100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Hoorcollege adoptie en pleegzorg in pedagogisch perspectief €5,99   In winkelwagen

College aantekeningen

Hoorcollege adoptie en pleegzorg in pedagogisch perspectief

 11 keer bekeken  0 keer verkocht

Hoorcollege adoptie en pleegzorg in pedagogisch perspectief

Voorbeeld 4 van de 44  pagina's

  • 24 november 2023
  • 44
  • 2021/2022
  • College aantekeningen
  • Smeets
  • Alle colleges
Alle documenten voor dit vak (30)
avatar-seller
noanolte
ADOPTIE EN PLEEGZORG IN PEDAGOGISCH PERSPECTIEF
> WEEK 1

Adoptie een pleegzorg
 Overeenkomsten:
o Kinderen groeien niet bij hun biologische ouders op
o Wel in een gezin
o Vaak multicultureel
o Kinderen hebben negatieve ervaringen meegemaakt
 Adoptie > over het algemeen tehuisopvoeding waar het heel problematisch
is
 Pleegzorg > een aantal jaren bij hun eigen ouders meegemaakt
 Verschillen:
o Adoptie uit het buitenland, pleegzorg binnen NL
o Wie zijn juridisch gezien de ouders?
 Adoptie > de adoptieouders
 Pleegzorg > de biologische ouders
o Contact met biologische ouders (wel bij pleegzorg, (meestal) niet bij adoptie)
 Adoptiekinderen > 70 kinderen in 2020
 Pleegkinderen > 23.000 in 2020
 Al jaren discussie over adoptie > is het wel goed voor die kinderen als we ze uit hun eigen
land halen?
o Uit rapport blijken heel veel misstanden
o Feb 2021 > voorlopig geen nieuwe adopties uit het buitenland
o Recent > adoptie uit het buitenland alleen nog via de overheid
 Ontwikkeling van geadopteerde
o Kwetsbare groep > meer problemen dan normatieve groep?
 Wat zijn de risicofactoren
o Maar hoe zou het gaan als ze niet geadopteerd waren?
o  vraag gaat over riscio VS bescherming
 Bescherming > inhaalgroei na adoptie
 Waar vergelijken ze mee > met mensen die zijn achtergebleven in
het tehuis. Of de normgroep > dan juist risico
 Risico > mogelijke achterstand tov de norm
 Beginnen met pleegzorg > thema 1, 2 en 3
o Gaat om kinderen/jongeren tot 21 jaar
o Basisinfo BS > verondersteld bekend


ADOPTIE EN PLEEGZORG IN PEDAGOGISCH PERSPECTIEF
> THEMA 1: ONTWIKKELING VAN PLEEGKINDEREN

A > Cognitieve ontwikkeling van pleegkinderen
 Cognitie > gedrag
 Cognitieve ontwikkeling > bijna een kwart van de jonge(pre-school) pleegkinderen heeft een
cognitieve achterstand

