100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
EBP Blok 4 toets begrippenlijst €2,99
In winkelwagen

Overig

EBP Blok 4 toets begrippenlijst

2 beoordelingen
 839 keer bekeken  5 keer verkocht

EBP Blok 4 toets begrippenlijst

Voorbeeld 2 van de 7  pagina's

  • 7 juni 2013
  • 7
  • 2021/2022
  • Overig
  • Onbekend
Alle documenten voor dit vak (1)

2  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: rogerzachariades • 5 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: IngeAdams • 10 jaar geleden

avatar-seller
Schnilchlord
EBP BEGRIPPENLIJST

EBP = Zorgvuldig, expliciet, oordeelkundig gebruik van het huidige beste bewijsmateriaal en evidence
om beslissingen te kunnen nemen voor individuele patiënten om zorgverlening te verbeteren.

Plagiaat= overnemen van tekst zonder de bron te vermelden.

Citeren =letterlijk overnemen van tekst, met bron erbij.

Parafraseren = overnemen van tekst zonder eigen interpretatie. In eigen woorden weergeven.

5 stappen EBP = 1: vraagstelling, 2: zoeken literatuur, 3: bewijs selecteren en beoordelen, 4:
toepassen in de praktijk, 5: evaluatie

3 peilers van EBP: patiënten verwachtingen en waarden (wil om behandeling te ondergaan),
therapeutische ervaring (professionele kennis), beste beschikbare evidentie (onderzoek en
verslaglegging ervan, literatuur).

Bibliografische gegevens: Op de titelpagina en de copyrightpagina vóór in een boek vind je de
bibliografische gegevens van het boek. Dat zijn de gegevens over de auteur(s) of redacteur(s),
uitgever, ISBN en jaar en plaats van uitgave van het boek.

PICO: problem, interventie, vergelijking (comparable), outcome

Level of evidence: mate van betrouwbaarheid

Kwalitatief: met betrekking op kwaliteit, diepgaande informatie is gewenst
Kwantitatief: doet onderzoek over de hoeveelheid, wordt gebruikt om cijfermatige uitspraken te
doen.

Soorten onderzoek:
1. Observationeel onderzoek: onderzoek waarbij de onderzoeker patiënten gegevens
observeert. De onderzoeker doet niets om de resultaten de beïnvloeden.
2. Beschrijvend onderzoek: is een feitelijke registratie. Er word niet gezocht naar een verklaring.
Het is niet gericht op een hypothese vorming, maar is gericht op objectiviteit en het neutraal
beoordelen van dingen.
3. Toetsend onderzoek: nagaan of hypothese klopt
4. Vergelijkend onderzoek: onderzoeker vergelijkt meerdere patiënten groepen met elkaar
5. Experimenteel onderzoek: door onderzoek te doen antwoorden zoeken op je vraag. Uit de
waarnemingen trek je conclusies.
6. Longitudinaal onderzoek: is onderzoek waarbij op steeds dezelfde manier herhaaldelijk
metingen plaatsvinden om een ontwikkeling in kaart te brengen. In de tijd.
7. Cross sectioneel onderzoek (transversaal): worden individuen ieder op een gelijk tijdstip
geobserveerd of onderzocht.
8. Prospectief onderzoek:onderzoek waarbij op een bepaald tijdstip een groep personen word
onderzocht. Bij wie gedurende zekere tijd wordt nagegaan of ze bepaalde ziektes
ontwikkelen. Voorafgaand aan een bepaalde gebeurtenis , met als doel de uiteindelijke
situatie en te ondernemen acties te verkennen.
9. Retrospectief: onderzoek waarbij er van lijders aan de ziekte word gezocht naar een
gemeenschappelijke factor
10. Randomized Controlled trial: de te testen behandeling wordt uitgevoerd bij een testgroep en
vergeleken met een controlegroep.

, 11. Blindering onderzoek: is een experimenteel onderzoek waarbij de deelnemers niet weten
wat er word getest. Dubbelblind: weten onderzoekers als proefpersonen niet wat er getest
word.
12. At random: proefpersonen worden op basis van toeval toegewezen aan een studiearm. Het
beoogde resultaat is een gelijke verdeling van eigenschappen van bekende en onbekende
prognostische factoren over de studiearm. Na randomisatie verwacht je dat het effect van
het natuurlijk beloop, placebo effecten, confounders en meetfouten in beide groepen tegen
elkaar wegvallen. Hierdoor meet je uiteindelijk het netto effect van de interventie. At
random onderzoek word gedaan wanneer de onderzoeker de interventie zou kunnen
manipuleren en daardoor invloed zou kunnen uitoefenen op de behandeling van de
proefpersonen.
13. Steekproef: selectie uit de totale populatie. Uikomst geeft een schatting over de uikomst in
de hele populatie.
14. Cohort onderzoek: onderzoek in de tijd herhalen, cohort verandert niet qua samenstelling
maar wel qua kwaliteit (ouder> minder kunnen tillen). Of persoonlijke gemoedstoestand.
Zoals lifelines. Doe je om het verloop te kunnen zien, of iemand wel of niet ziek word, dan
kijken in de gegevens zoeken naar de mogelijke oorzaak van de gezondheidsproblemen. Bijv.
invloed van roken. Of sporten. Dit doe je om voor andere mensen waarschuwingen te maken
en een advies.(ga niet roken…) . dit is een prognostisch onderzoek.

Generaliseerbaarheid =de graad waarin de onderzoeksresultaten en conclusies ook opgaan voor
personen buiten het onderzoek. In steekproeven betekend dit dat het resultaat representatief is voor
de hele populatie.

Exclusiecriteria: criteria waarbij je word uitgesloten bij een onderzoek. Tegenovergestelde is
inclusiecriteria

Confounder = factor die ervoor zorgt dat de groepen die worden onderzocht niet gelijk zijn aan
elkaar.

Informed consent: deelnemer weet dat ie mee doet aan een onderzoek

Delhi methode = experts geven hun mening.

Interbeoordelaars: geeft de overeenkomst tussen de uitkomsten van dezelfde metingen , uitgevoerd
door verschillende beoordelaars weer.
Intrabeoordelaars:geeft de overeenkomst tussen de uitkomsten van dezelfde metingen, uitgevoerd
door dezelfde beoordelaar weer.
Correlatie: de in meerdere of mindere mate bestaande onderlinge samenhang tussen twee reeksen
van waarnemingen of verschijnselen.

Vraaggesprek (gestructureerd, ongestructureerd)= een vraaggesprek met vooraf ontwikkelde vragen
en in een vaste volgorde afgenomen. Zodat elke ondervraagde hetzelfde wordt behandeld en de
resultaten met elkaar vergeleken kunnen worden.

Sensitiviteit en specificiteit gebruik je wanneer je een nieuwe test of meetmethode met een
"gouden standaard" vergelijkt. Sensitiviteit heeft betrekking op personen die door de gouden
standaard als positief worden bestempeld. Sensitiviteit is dan het percentage van die groep die ook
door de nieuwe test als positief worden bestempeld. Specificiteit heeft betrekking op personen die
door de gouden standaard als negatief worden bestempeld. Specificiteit is dan het percentage van
die groep die ook door de nieuwe test als negatief worden bestempeld.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Schnilchlord. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 50064 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€2,99  5x  verkocht
  • (2)
In winkelwagen
Toegevoegd