Samenvatting Opgroeien in het hedendaagse gezin
Pedagogische Wetenschappen, Gezinspedagogiek jaar 2.
Hoofdstuk 2 – Het gezin in historisch perspectief.
Demografische benadering: houdt zich bezig met verzamelen en interpreteren van
kwantitatieve, demografische gegevens en probeert hiermee een beeld te vormen
van de leef- en opvoedingsomstandigheden van ouders en kinderen.
Affectieve benadering: hier wordt vooral aandacht gegeven aan menselijk gedrag en
persoonlijke beleving en motieven, door gebruik te maken van kwalitatieve bronnen
(dagboeken, brieven, memoires, schilderijen, kleding en speelgoed.)
Historische maatschappijwetenschappen: beschrijft de invloed van
sociaaleconomische, cultureel-maatschappelijke en technologische ontwikkelingen
op veranderingen in het gezin. Door het bestuderen van wetgeving, erfrecht en
gezags- en eigendomsverhoudingen.
Prescriptie: hoe men geacht werd te handelen.
Descriptie: hoe er feitelijk gehandeld werd.
Humanisme: 1400-1600. Vorming van een ‘klassieke’ universele mens. Vrijheid van
de menselijke wil. Individualistische benadering waarbij werd ingewerkt op eergevoel
en er werd aangespoord tot competitie, lichamelijk straffen was daarmee overbodig.
Legde veel nadruk op leren.
Erasmus: zag christelijke vroomheid als doel van de opvoeding. Onderwijs moest
voor kinderen het liefst zo vroeg mogelijk. Legde de taak van de opvoeding van zonen
bij de vader. Moeder verantwoordelijk voor verzorging, vader voor de
karaktervorming. Leren door imitatie
Erfzonde: van nature geneigd naar het kwaad, maar kind kom gevormd/gekneed
worden.
Verlichting: 1650 – 1800. Intellectuele stroming die uitgaat van de menselijke rede
als criterium bij het zoeken naar de waarheid. God als veroorzaker van alles. Mens
werd gezien als van nature goed. Ging uit van het verkrijgen van kennis door
ervaring. Doel van opvoeding was het verwerven van vrijheid en zelfbestuur.
Deïsme: beeld van God als afzijdige schepper.
Locke: ‘Some thoughts concering education.’ Nadruk op lichamelijke ontwikkeling en
hygiënische verzorging.
Tabula rasa: kind komt ter wereld als een onbeschreven blad (wat betreft kennis, niet
het karakter.)
Romantiek: 1800 – 1850. Reactie op de verlichting. Nadruk op gevoel en intuïtie
inplaats van op rede en ratio. Aandacht voor het onderbewuste. Voortbestaan van
een individu afhankelijk van de gemeenschap.
Rousseau: was ervan overtuigd dat er door de mens zelf weinig te sturen viel in de
opvoeding, er kon veel misgaan. Mens is van nature goed geboren. Negatieve
invloeden van de maatschappij. Doel van de opvoeding is het kind zich optimaal en
natuurlijk te laten ontwikkelen.
, Huiselijkheidsideaal: man zorgt voor de inkomsten voor het gezin (gewin) en de
vrouw krijgt de taak van de verzorging.
Kinderwetje van Van Houten uit 1874 en de invoering van de leerplicht vanaf 1900:
zorgden voor meer controle door de overheid op opvoeding en zorg voor kinderen.
Ariès: kindertijd bestond volgens hem niet voor de 17e eeuw, daarna pas aandacht
voor het ‘kind zijn’.
Zwarte legende: Was er voor de verlichting sprake van een kindertijd en een
gezinsgevoel? Ariès ging ervan uit dat dit absoluut niet kon, dit bestond niet voor de
verlichting.
Affectief individualisme: samenlevingsverbanden veranderden van gezinnen waarin
de betekkingen met individuen buiten het gezin van grote economische waarde
waren, via gezinnen die zelfstandiger werden en waar de vader als hoofd van het
gezin een belangrijke rol kreeg toebedeeld.
Witte legende: kerngezin was al vanaf de middeleeuwen zichtbaar en er bestonden
toen ook al affectieve banden tussen gezinsleden en er was sprake van emotionele
betrokkenheid bij kinderen. Onderschatten de mogelijkheden tot verandering.
Dalend sterftecijfer: gevolg van de modernisering en de economische groei door de
industrialisatie, beter voeding, verbeterde leefomstandigheden en toenemende
private en publieke hygiëne.
Hoofdstuk 3 – Gezinsvormen en gezinsontwikkeling
Traditionele kerngezin: een gehuwde vader en moeder met een of twee biologische
kinderen.
Anno 2016: gezinnen met adoptiekinderen, pleegkinderen, gezinnen met kinderen
die verwekt zijn met behulp van ivf, gezinnen met tienermoeders of juist oudere
moeders, met homoseksuele ouders, gezinnen met 1 ouder, gescheiden gezinnen,
gezinnen waarbij een ouder is overleden, stiefgezinnen en nieuw samengestelde
gezinnen.
Tussen 1870 en 1920: eerste verandering in de bevolkingsopbouw; de eerste
demografische transitie, waarin de sterftecijfers daalden en het ongebruikelijker was
om te scheiden dan voorheen.
Tussen 1900 en 1940: 90% van de kinderen groeide op in het traditionele kerngezin.
Tussen 1960 en 1980: tweede demografische transitie, waarin normen en waarden
ten aanzien van gezins- en relatievorming veranderden. Ontwikkelingen als
ongehuwd samenwonen en scheidingen zorgden voor een dalende trend in het
aantal traditionele gezinnen.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper andrealadh. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.