Samenvatting management accounting &
control 2 (MAC 2)
Boek: Fundamentals of Cost Accounting (Lanen, Anderson & Maher)
Auteur: Bryan Cuperus
School: Hanzehogeschool Groningen
Opleiding: Bedrijfseconomie
Studiejaar: 2
,Inhoudsopgave
Artikel 1 van BlackBoard: Inleiding management control ....................................................................... 3
Hoofdstuk 6: Fundamentals of product and service costing................................................................... 5
Hoofdstuk 7: Job costing ....................................................................................................................... 10
Hoofdstuk 8: process costing ................................................................................................................ 15
Hoofdstuk 11: Service department and joint cost allocation ................................................................ 19
Hoofdstuk 16: Fundamentals of variance analysis ................................................................................ 27
2
,Artikel 1 van BlackBoard: Inleiding management control
Accounting
Accounting = gegevens verzamelen, ordenen, analyseren en rapporteren.
Management accounting = vooral gericht op interen informatievoorziening, voor de besluitvorming,
voor het management van de organisatie dus. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan
liquiditeit, productiviteit en het aantal orders. Het kan om zowel financiële als niet-financiële
informatie gaan.
Financial accounting = vooral gericht op de externe informatievoorziening, voor mensen zoals
accountants die jaarverslagen en jaarrekeningen maken.
Cost accounting = informatievoorziening met betrekking tot kosten. Cost accounting kan zowel
relevant zijn voor management accounting als voor financial accounting.
Deze 3 sluiten elkaar niet uit. Het is niet zo dat als iets financial accounting is dat het dan geen cost
accounting meer kan zijn. Een jaarrekening wordt bijvoorbeeld ook bij management accounting
gebruikt.
De onderdelen zijn aan elkaar gelinkt.
Management accounting & management control
Management accounting = verzamelen, ordenen, analyseren en rapporteren van interne informatie
voor de interne besluitvorming, voor het management van de organisatie dus. Hierbij kan worden
gedacht aan bijvoorbeeld: liquiditeit, productiviteit en het aantal orders. Het kan om zowel financiële
als niet-financiële informatie gaan.
Management control = alle beheersmaatregelen die erop gericht zijn om managers en medewerkers
te beïnvloeden met het doel om de strategie van de organisatie te bewerkstelligen. De managers en
medewerkers moet dus eerst weten wat het doel is. Hierbij gaat het erom om het doel zo goed
mogelijk te realiseren.
Management accounting is een onderdeel van management control. Wat er bij management
accounting gedaan wordt is erop gericht om de doelstellingen te bewerkstelligen.
Model van Kenneth Merchant
Dit model is er om beheersmaatregelen in te delen. Merchant zegt dat er 4 soorten
beheersmaatregelen zijn om de doelstellingen te behalen.
3
,De 4 soorten beheersmaatregelen zijn:
1. Result controls
Gericht op resulateten. Bijvoorbeeld kostprijsberekening, budgettering, financiële KPI’s monitoren.
Hierbij wordt vaak de balanced scorecard gebruikt.
2. Action controls
Gericht op handelingen van mensen die gedaan worden. Dit is het gebied van bestuurlijke
informatievoorzieining, het gaat vooral over het opstellen van regels en procedures ten aanzien van
handelingen die moeten worden uitgevoerd. Dit is meer BIV dus komt niet heel erg voor bij MAC2.
3. Personnel controls
Gericht op houding en gedrag van mensen. Hierbij kan worden gedacht aan: bonussen, soft control
en loose/tight control. Beheersmaatregelen waarmee betrokkenheid gecreëert wordt en een soort
transparantie, zoals de namen die voor de van Olst toren staan bij de Hanze.
4. Cultural controls
Gericht op het creëren van maatschappelijke normen en waarden.
