Duits: Literatuurgeschiedenis
Mittelalter: 500-1500 (Middeleeuwen)
Einführung (p. 203)
Deze periode heeft de naam Middeleeuwen, omdat ze daadwerkelijk tussen twee perioden ligt:
tussen de oudheid en de moderne tijd. De middeleeuwen duren 1.000 jaar. In Europa ontstond een
feodale samenleving met drie standen: kerk, adel en boeren
In de middeleeuwen konden alleen monniken, nonnen en enkele adelmannen schrijven. Het begrip
schrijven had in die tijd een andere betekenis dan tegenwoordig: het was meer het kopiëren van
eerdere, vaak religieuze werken (geestelijke literatuur). Dit gebeurde eigenlijk alleen in Latijn,
waardoor (religieuze) geschriften voor de gewone burgerbevolking onleesbaar bleven
De wereldlijke literatuur stond in dienst van de adel; aantal typen literatuur:
- Ritterromane (ridderromans): ging in het algemeen over een held op avontuur, die een hoger doel
moest zien te bereiken, om vervolgens als verheven of verbeterde man op het hof terug te keren
vb. Chretien de Troyes - König Artus; in Duitsland uitgegeven/vertolkt door Hartmann von Aue en
Wolfram von Eschenbach
- Nibelungenlied (Nevelingenlied): Middelhoogduits, heidens-Germaans heldenepos uit de 13 de eeuw
waarin de ondergang van het huis der Bourgondiërs wordt beschreven. Het verhaal werd tot dan toe
slechts mondelings overgebracht, maar werd in de 13 de eeuw door een onbekende opgeschreven
- Minnesang (minnezang): literaire dichtvorm over de liefde (minne betekent letterlijk liefde). ‘Hoge
liefde’, onvervulde liefde staat in de minnezang centraal. De ridder en adellijke vrouwen worden als
hoofdpersonen vaak sterk geïdealiseerd
vb. Walther von der Vogelweide - Unter den Linden
- Boeken waren in de middeleeuwen een kostbaarheid, omdat ze met de hand geschreven waren, en
gaven daarmee dan ook de rijkdom van de bezitter aan. Met de uitvinding van de boekdrukkunst
rond 1450 veranderde dat: boeken werden goedkoper en verspreidden zich sneller over Europa
De Middeleeuwen eindigen niet op een specifieke dag. De ontdekking van Amerika door Columbus in
1492 luidt echter wel een nieuwe tijd in. In Europa waren er veel geleerden die dientengevolge niet
meer in de verhalen van de kerk, over een platte aarde etc., geloofden en hernieuwde interesse in de
klassieke periode gingen tonen. De periode na de Middeleeuwen wordt daarom ook wel
Wiedergeburt of Renaissance genoemd
Controlevragen
1. Welke middeleeuwse schrijvers kun je noemen?
Chrétien de Troyes, Hartmann von Aue, Wolfram von Eschenbach, Walther von der Vogelweide
2. Welke thema’s verwerkten ze in hun werk (A) in de geestelijke en (B) wereldlijke literatuur?
A: christelijke thema’s
B: ridderverhalen, heidens-Germaanse mythen en liefdesverhalen
3. Waar komt het begrip Mittelalter vandaan?
Dat begrip is afgeleid van de positie van de Middeleeuwen in de geschiedenis: het wordt vaak gezien
als een duistere periode, die precies tussen de oudheid en de moderne tijd valt
Teksten
Walther von der Vogelweide - Unter den Linden (p. 205)
Samenvatting
Unter den Linden is een gedicht van Walther von der Vogelweide. Hij beschrijft het samenkomen van
een man en een vrouw onder een lindeboom. De man heeft een bed van bloemen voor de vrouw
neergelegd. Het gedicht is vanuit het perspectief van de vrouw geschreven en de vrouw zegt dan ook
,dat ze van schaamte zou sterven als iemand haar met de man zou zien. Ze verwacht echter dat de
enige toeschouwer, de kleine nachtegaal, z’n mond wel zal houden
Vragen
3) Wat is er (nog) onder de lindeboom te zien?
Geknakte bloemen en geplet gras
4)
