Heldere uitleg m.b.t. arbeidsrecht, veel verschillende onderdelen komen aanbod en alle wetsartikelen die van toepassing zijn, zijn in de samenvatting benoemd. Ook de stof van de hoorcolleges en werkcolleges zijn opgenomen in deze samenvatting.
Hoofdstuk 2: De arbeidsovereenkomst
Paragraaf 2.2: Belang arbeidsovereenkomst
Heb je het over tegen beloning verrichten van arbeid, dan kent de wet eigenlijk maar drie ‘smaken’:
1. De arbeidsovereenkomst
2. De overeenkomst van opdracht
3. De aannemingsovereenkomst
Bij een arbeidsovereenkomst is sprake van onzelfstandige arbeid in plaats van zelfstandige arbeid.
Met andere woorden: de persoon die een arbeidsovereenkomst heeft, is voor zijn inkomen
afhankelijk van het dienstverband dat hij heeft. De werknemer is dus economisch afhankelijk van de
werkgever. Het arbeidsovereenkomstenrecht biedt tot op zekere hoogte compensatie tegen deze
machtsongelijkheid tussen de werkgever en de werknemer. Dit noemen we met een mooi woord
‘ongelijkheidscompensatie’.
Als er tenminste 50 werknemers in dienst zijn, dient een ondernemer een ondernemingsraad in te
stellen. De Wet op de ondernemingsraden (WOR) verplicht de ondernemer om in een aantal zaken
advies te vragen aan de personeelsvertegenwoordiging of de ondernemingsraad – in sommige
gevallen heeft de ondernemingsraad zelfs instemmingsrecht-.
Paragraaf 2.3: De arbeidsovereenkomst
De definitie van de arbeidsovereenkomst staat aan het begin van Boek 7 titel 10 BW en wel in artikel
7:610 BW: ‘de arbeidsovereenkomst is de overeenkomst waarbij de ene partij, de werknemer, zich
verbindt in dienst van de andere partij, de werkgever, tegen loon gedurende zekere tijd arbeid te
verrichten. De naam boven het contract is niet doorslaggevend! Je kijkt met artikel 7:610 BW of er
sprake is van:
- Het verrichten van arbeid
- Loon
- In dienst van
- Gedurende zekere tijd
Ook de niet-rechtmatig in Nederland verblijvende vreemdeling kan een arbeidsovereenkomst
afsluiten. Illegaliteit is daartoe geen letsel. De werkgever krijgt wel problemen vanwege het
ontbreken van een tewerkstellingsvergunning. Een wezenlijk element van de arbeidsovereenkomst is
dat de werknemer zijn arbeidskracht ter beschikking stelt aan de werkgever en als tegenprestatie
loon ontvangt. Indirect volgt uit de definitie van artikel 7:610 BW dat de werknemer de arbeid ook
persoonlijk moet verrichten, uitdrukkelijk staat dat in artikel 7:659 BW.
Er is sprake van loon als door de werkgever een tegenprestatie wordt geleverd voor verrichte arbeid.
Het is daarbij niet noodzakelijk dat die tegenprestatie als ‘loon’ wordt betiteld. Ook kost en inwoning
en een kerstpakket kunnen voldoende zijn. Het begrip ‘in dienst van’ wordt vaak uitgelegd met de
term gezagsverhouding of ondergeschiktheid. De werkgever heeft de bevoegdheid om aanwijzingen
of instructies te geven. Het gaat er niet om of aanwijzingen of instructies worden gegeven (materiële
gezagsbegrip), maar of ze kunnen worden gegeven (formele gezagsbegrip).
Volgens vaste jurisprudentie weegt de bedoeling van partijen bij het aangaan van de overeenkomst
en de wijze waarop zij uitvoering aan de overeenkomst hebben gegeven mee.
, Paragraaf 2.5: Flexibele arbeidsrelaties
Er zijn twee soorten oproepovereenkomsten:
1. Een voorovereenkomst
2. Arbeidsovereenkomst met uitgestelde prestatieplicht (mup)
Wat deze twee beide gemeen hebben, is dat er een arbeidsovereenkomst ontstaat, dus géén
opdracht van overeenkomst of aannemingsovereenkomst.