Deming-cirkel
Dit model is erop gericht om de doelstellingen te bereiken en dat
de strategie wordt verwesenlijkt. Dit model geeft goed aan hoe
dit verwerzenlijkt moet worden en geeft dus werkwijzen aan. Dit
model kan op alle 4 de controls van het Merchant model worden
gebruikt.
Contignency theorie
Dit houdt in dat er niet altijd maar 1 oplossing hoeft te zijn. Op basis van de interne en externe
factoren moet er een set van beheersmaatregelen samengesteld worden, maar er hoeft dus niet
maar 1 beste oplossing te zijn voor het bepalen van de keuze van een beheersmaatregel.
4
,Hoofdstuk 6: Fundamentals of product and service costing
6.1, cost (management) system
Een cost (management) system is een systeem voor het geven van informatie over de kosten van de
verkochte goederen, de processen en de services die de organisatie hanteert.
Een goed georganiseerd systeem geeft de relevante kosten (relevant voor de beslissing van de
manager) aan in een rapport
Redenen om product costs & service costs te berekenen
1. Voor het maken van beslissingen over productie, promotie enzovoort
2. Voor de beslissing wat het bedrijf wil verkopen (als de kosten van een product te duur zijn,
zal het bedrijf dat product wellicht afstoten)
3. Voor het bepalen van de verkoopprijs (verkoopprijs moet altijd boven de kostprijs liggen)
4. Zodat het bedrijf weet wat de kosten zijn van goederen die verkocht zijn (winstbepaling)
5. Zodat het bedrijf weet wat de kosten zijn van goederen die nog in voorraad zijn
(voorraadwaardering)
Cost allocation (kostentoewijzing) & product costing
Wanneer een bedrijf bepaalde middelen (zoals materiaal of arbeid) in 2 of minder eindproducten
gebruikt zijn dit directe kosten die toegewezen moeten worden aan het eindproduct. Indirectet
kosten zoals manufacturing overhad costs moeten toegewezen (allocated) worden aan het
eindproduct.
Overheadkosten zijn bijvoorbeeld kosten van leidinggeven, van administratie, ICT, marketing/
verkoop, P&O, facilitaire zaken, kosten voor de accountant en fiscalist, de advocaat, leasekosten,
energie- en communicatiekosten, vergunningen of voor verzekeringen.
Cost flow diagram
De cost flow diagram helpt bij het berekenen van de product costing en de allocation van de kosten.
De directe kosten kunnen gelijk toegewezen worden aan de verschillende producten. De indirecte
kosten moeten op basis van in dit geval directe arbeidskosten toegewezen worden aan de
producten.
6.2, fundamental theme underlying the design of cost systems for managerial purposes
• Cost systems moeten een beslissingsfocus (decision focus) hebben
Het systeem moet voor elke gebruiker zo zijn ingericht dat de belangrijke data voor het maken van
beslissingen aanwezig is. Gegevens die voor de 1 werken, werken niet altijd ook voor de ander.
• Verschillende kosteninformatie wordt gebruikt voor verschillende doelen en door
verschillende gebruikers
5
, • Kosteninformatie voor managementdoeleinden moet voldoen aan de kosten-baten test
Kosteninformatie kan altijd beter, maar de voordelen van de verbetering moeten zo belangrijk zijn
dat het het geld waard is om de verbetering te maken.
6.3, costing (kostprijsberekening) in a single product, continuous process industry
Basic cost flow model
Dit werkt voor OHW-voorraad, voorraad eindproduct en voorraad materialen.
Costing (kostprijsberekening) with no-work-in-process inventories
Wanneer een bedrijf niet werkt met OHW is het ingekochte materiaal altijd het uitgaande materiaal.
Op deze manier is makkelijk te berekenen dat het ingekochte bedrag aan materialen gedeeld door
het aantal eindproducten de kostprijs in materialen is voor het eindproduct.
