Samenvatting Medisch Biologisch 4
Functies van het zenuwstelsel
Sensorische input: Sensorische receptoren ontvangen externe en interne stimulansen, resulterend in
bewuste belevingen (zicht, geur, pijn) en onbewuste (bloed pH, bloeddruk)
Integratie: de hersens en de ruggengraat zijn de hoofdorganen bij het proces van sensorische input en het
teweegbrengen van responsen. De input kan leiden tot een directe respons, een herinnering of kan genegeerd
worden.
Instandhouden homeastase
Mentale activiteit
Controle over spieren en klieren
Indeling zenuwstelsel:
Centraal zenuwstelsel (CNS): hersenen + ruggengraat
Perifere zenuwstelsel (PNS): schedelzenuwen en ruggengraatzenuwen, sensorische receptoren, perifere
zenuwen, spinale zenuwen, ganglia en plexuses
, Somatisch zenuwstelsel: geleidt actiepotentialen van het CNS naar skeletspieren. Deze worden vrijwillig
bestuurd door het somatisch zenuwstelsel. De somatische zenuwcellen bevinden zich in het CNS en hun
axonen monden via zenuwen uit in een synaps met skeletspiercellen. (Voornamelijk bewuste bewegingen).
Autonomisch zenuwstelsel (ANS): het autonome (vegetatieve zenuwstelsel staat vooral ten dienste van de
homeostase: het interne reilen en zeilen van het lichaam. Het efferente gedeelte wordt anatomisch en
functioneel verdeeld in het sympatische en het parasympatische zenuwstelsel.
Het sympatische zenuwstelsel is verantwoordelijk voor de functies die met actie te maken hebben (ergotrope
functie). De orgaansystemen die energie moeten leveren worden dan gestimuleerd, andere worden afgeremd.
Bij inspanning neemt de hartfrequentie en de bloeddruk toe, spijsvertering wordt afgeremd.
Het parasympatische zenuwstelsel stimuleert de trofotrope functies: functies die de overhand hebben als je in
rust bent. Bijvoorbeeld herstel en opbouwprocessen. Het parasympatische zenuwstelsel remt de ergotrope
functies.
_______________________________________________________________________________ _____
Het centraal zenuwstelsel
Het centraal zenuwstelsel ontstaat tijdens de embryonale ontwikkeling uit de neurale buis (zie plaatje). Vanuit
deze neurale buis ontwikkelen zich 5 verschillende delen:
- telencephalon (grote hersenen) - cerebrum
- diencephalon (middenhersenen) - cerebrum
- mesencephalon;
- metencephalon (pons);
- myelencephalon (medulla), ontwikkelt zich tot het ruggenmerg.
De kleine hersenen (cerebellum) ontstaat uit het metencephalon.
,De hersenen bestaan uit de volgende onderdelen:
- Hersenstam: De hersenstam bestuurt vitale levensfuncties
als temperatuur, hartslag, ademhaling en bloeddruk. Het bestaat uit het verlengde merg (medulla
oblongata), de pons en de middenhersenen (mesencephalon). Over de hele lengte van de hersenstam
bevindt zich de formatio reticularis, een netwerk van cellen, dat medeverantwoordelijk is voor
het bewustzijn. (autonome functie)
- Cerebellum: De eerste functie van het cerebellum is de coördinatie van bewegingen om ze vlot en
nauwkeurig te maken. Schade aan het cerebellum leidt tot schokkerige bewegingen en kan ook
evenwichtsproblemen geven. (motorische functie)
- Diencephalon (tussenhersenen): hierbij hoort de thalamus, hypothalamus, hypofyse, epifyse en het
derde ventrikel.
o Thalamus De thalamus is het verbindingsstation in de hersenen. Hier wordt de
informatiestroom tussen het perifere zenuwstelsel en de hogere lagen van de hersenen
gecoördineerd. (zowel sensorisch als motorisch)
o Hypothalamus onderdeel van de thalamus. De hypothalamus controleert het autonome
zenuwstelsel en het endocriene systeem en speelt een cruciale rol bij de organisatie van
gedragingen die zorgen voor de overleving van het individu en de soort: eten, vechten,
vluchten, paren. Daarnaast speelt de hypothalamus ook nog een cruciale rol bij de
temperatuurregeling.
o Hypofyse is een klier midden in het hoofd, onder de hersenen, die vele hormonen afscheidt.
De hypofyse vervult een belangrijke rol bij de regulering van een groot aantal hormonen.
o Epifyse dit is een endocriene klier en ligt boven het derde ventrikel. De epifyse produceert
het hormoon melatonine. Dit heeft effecten op verschillende lichaamsfuncties. Zo is melatonine
de stof die je maakt bij een tekort aan daglicht en heeft het mogelijk invloed op je
seizoensgebonden gemoedsrust. Mogelijk remt het de ontwikkeling van de geslachtsklieren af
tot de puberteit begint.Melatonine speelt een rol in het 'diurnaal ritme' van de mens.
o Ventrikels dit is een deel van het ventrikelstelsel van de hersenen. Deze holte is gevuld
met hersenvocht. In de holte van het derde ventrikel bevinden zich de plexus choroidei waar
hersenvocht aangemaakt wordt. De derde ventrikel is gelegen tussen de twee thalami in
het diencephalon.
