Samenvatting Water 1.2
Hoorcollege 1: Watersystemen en hydrologische processen
Verdamping
Directe verdamping (energetisch proces):
• Eo = Open water verdamping
• Es = Bodemverdamping
• I = Interceptie verdamping
• T = Transpiratie (biofysisch proces)
Totale verdamping E=Eo+Es+I+T
Water en Assetmanagement
Watersector beheert assets ter waarde van 100 miljard euro:
Dijken, duinen, dammen, sluizen, watergangen, kanalen, rivieren, stuwen, pompen, rioolgemalen,
zuiveringsinstallaties, etc.
Optimaal ontwerpen, aanleggen, benutten, onderhouden en evt. vervangen.
Watermanagement
“voldoende water van de juiste kwaliteit”
“veilige dijken, schoon water en droge voeten”
• veiligheid tegen overstromen: zeespiegelstijging, neerslag, rivierafvoer, bodemdaling.
• waterkwantiteit: wateroverlast, droogte, bodemvocht.
• waterkwaliteit: gezond en duurzaam watersysteem.
• drinkwater: zuivering, distributie en kwaliteit.
Watersystemen
Watersystemen zijn Afgebakend en samenhangend geheel van een of meer
oppervlaktewaterlichamen en grondwaterlichamen, met bijbehorende waterkeringen en
ondersteunende kunstwerken.
• inclusief waterbodems en oevers
• inclusief dammen, dijken, gemalen, stuwen etc.
Hoofdsysteem
• kust en zee, grote rivieren, het natte hart(IJsselmeer), zuidelijke delta
• Beheer: Rijkswaterstaat, waterschappen
Regionale systemen
• hoog Nederland, laag Nederland, stedelijke watersystemen
• Beheer: waterschappen, gemeenten, (provincies)
,Uitwerking vragen hc 1
Hoe ontstaat neerslag?
Neerslag is onderdeel van de hydrologische kringloop. Door verdamping zamelt vocht zich op wat
uiteindelijk weer naar beneden komt in verschillende vormen van neerslag.
Wat is de oorzaak van de ruimtelijke verschillen in neerslag in Nederland?
Ruimtelijk verschil in neerslag = Verschil in neerslag per locatie.
Hoofdzakelijke verschillen zijn hoog en laag gelegen gebieden. In de hoger gelegen gebieden valt
meer neerslag omdat lucht die tegen de heuvels opwaait moet opstijgen, hierbij koelt de lucht af en
daardoor ontstaan waterdruppels (maximale waterdampspanning). De stedelijke gebieden hebben
ook te maken met meer neerslag, dit komt doordat het vaak warmer is in deze gebieden en er meer
stofdeeltjes in de lucht zitten waar vocht zich op afzet. Hierdoor krijg je zwaardere buien.
Hoe kan verdamping worden gemeten/ bepaald?
Verdamping kan niet direct worden gemeten maar wordt bepaald d.m.v. formules. Er zijn veel
verschillende soorten formules voor, elk met hun eigen voor- en nadelen per toepassingsgebied. De
formule die in Nederland jarenlang werd gebruikt is de Penman-formule, deze geeft een benadering
voor een oneindig uitgestrekt open-wateroppervlak (Eo). Uit kostenoverwegingen is het KNMI
overgestapt op de minder nauwkeurige formule van Makkink.
Wat is het verschil tussen actuele en potentiele verdamping?
Een ander woord voor actuele verdamping is evapotranspiratie (ETact). Dit is de verdamping onder
heersende omstandigheden: bij de heersende meteorologische omstandigheden, bij de heersende
vegetatie en bij de heersende watervoorraad. De potentiele verdamping (potential evapo
transpiration, ETpot) is de theoretische verdamping die bij de heersende omstandigheden en de
heersende vegetatie zou optreden wanneer de planten van voldoende water worden voorzien.
Wat is de Makkink referentie verdamping?