1. Wat is er gebeurd onder de lindeboom?
Op die plek hebben twee mensen gelegen
2. Hoe zijn de bloemen daar gekomen?
De bloemen zijn daar als een soort bed door de minnaar neergelegd
3. Wie was getuige van de gebeurtenis onder de boom?
Een kleine vogel
4. Schrijft Von der Vogelweide dit gedicht vanuit het perspectief van een vrouw of van een man?
Een vrouw
5. Lees de uitleg van Minnesang. Dit gedicht is geen minnezang. Waarom niet?
Er wordt hierbij niet op onbereikbare liefde gedoeld; het is daarom meer Liebesang dan Minnesang
Neue Zeit: 1500-1700 (Moderne tijd)
Renaissance, Humanismus, Reformation: 1500-1600 (renaissance, humanisme, reformatie)
Einführung (p. 208)
In de Middeleeuwen was het leven op God en het hiernamaals gericht (theocentrisch; memento
mori), in de moderne tijd verandert dat naar een focus op het leven op aarde (antropocentrisch;
carpe diem). Deze nieuwe wereldopvatting kent haar oorsprong in Italië: men vereert de Grieken en
Romeinen omdat de mens ook bij hen centraal stond - juist in Italië vanwege handelsbloei en resten
uit klassieke periode. Men spreekt daarom ook wel van een renaissance van de klassieke tijd
- In de literatuur en filosofie richt men zich op Grieks-Romeinse literatuur en staat de veelzijdig
gevormde mens centraal (humanisme). Een van de bekendste humanisten is de monnik Erasmus van
Rotterdam: hij is voor een centrale positie van de mens en heeft een typisch humanistische positieve
instelling t.a.v. de wereld. Een Duitse humanist is Ulrich von Hutten
- De overgang van middeleeuwen naar renaissance en het hernieuwde vertrouwen in de mensheid
heeft te maken met allerlei ontdekkingen: ontdekking Amerika door Columbus, nieuwe wereldbeeld
Copernicus - de aarde is geen schijf, maar een bol en draaide samen met andere planeten om de zon
- Het nieuwe denken heeft gevolgen voor religie: de reformatie. In 1517 hangt de monnik Maarten
Luther 95 stellingen op de kerk in Wittenberg, als aanklacht tegen de katholieke kerk. Hij sticht
hiermee een nieuwe stroming binnen het christendom, het protestantisme, waarmee de kiem voor
een toekomstige godsdienstoorlog in Europa gelegd wordt. Luther wordt geëxcommuniceerd en gaat
in ballingschap om vervolging te voorkomen - als balling vertaald hij de Bijbel in het Duits, zodat ook
de normale Duitser de Bijbel kan lezen
Een bekende Duitse dichter uit deze tijd is Hans Sachs, die tot de Meistersingern behoort: dat waren
handwerkers die in hun vrije tijd gedichten volgens bepaalde regels schreven
Controlevragen
1. Hoe stond men tegenover het leven op aarde (A) in de Middeleeuwen en (B) in de Renaissance?
A: Droevig leven; gedenk te sterven (memento mori). God staat centraal (theocentrisch)
B: Vrolijk leven; pluk de dag (carpe diem). Mens staat centraal (antropocentrisch)
2. Waarom vond men de oudheid zo belangrijk?
De oudheid was de periode voor de middeleeuwen en de laatste periode waarin de mens centraal
stond. Daarmee werd het het voorbeeld van de nieuwe periode, de Renaissance.
3. Wat betekent humanisme?
, Het humanisme is de stroming die de veelzijdige mens centraal heeft staan. Dit kwam onder meer in
hun filosofische opvattingen en literatuur naar voren en werd vooral gebaseerd op Grieks-Romeinse
geschriften.
4. Welke betekenis had Maarten Luther voor de Duitse taal?
In die tijd was er nog geen Duitse eenheid en daarmee ook nog geen Duitse eenheidstaal. Door de
Bijbel in het Duits te vertalen, zette hij een standaard wat betreft het Duits. Door een voor iedereen
leesbare Bijbel te schrijven, beïnvloedt hij de ontwikkeling van de Duitse taal in sterke mate.
5. Noem drie ontdekkingen uit deze periode.
- Ontdekking van Amerika door Columbus - Ontdekking dat planeten rond zon draaien
- Ontdekking dat aarde bol en niet plat is - Ontdekking van zeeroute naar Oost-Indië
Teksten
Hans Sachs - Schlaraffenland (p. 209)
Samenvatting
Het sprookje Schlaraffenland van Hans Sachs beschrijft een wereld, luilekkerland, waar bijna alle
mensen in die tijd van droomden: overal eten, drinken en andere lekkere dingen. Uiteindelijk, aan het
einde van het verhaal, blijkt wat de schrijver ermee wil zeggen. Het is een spiegel voor de lezer en
een aanklacht tegen de menselijke zonden die in het verhaal worden beschreven
Vragen
1)
1. Wat is het Nederlandse woord voor Schlaraffenland?
Luilekkerland
2. Waar ligt Schlaraffenland en hoe kom je daar?
Het ligt 3 mijl achter Kerst en je komt er door een berg van rijstebrij heen te eten
3. Wat gebeurt er in Schlaraffenland met het eten en drinken? Noem 4 voorbeelden.
- wijn uit een fontein - oliebollen aan dennenbomen
- huizen bedekt met vlaaien - deuren en vensterbanken van taaitaai
- hekken van Brätwurst - beekjes vol met melk
4. Wat is de Jungbrunnen?
Een verjongingsbron
5. Hoe verdien je je geld in Schlaraffenland?
Je krijgt geld door te slapen, schulden te maken, alcohol te drinken of slecht te leven
6. Hoe wordt je ...?
Koning (König) - De meest luie inwoner
Vorst (Fürst) - Iemand die woest, wild, onzinnig, groot en onverstandig is
Ridder (Ritter) - Iemand die graag vecht met leverworst
Graaf (Graf) - Als je nergens anders aan denkt dan eten, drinken en slapen
7. Wat voor mensen leven er in Schlaraffenland?
Heel luie mensen en mensen die niet deugen
8. Welke conclusie wordt er in de laatste vijf regels van het gedicht getrokken?
Het is een spiegel voor de lezer: alleen mensen met slechte eigenschappen, normaal is mens pas
goed bij tegenovergestelde
Barock: 1600-1700 (Barok)
Einführung (p. 211)
De Reformatie leidt tot grote spanningen tussen katholieken en protestanten en uiteindelijk tot de
dertigjarige oorlog (1618-1648) in Europa, die deels met de Tachtigjarige Oorlog in Nederland
samenvalt. Beide oorlogen werden in ’48 met de Vrede van Münster beëindigd. De oorlogen brachten
angst, onzekerheid en nood naar de Europese volken; het nieuwe bewustzijn van de mens van tijdens
de Renaissance stond onder druk. Dit vertaalde zich in een nieuw gevoel, bijvoorbeeld vertolkt in de
literatuur: vandaag de dag ben je gelukkig en gezond, morgen kan je leven ellendig zijn. Het centrale