- Basale ganglia: is een groephersenstructuren rondom de thalamus die betrokken zijn bij de controle
van bewegingen. Zij vormen samen een regelsysteem dat er voor zorgt dat bepaalde bewegingen
makkelijker verlopen en anderen worden onderdrukt. Ook zijn zij betrokken bij bepaalde cognitieve en
emotionele functies.
,De hemisferen bestaan elk uit 4 lobben:
- Frontaal
De frontale kwabben spelen een rol bij het
aansturen van willekeurige bewegingen. Ook zijn
ze betrokken bij veel mentale functies, zoals
impulsbeheersing, beoordelingsvermogen,
probleemoplossing, planning, sociaal gedrag, taal
en geheugen.
- Temporaal
Ze behoren tot het telencephalon.
Functie: De temporale kwabben zijn betrokken bij
het gehoor, het verbale geheugen en
de taalfuncties, en ook bij visuele herkenning. Hier
volgt een korte samenvatting.
- Occipitaal
Het verwerken van visuele informatie.
- Parietaal
De pariëtale kwabben spelen een rol bij het integreren van de zintuiglijke informatie en bij het ruimtelijk denken.
____________________________
Het perifeer zenuwstelsel
Het perifere zenuwstelsel vormt de verbindingen van en naar de organen/weefsels en het centrale zenuwstelsel.
Het wordt naar functie verdeeld in het autonome zenuwstelsel en het somatisch zenuwstelsel. Het perifere
zenuwstelsel bestaat uit perifere zenuwen,
hersenzenuwen en spinale zenuwen.
• Perifere zenuwen kunnen onderverdeeld worden in:
- motorische zenuwen;
- sensorische zenuwen;
- autonome zenuwen (altijd efferent).
• Een perifere zenuwen is opgebouwd uit verschillende
delen:
- bundel met axonen en dendrieten (gemyeliniseerd of
ongemyeliniseerd)
- bindweefsel (epi, peri en endoneurium)
- bloedvaten
• De meeste perifere zenuwen zijn gemengd: deze hebben
een motorische, sensorische en autonome functie.
Voorbeeld: de ‘long thoracic nerve’ heeft een puur
motorische functie. Als deze beschadigd raakt dan voel je
hier dus geen pijn!
____________
In de zenuw zitten zenuwcellen neuronen. Deze zijn opgebouwd uit:
- altijd één cellichaam;
- altijd één axon (geleidt het signaal van het cellichaam weg)
- dendrieten (geleidt het signaal naar het cellicaam toe)
- aan het eind van de axon lopen vormen de eindvertakkingen. Dit is de verbinding met de dendrieten van de
volgende neuron (signaaloverdracht).
,Functies van de perifere
neuronen:
-motorneuronen
- sensorneuronen
- efferente neuronen van het
autonome systeem
- interneuronen
Motorneuronen:
- korte dendrieten, lange axon
- het cellichaam ligt hier in de ventrale hoorn van het ruggenmerg
- geleiding loopt van het CZS naar het PZS (efferent).
Sensorische neuronen:
- lange dendrieten, korte axon
- cellichaam ligt in het dorsale ganglion (buiten het
ruggenmerg)
- geleiding van periferie naar centraal (afferent).
Interneuronen:
- Een interneuron is een neuron die aan beide einden
verbonden is met andere zenuwcellen. Interneuronen krijgen
informatie van sensorische zenuwcellen en geven informatie
door aan motorische zenuwcellen. zie C
Pyramidale cellen vind je alleen in de hersenen en houden zich bezig met het cognitieve (denken) en het
geheugen.
, Het ruggenmerg
Grijze stof
In het midden van het ruggenmerg is het centrale kanaal
(canalis centralis) te zien. Dit kanaal is gevuld met
hersenruggenmergvloeistof. Rond dit centrale kanaal bevindt
zich een vlindervormige grijze stof. De grijze stof is te
onderscheiden in twee stompe voorhoornen met daarin het
motorische gedeelte (voor beweging) en twee scherpe
achterhoornen met daarin gelegen het sensibele gedeelte
(voor positie-, temperatuur-, vibratie en pijnzin). De voor- en
achterhoornen zijn met elkaar verbonden door het
intermediaire gedeelte.
De grijze stof bestaat uit de cellichamen van zenuwcellen, de
dendrieten en de korte axonen.
Functie: verwerken van informatie
Witte stof
De witte stof ligt om de grijze stof heen en kan verdeeld worden in een voor- achter- en zijstreng. De witte stof
bestaat uit lange, gemyeliniseerde axonen – vandaar de witte kleur. De witte stof bevat geen dendrieten.
Functie: informatieoverdracht en communicatie tussen de zenuwcellen.
Waarom is er cervicaal en lumbaal meer grijze stof:
- omdat hier de plexussen liggen – hier moeten veel meer spieren aangestuurd worden handen zijn heel
gevoelig, dus ook heel veel neuronen hierheen.
Waarom neemt de witte stof naar beneden af?
- op cervicaal niveau heb je alle banen van het hele lichaam. Er komt vanaf beneden steeds meer bij: eerst alleen
de benen, dan de romp en de organen en vervolgens op cervicaal niveau ook de armen. Hierna gaat het naar de
hersenstam.