100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting BGZ2023: Aanval en verdediging €4,49   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting BGZ2023: Aanval en verdediging

1 beoordeling
 158 keer bekeken  8 keer verkocht

Samenvatting BGZ2023: Aanval en verdediging. De samenvatting bevat alle taken, colleges en het practicum. Coördinator: Annemieke den Boer

Voorbeeld 8 van de 103  pagina's

  • 18 januari 2018
  • 103
  • 2016/2017
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (1)

1  beoordeling

review-writer-avatar

Door: Qan • 5 jaar geleden

avatar-seller
kkkayleigh07
Samenvatting BGZ2023: Aanval &
Verdediging
Inhoud
Taken ....................................................................................................................................................... 2
Taak 1: infectieziekten en CD4 ............................................................................................................ 2
Taak 2: bacteriën en resistentie ........................................................................................................ 11
Taak 3: aangeboren afweer en complementsysteem ....................................................................... 20
Taak 4: verworven afweer en T-cellen .............................................................................................. 31
Taak 5: verworven afweer en B-cellen .............................................................................................. 40
Concept map virus ................................................................................................................................. 50
Concept map bacterie ........................................................................................................................... 51
Colleges ................................................................................................................................................. 52
College 1 opening en freshup immunologie ..................................................................................... 52
College 2 Fresh up Microbiologie ...................................................................................................... 63
College 3 Virussen ............................................................................................................................. 66
College 4 bacteriology & resistance .................................................................................................. 73
College 5 aangeboren afweer I.......................................................................................................... 81
College 6 verworven afweer 1 – T-cellen en auto immuniteit .......................................................... 83
College 7 verworven immuunsysteem B-cellen ................................................................................ 90
College workshop immunologische technieken................................................................................ 91
Opdracht workshop immunologische technieken ............................................................................ 99
Practica ................................................................................................................................................ 101
Voorbereiding practicum antibiotica resistentie: 2de sessie ........................................................... 101

,Taken
Taak 1: infectieziekten en CD4
infectie = de invasie en vermenigvuldiging van pathogene micro-organismen in een individu of een
populatie
ziekte = wanneer de infectie schade veroorzaakt aan de vitale functies of systemen van een individu.
Een infectie resulteert niet altijd in ziekte
Infectieziekten  Het gaat om ziekten die een gevolg zijn van een interactie tussen de mens en een
andere biologische agens (micro-organisme). Er is sprake van een bepaalde vorm van interactie
waarbij schade optreedt voor de mens.
De verwekkers van infectieziekten  pathogeen micro-organisme.
Soorten infectieziektes;
- Virus
- Bacterie
- Gisten/schimmels
- Parasieten

Virus:
Virussen zijn de kleinste infectieuze deeltjes. Virussen bevatten ofwel DNA of RNA maar niet beide.
Sommige virale deeltjes (e.g. prionen) bevatten helemaal geen detecteerbare nucleïnezuren.
Virussen zijn ‘’parasieten’’, ze hebben een gastcel nodig voor replicatie. De cel die ze infecteren en de
gastheer’s response op de infectie bepalen de aard van de klinische manifestatie. Infectie leidt of tot
snelle replicatie en vernietiging van de cel of tot een langdurige chronische relatie met mogelijke
integratie van het virale genetische informatie in het genoom van de gastheer.
Kunnen een envelop hebben.

Bacterie:
bacteriën zijn relatief eenvoudig van structuur. Ze zijn prokaryotische organismen (eenvoudige
eencellige organismen zonder kernmembraan, mitochondria, golgi lichaam of ER) en reproduceren
door ongeslachtelijke divisie. De bacteriële celwand is complex en bestaat uit een van de twee
basisvormen. Of uit een gram-positieve celwand met een dikke peptidoglycaanlaag of uit een gram-
negatieve celwand met een peptidoglycaanlaag met een bovenliggend buitenmembraan. Sommige
bacteriën missen deze celwandstructuur en compenseren dit door alleen binnen gastheercellen of in
een hypertone omgeving te overleven. Ziektes kunnen het gevolg zijn van de toxische effecten van
bacteriële producten (e.g. toxinen) of wanneer bacteriën binnendringen in normaal steriele
lichaamsweefsels en –vloeistoffen. Kunnen Flagellen hebben (soort staart waarmee ze kunnen
bewegen).

