkens, Th. e.a. (2013). Handboek spoedeisende geneeskunde. Houten: BSL.
o H.7 De ABCDE-methodiek: §7.1 t/m 7.4.
o H.8 A: Airway.
o H.14 Acute ziektebeelden bij de A: niet §14.3.
o H20: Letsels met betrekking tot de A: van §20.3.2 alleen cervicale
wervelkolom.
o H 34.8 Handgreep volgens Zach;
o H.34.14 Manuele methoden vrijmaken luchtweg;
o H.34.20 Oro-nasofaryngeale tube. (alleen orofaryngeale tube)
Leerdoelen:
De student kan uitleggen:
Op welke wijze de toetsing van de keuzecursus plaatsvindt.
Hoe je in een acute situatie gebruik maakt van de ABCDE-methodiek.
Wat de redeneerstappen volgens het model van Proactive Nursing (Bakker, 2014)
zijn.
Hoe de redeneerhulpen SBAR, AMPLE, EWS en SCEGS bij het klinisch redeneren
gebruikt worden.
Wat de functie van een vrije luchtweg is.
Wat bedreigingen van een vrije luchtweg zijn.
Waarom een vrije luchtweg de eerste prioriteit is bij een vitaal bedreigde patiënt.
De student weet hoe de luchtweg beoordeeld wordt.
De student begrijpt vanuit de anatomie en (patho)fysiologie welke problemen een
bedreiging voor de luchtweg zijn.
De student begrijpt de principes van triage en kan het belang hiervan bij de opvang van
de vitaal bedreigde patiënt uitleggen.
De student kan in een oefensituatie:
Een (gedeeltelijke) luchtwegobstructie bij een zorgvrager herkennen.
Een indicatie stellen voor de luchtwegopeningshandelingen head tilt-chin lift en jaw
thrust.
, De head tilt- chin lift en de jaw thrust gebruiken om de toegang tot de luchtweg te
openen en open te houden.
De handgreep volgens Zach toepassen om de cervicale wervelkolom te
immobiliseren.
Een orofaryngeale tube (Mayo-tube/Guedel) inbrengen.
Het verslikkingsprotocol uitvoeren.
De kwaliteit van de ademhaling beoordelen bij een vitaal bedreigde zorgvrager.
Bakker, ProActive Nursing: Klinisch redeneren in zes stappen
Binnen dit boek gaan ze bij de zes stappen niet echt heel duidelijk in op de ABCDE of de
manier zoals wij hem in de les hebben gebruikt, daarom voeg ik ook de beknopte versie die
op HuBL staat toe aan deze samenvatting.
H1: Klinisch redeneren in zes stappen
Leren beredeneren van casuïstiek
Ervaringsleren beschreven door David Kolb in een ‘leercirkel’ daarbinnen
momenten van bewustwording over wat men ervaren heeft en wat men naar
aanleiding hiervan geleerd heeft.
De drie ‘O’s’ van redeneren
Observeren
o Allerlei mogelijke feiten die je waarneemt, zoals: klinische symptomen,
klachten, controles, laboratoriumwaarden, bloedwaarden, enzovoort.
Ordenen
o Ordenen van gedachten aan de hand van observaties. Wat heb je
waargenomen, waar zit het probleem, wat is het probleem, zijn er verbanden
met andere problemen, hoe breng ik het onder woorden. Dit blijkt het
moeilijkste onderdeel.
Oordelen
o Diagnosticeren, constateren of vaststellen. Oordeelsvorming door middel van
stoplichtsysteem teruggebracht naar drie keuzes die staan voor de status van
de problematiek.
Rood = stop: je signaleert een actueel probleem c.q. punt waarop actie
ondernomen moet worden.
Oranje = waarschuwing: je signaleert verhoogd risico, bedreigde
functie
Groen = veilig: geen probleem/geen disfunctie.
Extra: Overdenken
,o Je controleert of het redeneren klopt: wat vertellen de observaties, zijn ze
voldoende en objectief genoeg? Het maakt het redeneren een cyclisch
denkproces.
, Zes-stappen-methodiek
H2: De zes stappen nader bekeken
Stap 1: Oriëntatie op de situatie
Toelichting:
Eerste stap bedoeld om actuele gezondheidssituatie van de patiënt in kaart te brengen (het
klinisch beeld).
Redeneervaardigheden
Met behulp van SBAR-methode kan je de actuele gezondheidssituatie van je
patiënten in kaart brengen.
Situatie: de mentale en fysieke gezondheidstoestand;
Background: de bestaande of eerder doorgemaakte ziekten, allergieën,
behandelingen, zwangerschap, huidige behandeling c.q. medicatiebeleid, een
eventuele behandelingsbeperking, enz.
Assessment: de meetgegevens, observaties, bloedwaarden; de mogelijke oorzaken
(werkdiagnose); de urgentie van de situatie;
Recommendation: jouw aanbevelingen ten aanzien van consultatie, aanvullend
onderzoek, aanpassingen klinisch beleid en eventuele (over)plaatsing van de patiënt.
Uitvoering
Communicatief: artsen en verpleegkundigen moeten dezelfde taal spreken.
SBAR: geeft richting aan verzamelen, ordenen en interpreteren van informatie over
de patiënt, maar ook aan de volgorde waarin je erover communiceert.