De voorovereenkomst regelt de voorwaarden die gelden als er een arbeidsovereenkomst ontstaat. De
werkverschaffer is volkomen vrij om de arbeidskracht op te roepen. De werker hoeft op zijn beurt niet
in te gaan op een oproep. Reageert de oproepkracht op een oproep, dan ontstaat voor de duur van
die oproep een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd.
Met de Wet flexibiliteit en zekerheid is de regel ingevoerd dat bij het aangaan van het vierde contract
voor bepaalde tijd van rechtswege een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd ontstaat (artikel
7:668a BW).
Indien de oproepkracht gedurende drie maanden wekelijks of gedurende ten minste 20 uur per
maand arbeid verricht, dan neemt de wet als vermoeden aan dat er sprake is van een
arbeidsovereenkomst.
- Dit rechtsvermoeden is een bewijsmiddel om de werknemer tegemoet te komen. De werkgever
moet maar aantonen dat het ander ligt. Dit is ook de reden dat de werkgever zelf geen beroep kan
doen op het rechtsvermoeden van het bestaan van de arbeidsovereenkomst.
* Op welke drie maanden heeft het rechtsvermoeden betrekking?
De werknemer is vrij om iedere datum als beginpunt te nemen. De wet spreekt immers van ‘in enige
maand’. Het is aan de werkgever om de door de werknemer aangevoerd periode te weerleggen. Een
werkgever kan vooraf in een arbeidsovereenkomst met uitgestelde prestatieplicht (mup) met de
werknemer afspreken dat er gedurende de eerste zes maanden van de arbeidsovereenkomst geen
recht op doorbetaling bestaat. Deze mogelijkheid wordt geboden in artikel 7:628 lid 5 BW. Word de
werknemer na een periode van drie maanden teruggezet in uren, dan heeft de werkgever gedurende
de eerste zes maanden van de mup geen omkijken naar het rechtsvermoeden!
De loondoorbetaling bij ziekte is afhankelijk van de vraag of de werknemer, indien de ziekte niet was
opgetreden, arbeid zou hebben verricht. Artikel 7:628a BW regelt de minimumloonaanspraak voor
iedere periode van tewerkstelling. Deze is gesteld op drie uur. Ook al werkt de arbeidskracht minder
dan drie uur, dan krijgt hij toch drie uur uitbetaald. Dit is in de wet gekomen om een einde te maken
aan de wanverhouding tussen de privétijd die nodig is om op het werk te komen en de daadwerkelijk
gewerkte tijd.
Paragraaf 2.6: Uitzendovereenkomst
Uitzendkrachten zijn niet in dienst van de inlener, maar hebben een arbeidsovereenkomst met het
uitzendbureau. In de relatie uitzendbureau-uitzendkracht is Boek 7 titel 10 BW dus gewoon van
toepassing. Een uitzendovereenkomst is een arbeidsovereenkomst waarbij de werknemer onder
gezag en leiding van de derde (de ‘inlener’) werkzaamheden verricht op basis van een overeenkomst
tussen de werkgever (de uitzendorganisatie) en de derde (het bedrijf waar de uitzendkracht aan het
werk gaat). Een uitzendovereenkomst is dus een arbeidsovereenkomst, maar dan wel een speciaal
soort overeenkomst. Zo gelden er een paar belangrijke afwijkingen:
- Bij de vierde overeenkomst voor bepaalde tijd van een uitzendovereenkomst, ontstaat er een
arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd (art. 7:668a BW).
- Ook mag gedurende 26 weken een zogenoemd ‘uitzendbeding’ worden overeengekomen. Het
uitzendbeding betekent dat van rechtswege een einde aan het dienstverband komt als de inlener de
opdracht beëindigt – einde opdracht betekent einde dienstverband Van deze wettelijke
bepalingen mag in de cao worden afgeweken en dat is ook uitgebreid gebeurd.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper KimFr. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.