Dat is een formule waarmee de gemiddelde verdamping kan worden gemeten. Deze geeft een
benadering voor de verdamping van een korte grasmat.
Wat is neerslagoverschot en neerslagtekort?
Dat is het verschil tussen neerslag en verdamping. Er zijn vele manieren om hier mee om te gaan
zoals, grondwaterberging, oppervlakte-afvoer, oppervlaktewaterberging etc.
Wat zijn gevolgen van neerslagoverschot/ neerslagtekort op watersystemen in Nederland?
Op jaarbasis is er in Nederland een neerslagoverschot, wat betekent dat water moet worden
afgevoerd. Dat kan door middel van gemalen etc. Als er een neerslag tekort is zijn er verschillende
hulpmiddelen zoals sluizen die open kunnen om het peil te laten stijgen, waterbuffers in de grond
etc.
Neerslagoverschot kan in de onverzadigde zone van het grondwaterpakket worden opgeborgen.
Wat is de onverzadigde zone?
De onverzadigde zone is het gebied onder de grond wat boven de grondwaterspiegel ligt.
, Hoorcollege 2: Klimaat en functies
Weer en klimaat
Weer en klimaat gaan allebei over: de temperatuur, neerslag, vochtigheid, zonneschijn en wind
Weer
Het weer is de toestand van de atmosfeer op een bepaalde plaats en op een bepaalde tijd.
Klimaat
Klimaat van een gebied is het gemiddelde weer:
• Hierbij worden ook extremen zoals zware regen, overstromingen en droogte meegenomen.
• Vaak wordt een periode van 30 jaar gebruikt om het klimaat te beschrijven.
• Het KNMI maakt elke 10 jaar een overzicht (1976-2010).
Populair gezegd: Klimaat bepaalt de kleding die je aanschaft, en het weer de kleding die je draagt.
• Klimaat : Lange termijn
• Weer: Vandaag, korte termijn
Evapotranspiratie
Evapotranspiratie, onderdeel van de hydrologische kringloop is verdamping van water op de
oppervlakte.
Klimaatverandering
Natuurlijke invloeden:
• Interne schommelingen: zee stromingen (El Niño)
• Variaties in de zon en in de stand van de aarde (ijstijden, Milankovich cycli)
• Grote vulkaanuitbarstingen (Etna, Kilauea 1983)
Menselijke invloeden
• Veranderingen van landgebruik (ontbossing)
• (Versterkte) broeikasgasemissies (CO2)
• Aërosolen (zwevende stofdeeltjes)
Stijging temperatuur
• Aarde in een eeuw 0,74 graden warmer.
• Opwarming laatste 50 jaar tweemaal sneller dan daarvoor.
• Stijging T van 1 tot 6 graden nog deze eeuw.
Stijging zeespiegel
• Zeespiegel in 20ste eeuw met 17 centimeter gestegen.
• Verdere stijging van 18 tot 59 cm verwacht. Grotere stijgingen als ijs Groenland en Antarctica
smelt.
• Door de draaiing van de aarde stijgt de zeespiegel niet overal evenveel. In NL meer dan
gemiddeld.
Deltaprogramma
Strategieën voor (kust)ontwikkeling voor de lange termijn (2100-2200), waarin naast veiligheid ook
aandacht is voor de ruimtelijke kwaliteit, toename economische waarde en bevolking.
Rekening houdend met klimaatverandering:
• zeespiegelstijging
• toename (extreme) variatie rivierafvoer
• meer droogte, meer neerslag
Voorbeelden van beslissingen in een deltaprogramma:
• Waterveiligheid: toetsing en uitwerking meerlaagse veiligheid
• Zoetwaterstrategie: onafhankelijk watersysteem, faciliteren
• IJsselmeer gebied: afwatering, watervoorraad
• Rijn-Maasdelta: verbinding, afvoerverdeling, rivierkeringen
• Ruimtelijke adaptatie: inrichting water en ruimte