Parasieten:
parasieten zijn de meest complexe microben. Alhoewel parasieten als eukaryoten worden
beschreven zijn sommige eencellig en sommige meercellig. Hun levenscyclus is ook complex, een
aantal parasieten richten een permanente relatie met mensen op en andere gaan door een reeks
ontwikkelingsstadia in een progressie van dierlijke gastheren.
in 3 groepen verdeeld;
- wormen
- geleedpotigen; e.g. luizen en vlooien
- protozonen

,Schimmel (fungi):
De celstructuur van schimmels is ingewikkelder. Dit zijn eukaryote organismen met een goed
gedefinieerde kern, mitochondria, golgi lichaam en ER. Schimmels kunnen bestaan in een eencellige
vorm (gist) die aseksuaal repliceren of in draderige vorm (mal) die seksueel en aseksueel kunnen
repliceren. Meeste schimmels bestaan of als gist of als mal. Er zijn echter sommige schimmels die
morfologie kunnen aannemen, dit zijn dimorphic schimmels (e.g. hisoplasma, blastomyces).
schimmels kunnen een- of meercellig zijn en kunnen seksueel en aseksueel voortplanten.

Virusinfectieziekten (structuur etc)
Virussen werden eerst omschreven als ‘filtreerbare agenten’, omdat ze door filters kunnen waar
bacteriën niet doorheen kunnen. Virussen zijn obligate intracellulaire parasieten: ze zijn afhankelijk
van het biochemische mechanisme van de gastheercel voor replicatie.

Simpelste virus = genoom van DNA/RNA verpakt in beschermende proteÏnen kap en soms een
membraan

Kenmerken virus;
- Kan geen energie maken uit substraten
- Kan niet zelf proteïnen maken
- Kunnen hun genoom niet onafhankelijk van de gastheercel repliceren



Om te overleven moet een virus:
 Door barre milieuomstandigheden kunnen gaan
 Door de huid of andere beschermende barrières van de gast kunnen
 Zich aanpassen aan het biochemische mechanisme van de gast voor replicatie
 Ontsnappen aan eliminatie door het immuunsysteem van de gast

Naamgeving van virussen kan gebasseerd zijn op:
 virale kenmerken
 Ziekten waarmee ze geassocieerd worden
 Weefsel of geografische locatie waar ze eerst werden geïdentificeerd
Voorbeelden van namen:
Piconavirus – beschrijft structuur: heel klein
Togavirus – beschrijft structuur: membraan
Retrovirus – beschrijft de synthese van DNA uit een RNA mal
Poxvirus – genoemd naar ‘smallpox’: ziekte
Adenovirus & reovirus – genoemd naar locatie in lichaam
Etc.
Het virion = virus deel dat bestaat uit een nucleïnezuur genoom verpakt in een proteïne mantel
(capside) en soms een membraan (envelop). Soms vormt een nucleocapside uit het genoom en de
capside of nucleïnezuur-bindende eiwitten.

Capside of envelop dient voor verpakking, bescherming en vervoer.
VAP = viral attachment proteïn, zit aan de oppervlaktestructuren van een virus. Medieert interatie
van virus met gastheercel. (Antilichamen tegen deze componenten verhinderen virusinfectie)
zijn belangrijk want die bepalen waar het virus gaat zitten en invloed uitoefent. E.g. in je keel

,Verschil tussen capside en envelope
Capside = een rigide structuur die barre omstandigheden kan weerstaan. E.g. uitdroging, zuur,
detergenten etc. veel van deze virussen worden overgebracht door de fecale-orale route. Het
capside is opgebouwd uit proteïnen, deze gaan zich vormen tot subeenheden; de protomeren en
dan tot capsomeren. Deze vormen het procapside wat zich omzet tot het uiteindelijke capside als
het genoom erin komt.