Voorbeeld costing (kostprijsberekening) with ending work-in-process inventories
6
,6.4, costing in a multiple product, discrete process industry
Voor bedrijven die veel verschillende producten kopen is het belangrijk om te weten welke kosten zij
moeten toewijzen aan welke producten. In dit voorbeeld heeft het bedrijf 3 kostenposten en 2
producten.
De directe kosten zijn vrij gemakkelijk om toe te wijzen aan en product. Een bedrijf weet vaak wel
hoeveel materialen er naar welk product zijn gegaan. Ook is het erg makkelijk bij te houden hoelang
een werknemer heeft gewerkt aan een bepaald product (direct labor).
Echter ontstaat er een probleem bij het toewijzen van indirecte kosten. Hiervoor moeten de
indirecte kosten een verdeelsleutel krijgen. Vaak worden manufacturing overhead kosten gedaan
o.b.v. direct labor-hours (direct gewerkte uren).
Aangezien de gewerkte uren voor C-20 gelijk staat an 60% en die van C-27 aan 40% moeten de totale
kosten van €180.000 verdeeld worden o.b.v. deze percentages. Hieruit komt €108.000 en €72.000.
Overhead rate
Ook kan het laatste deel van de vorige alinea worden opgelost met een overhead rate.
In dit voorbeeld is het 180..000 = €36 per uur
Die €36 per uur kan vervolgens keer het aantal uren dat er aan een product is gewerkt. Zo wordt het
3.000 * 36 = 108.000 en 2.000 * 36 = €72.000
Eindantwoord voorbeeld
7
,Choice of allocation base
Er had ook een andere basis gekozen kunnen worden dan het aantal directe arbeidsuren. Als de
totale arbeidskosten waren gekozen was de overheid rate 120% geworden (180..000).
6.5, multiple allocation bases and two-stage systems
Er kunnen meer dan 1 allocation base gebruikt worden om de manufacturing overhead kosten toe te
wijzen aan de producten. Er wordt in dit voorbeeld door gegaan op het hiervoor gebruikte voorbeeld.
Het blijkt dat de overhead kosten voor een deel erg gerelateerd zijn aan het machineverbruik.
Hierdoor worden de manufacturing overhead kosten voor een deel toegerekend o.b.v. de
machineuren.
Uit de opgave kan gehaald worden dat €72.000 van de €180.000 overheadkosten
machinegerelateerd zijn en €108.000 zijn arbeidsgeralteerd. Hierdoor worden de overhead rates:
Het eindantwoord wordt hierdoor:
8
, 6.6, different companies, different production and different costing systems
Job costing
Een kostensysteem dat kosten traceert voor afzonderlijke eenheden of voor specifieke banen,
contracten of partijen goederen. Voorbeelden hiervan zijn: aangepaste huizen, films en diensten.
Wanneer de kosten bij een specifieke ‘job’ horen en traceerbaar daarnaar zijn.
Het voorbeeld van de 4e paragraaf (speciaal gemaakt boten) hoort hierbij.
Process costing
Een kostensysteem dat wordt gebruikt wanneer identieke eenheden zijn geproduceerd
(massaproductie) door een reeks gelijkmatige productiestappen. Vooreelden hiervan zijn: cornflakes,
gezichtsdoekjes en verf.
Het is onmogelijk om te traceren welke kosten er precies bij elke pak cornflakes horen, dit kan dus
niet via job costing.
Het voorbeeld van de 3e paragraaf (verf) hoort hierbij.
Continuous flow processing is het continu produceren van homogene goederen, bedrijven met zo’n
proces gebruiken de process costing manier.
Operation costing
Een hybride kostensysteem dat vaak wordt gebruikt bij de productie van goederen die enkele
gemeenschappelijke kenmerken hebben en enkele individuele kenmerken. Voorbeelden hiervan zijn:
auto's, computers en kleding.
Vaak zijn hierin gestandariseerde manieren om het product te maken, maar zijn de materialen elke
keer anders per product.
9