, o Meta-analyse Vasileva > heel veel studies alleen maar gekeken naar de groep
pleegkinderen > weten niet precies hoe groot die achterstand dan is
o Meta-analyse gericht op onderwijs > vergelijking tussen pleegkinderen en
leeftijdsgenoten:
 Achterstand en lagere schoolprestaties
 Vaker doorverwezen naar RT(=remidial teaching) (tot 5x zo hoog)
 Vaker blijven zitten (7x zo vaak)
 NB daarnaast ook vaker gedragsproblemen gerelateerd aan school > uit de
klas sturen/ geschorst worden
 Onderzoek Smeets pleegkinderen in de klas
o  Band tussen leerkracht en leerling heel belangrijk
o Leerkrachten zien vaker leerproblemen pleegkinderen
o Willen kinderen helpen, maar extra uitleg slaat niet aan
o Ook RT weinig toegevoegde waarde.
o “Waarschijnlijk zit het er dan gewoon niet in” > denken leerkrachten
 Differentiaal diagnose > vaker leerprobleem of andere alternatieve verklaring?  Kwetsbare
groep die heel veel heeft meegemaakt
o Basisachterstand door moeilijke thuissituatie
o Instructies ineffectief door mogelijke overplaatsingen (nieuw gezin, nieuwe school,
nieuwe leerkracht, nieuwe uitleg) > heel moeilijk om wat op te bouwen doordat kind
naar een andere pleeggezin/school moet
o Gebrek aan concentratie/kind voelt zich niet veilig in nieuwe omgeving (mogelijk
trauma?)
 Invloed van trauma op denken en leren > stress doet iets met je hersenen waardoor je je
even niet kan concentreren  belangrijk dat je eerst werkt aan een veilige situatie zodat een
kind zich goed voelt om uiteindelijk te kunnen leren (kijken naar filmpje)
 In hoeverre hebben kleerkrachten informatie over pleegkinderen
o Leerkrachten: gedrag is een uitdaging
o Kennis achtergrondinfo van belang!
o Onderzoek VS (Zetlin et al.)
 Status ‘pleegkind’ voor meeste leerkrachten onbekend
 Daardoor gedrag lastig te duiden
 + moeilijk anticiperen op lastige situaties voor pleegkinderen
o In Nederland is dat beter geregeld
 Informatievoorziening geen uitdaging voor leerkrachten > wisten meestal
wel dat een pleegkind in de klas zou komen en waarom een kind niet meer
thuis kon wonen
 Gedrag en gehechtheid wel > moeilijk om mee om te gaan, zeker omdat het
gaat om een pleegkind
 Gehechtheid > heel erg veel aandacht zoeken > op schoot willen
zitten etc.
 En de “kleinere” dingen zoals uitleggen aan klasgenoten, moederdagcadeau,
etc.

B > Gedragsproblemen
 Meta-analyse Vasileva > 39% van de pleegkinderen laat gedragsproblemen zien  gaat echt
over het percentage pleegkinderen en hoe zit dat in die groep > weten niet of dat veel is
o Is een hoge score
o Norm > 10-15% gedragsproblemen

, Nederlandse studie Maaskant (2014) > gekeken of het vaker voorkomt dat pleegkinderen
gedragsproblemen hebben
o Bijna helft of meer in normale range
o Consensus in de literatuur > met een groot deel van de pleegkinderen gaat het goed
o Maar, toch 1/3 in de klinische range
o  verhoogd niveau probleemgedag > terwijl kinderen al langer bij dit pleeggezin
wonen (gem al 5 jaar)
o  is pleegzorg een effectieve interventie?
 Waren de problemen bij aanvang nog hoger?
 Afname probleemgedrag als indicator effectiviteit?
 Studie McWey (2010)
o Intercept > gaat over de kruising op de Y as > hoger dan is er een hogere
beginwaarden
o Slope > zegt iets over het verloop (steilheid)
o  zijn een aantal subgroepen met een positieve significante intercept > baseline
voor probleemgedrag ligt hoger. Slope is negatief wat betekent dat er een afname is
na verloop van tijd (in neglect en seksual abuse de sterkste afname)  langer in het
pleeggezin zorgt voor afname in het probleemgedrag
 Andere studies  Geen consensus > Was deze studie (McWey) een uitzondering?
 Meta-analyse Goemans et al. (2015) > 25 studies longitudinale data
o Problematiek blijft gelijk
o Zou het mogelijk zijn dat er subgroepen zijn voor wie meer/minder effectief?
 Onderzoek Tarren-Sweeney > met hoeveel kinderen gaat het slechter/beter?
o Ook hier wordt gezien dat de problemen stabiel blijven
o Maar er lijken 4 subgroepen te bestaan:
 1. 32%:‘sustained mental health’;
 2. 33%: ‘meaningful improvement’;
 3. 30%: ‘no meaningful change’;
 4. 5%: ‘meaningful deterioration’.
o  Er zijn subgroepen die en ander traject laten zien > gaat om een heterogene
groep:
 Variatie achtergrond > hoe ze er zijn gekomen
 Veranderingen gedurende pleegzorg traject > wat voor plaatsing is het,
aantal overplaatsingen
  belangrijke vraag > zijn dit soort verschillen nou een risico binnen de
pleegzorg
 Effectiviteit pleegzorg mbt probleemgedrag:
o Geen afname probleemgedrag maar blijft stabiel
 Subgroepen voor wie meer/minder effectief?
o Interventie ‘pleegzorg’ dus niet “voldoende effectief” in verminderen van
gedragsproblemen
 NB was dit het doel van deze interventie? > doel was de bedreiging weg
halen
 Mogelijk specifieke interventies noodzakelijk?
 Evt. wel effect als gevolg van verbeteren opvoeding & gehechtheid > in de
basis vaak een probleem wat betreft gehechtheid. Gehechtheid hangt samen
met gedragsproblemen. Als kind in ene pleegsituatie komt is de
opvoedsituatie veel beter. Kan een nieuwe gehechtheid aangaan met de
opvoeders en het dus via die route mogelijk is om het gedrag te verbeteren