Envelope = een membraan van lipide, proteïnen en glycoproteïnen, die alleen kan bestaan in
waterige oplossingen. Dit virus wordt overgebracht via vloeistof, bloed, weefsel en respiratoir.
Meestal kunnen ze niet overleven in het gastro-intestinale kanaal.
alle negatieve-streng RNA virussen hebben een envelop.

,Tegument = de ruimte tussen het nucleocapside en de envelop. Het bevat enzymen, andere
proteïnen en zelfs RNA om virale infectie te vergemakkelijken.

Virale replicatie
- Gastheercel is een fabriek, die de nodige substraten, energie en mechanismen levert voor de
synthese van virale proteïnen en replicatie
- Factoren die niet al in de cel aanwezig zijn moeten in het genoom van het virus gecodeer zij
- Fasen:
 Vroege fase van infectie:
- virus herkent een juist doel ‘’target cell’’ (VAP, virusafhankelijke proteïne)
- hecht zich aan de cel
- penetreet het plasmamembraan
- wordt opgenomen door de cel
- laat zijn genoom vrij in het cytoplasma
- (optioneel; levert genoom af bij nucleus)
 Late fase
- begin van genoomreplicatie en virale macromoleculaire synthese
- virale samenkomst
- release
 Eclipse periode = vanaf het vervallen van de verpakking na penetratie tot het
opnieuw samenkomen van de virusdeeltjes. (virus is nu niet identificeerbaar of
infectieus).
 Latente periode; eclipse periode t/m vrijlaten van nieuwe virussen
- slechts 1-10% van de vrijgelaten deeltjes is infectieus
- defectieve partikels = niet-infectieuze delen door muaties en fouten in het maken
van het virion.
- burst size = de opbrengst van infectieus virus per cel

,Herkenning en hechting in meer detail kennen !!!

Het binden van de VAPs aan receptoren op de cel bepaalt welke cellen geïnfecteerd kunnen worden
door een virus. Interactie tussen meerdere VAPs en receptoren initiëren de internalizatie
(penetratie) van het virus in de cel. Hoe dit gebeurt hangt af van het virion en de cel:
- De meeste virussen zonder envelop  receptor-gemedieerde endocytose ov viropexis
- Envelopvirusse  fuseren van membranen met cellulaire membranen om nucleocapside of
genoom direct in het cytoplasma te dumpen.
(pH bepaalt of het virus via penetratie of via endocytose naar binnnen gaat)

DNA virussen moeten naar de kern gebracht worden, de meeste RNA virussen blijven in het
cytoplasma. De meeste DNA virussen gebruiken het DNA-afhankelijke RNA polymerase II van de cel
en andere enzymen om mRNA te maken. De meeste RNA virussen repliceren en produceren mRNA in
het cytoplasma.

Het uncoating proces kan geïnitieerd worden door het hechten aan een receptor of gestimuleerd
worden door het zure milieu of door proeasen.
Type virus Kenmerken
DNA virus  DNA is niet vergankelijk of labiel
 Veel DNA virussen zorgen voor persistente infecties
 DNA genomen blijven in de nucleus
 Viraal DNA lijkt op gast DNA voor transcriptie en replicatie
 Virale genen moeten interageren met het transcriptiemechanisme van de gast
 Virale gen transcriptie wordt tijdelijk gereguleerd
 Vroege genen coderen voor DNA bindende proteïnen en enzymen
 Late genen coderen voor structurele en andere proteïnen
 DNA polymerasen hebben een primer nodig om het virale genoom te repliceren
 Grotere DNA virussen coderen manieren om efficiënte replicatie van hun genoom te
stimuleren.
RNA virus  RNA is labiel en vergankelijk
 De meeste RNA virussen repliceren in het cytoplasma
 Cellen kunnen geen RNA repliceren, RNA virussen moeten een RNA-afhankelijke RNA
polymerase coderen (behalve positieve RNA genomen)
 De genoom structuur bepaalt het mechanisme van trancsriptie en replicatie
 RNA virussen zijn gevoelig voor mutaties
 De genoomstructuur en polariteit bepalen hoe viraal mRNA wordt gegenereerd en hoe
proteïnen worden geprocessed
 Alle negatieve RNA virussen hebben een envelop
 RNA dragen eigen polymerase bij zich


Single strand negatieve RNA; hebben eigen polymerase zodat ze van eigen RNA naar ander RNA
kunnen maken. Dan kan er een eiwit afgeschreven worden.
Single strand positive RNA: teruggebracht naar DNA, waarna het DNA wordt teruggebracht.

, HIV
human immunodeficiency virus (HIV)  deze kan overleven in geïnfecteerde personen door het
‘’killen’’ van CD4+ T cellen.Het is een retro virus dat werkt in op de T Helper cellen, door te binden
aan CD4 molecuul receptoren en chemokine co-receptoren.
Een infectieus HIV deeltje bestaat uit twee DNA-strengen in een eiwit kern, omgeven door een lipide
envelop afkomstig van geïnfecteerde gastheercellen maar deze bevat wel de virale eiwitten.

HIV is een retrovirus. Retrovirussen hebben een envelop, zijn positieve enkelstrengs RNA virussen
met een unieke morfologie en manier van replicatie. Ze repliceren door tussenkomst van DNA.

, de levenscyclus van HIV bestaat uit de volgende opeenvolgende stappen;
- infectie van de cellen
- productie van een DNA kopie van het virale RNA en de integratie in het gastheergenoom
- expressie van de virale genen en de productie van virale deeltjes (particles)


HIV infecteert cellen door zijn grote envelop glycoproteïne, gp120 genaamd (voor 120-kD
glycoproteïne), dit bindt aan CD4 en aan bijzondere chemokine receptoren op menselijke cellen
(chemokine co-receptors : CXCR4 & CCR5).
Bindt eerst aan CCR5 en na verloop van tijd (als de persoon besmet is) kan de CXCR4 ook gebonden
worden.

HIV virus en cel begint samen te fuseren, en uiteindelijk gaat HIV de cel in waar het 2 virale RNA
strengen loslaat en 3 essentiële replicatie enzymen.

Replicatie

- Virale glycoproteïne spikes (gp129 en gp41) binden aan een primaire receptor: CD4 en een
tweede receptor: een 7-transmembraan G-proteïne-gekoppelde chemokine receptor.
 CCR5 = co-receptor die initieel gebruikt wordt bij infectie van een individu: zit op
myeloïde, perifere en T Helper cellen
 Later in de infectie bindt de gp120 aan een andere receptor: CXCR4
- Wanneer het genoom losgelaten is in het cytoplasma = vroege fase van replicatie. Het
reverse transcriptase (pol gen) gebruikt het tRNA in het virion als primer en synthetiseert een
complementaire, negatieve DNA streng (cDNA). Het RNA genoom wordt gedegradeerd en
een positieve streng DNA wordt gesynthetiseerd = provirus.
- cDNA wordt aan de kern afgeleverd en gespliced in het gastchromosoom door het virus-
enzym integrase. Omdat het virus zich gedraagt als een cellulair gen hangt zijn replicatie af
van de mate van methylatie van het virale DNA en van de groeisnelheid van de cel, maar
vooral van de mogelijkheid van de cel om de enhancers en promotors te herkennen.
- Het virion komt los van de membraan, waarbij de envelop MHC moleculen meeneemt van
de membraan. De cel gaat niet per se dood.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper kkkayleigh07. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 67474 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,49  8x  verkocht
  • (1)
  Kopen