, C > Gehechtheid
 Pleegkindsituatie > kijkt ook automatisch naar mishandeling en verwaarlozing in ouderlijk
gezin wat de basis vormt voor een onveilige hechtingsrelatie
o Onderzoek Cyr (2010) > mishandeling verwaarlozing is echt een enorme risicofactor
voor een onveilige gehechtheidsrelatie
 Gehechtheid kinderen in pleegzorg > Vasileva (2018) > 22% disorganized attachment
o Ter vergelijking > meta analyse Van den Dries (2009) > pleegkinderen 36%
 In tehuis setting > kans op gedesorganiseerde gehechtheid heel groot (73%)
 Norm > 15%
 Gehechtheidsrelatie = relatie met specifieke verzorgers
o Causaal verband sensitiviteit ouder en gehechtheid > pleegouders heel sensitief >
verwachting dat daar een nieuw veilige gehechtheid kan ontstaan
o Pleegkinderen hebben wel een achterstand > weten niet dat een ouder die veilige
basis kan zijn want hebben niet die veilige gehechtheid op dit moment  negatieve
verwachting over de rol van volwassenen > zijn er niet voor je
 Negatieve ervaringen maken het moeilijker om positieve gehechtheidsrelatie
op te bouwen, maar het kan wel
 Ziet vaak bij pleegkinderen dat er geen sprake is van een hulpsignaal > kind laat niet zien dat
ie pijn heeft/hulp nodig heeft > lastig om gedrag te interpreteren van het kind want er is
geen hulpvraag
o Als ouder sensitief is moet hij die signalen zien, maar als er geen signaal is, is dat heel
moeilijk
 Nieuwe gehechtheidsrelatie
o Dozier en collegas > parent attachmet diary > dagboek interactie pleegouder –
pleegkind
 Meestal gemeten met vreemde situatie procedure > kind komt in het lab
met de moeder, komt een vreemde binnen, moeder gaat weg en wat doet
het kind dan > hoe gedraagt het kind zich?
 Duur een tijdsintensief
o Wat wordt hier gemeten
 Uitgangspunt > kind heeft bepaalde mate van distress
 Kijken naar hoe het pleegkind en de pleegouder reageren
o Ouders moeten checklist invullen
 Zoekt het kind nabijheid bij distress?
 Hoe reageert pleegouder?
 Wat is de reactie daarop van het kind
o  over tijd meer secure scores dan avoidant scores
  conclusies attachment diaries (Dozier, 2004):
o Kinderen <12 maanden: veilige relatie binnen 2 mnd
 Pijn/verdriet: troost zoeken bij pleegouders
 Reactie op pleegouder: sneller laten troosten
o Kinderen > 12 maanden: vaker vermijdend en niet coherent (dan jonger dan 12
maanden)
 Pijn/verdriet: pleegouders vermijden / niet opzoeken
 Minder coherente reacties op pleegouders > ene keer hulp wel geaccepteerd
andere keer niet
o Oudere kinderen (>12 mnd) meer moeite met aangaan veilige gehechtheidsrelatie
dan jongere kinderen (<12 mnd)

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper noanolte. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 77254 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,99
  • (0)
  Kopen