Atelier
De 6 rollen van de leraar
Uitgangspunten van een goede les:
1. De leraar bezit kennis van de ontwikkeling van de leerlingen, hun behoeften,
leertheorieën, de strategieën die impact hebben op de leerresultaten, de
breinfuncties, de vakinhoud en de vakdidactiek.
2. De leraar kan die kennis in diverse situaties flexibel toepassen.
3. De leraar kan, door te reflecteren op het effect van zijn gedrag, zijn aanpak
aanpassen en creatief omgaan met die kennis.
Reflectie: de leraar denkt na over de interactie tussen zichzelf en de leerlingen. Wat roep ik
op bij de leerlingen is dat gewenst en bereik ik daarmee mijn doel?
4. Het resultaat van de goede les is dat leerlingen in een positieve sfeer hebben
geleerd. Het gedrag van de leerlingen laat zien hoe effectief de leraar is.
Leerlijn van de leraar
Visueel duidelijk hoe de leraar zich ontwikkelt tot coach:
Welke niveaus zijn er nodig.
,De zes rollen van de leraar:
1. Gastheer, verwelkomen. Contact maken
2. Presentator, organisatie van het uur. Leiding nemen
3. Didactus, hoe leer je leerlingen wat te doen. Kennis, vaardigheden en attitudes.
4. Pedagoog, omgang met de leerlingen. Veilig klimaat creëren.
5. Afsluiter, les afsluiten, heeft iedereen alles begrepen
6. Coach
Toepassen eerste 3 rollen werk je preventief aan een goed en veilig klimaat.
Pedagogisch bekwaam: Pedagogische bekwaamheid houdt in dat je in staat bent om, in
samenwerking met je collega's, een veilig, ondersteunend en stimulerend leerklimaat voor je
leerlingen te realiseren. Je volgt je leerlingen in hun ontwikkeling en stemt je eigen gedrag
hierop af.
Vakdidactisch bekwaam: Vakdidactisch bekwaam wil zeggen dat de leraar de vakinhoud
leerbaar maakt voor zijn leerlingen, in afstemming met zijn collega's en passend bij het
onderwijskundige beleid van zijn school. Hij weet die vakinhoud te vertalen in leerplannen of
leertrajecten.
Vakinhoudelijk bekwaam: Vakinhoudelijk bekwaam wil zeggen dat de leraar de inhoud van
zijn onderwijs beheerst. Hij 'staat boven' de leerstof en kan die zo samenstellen, kiezen en/of
bewerken dat zijn leerlingen die kunnen leren.
, De rol van gastheer
Contact maken
- Je bent duidelijk aanwezig. Je staat strategisch bij de deur bij binnenkomst
- Je lichaamstaal speelt een belangrijke rol
- Aanspreken van leerlingen
Het contact maken krijgt bij de start van de les een informele manier vorm. Gedurende de
les onderhoud je dit contact en probeer je de opgebouwde relatie vast te houden. Na de les
wordt het contact met de groep en individueel tijdelijk verbroken.
Leerlingen bij voornaam noemen: ben je persoonlijk en beïnvloed je die relatie op een
positieve manier met de leerling.
Spiegelneuronen: Empathie voelen, intentie inschatten, vaardigheden leren. We imiteren
onze ouders en leraren.
Mimiek: Na-apen van gedrag speelt een rol bij het cognitieve leerproces: als de leraar iets
voordoet imiteren de leerlingen dit. Non-verbaal gedrag, lachen naar de leerlingen, dit krijg je
terug.
Facial feedback: Je speigelneuronen zorgen ervoor dat je glimlach makkelijk overneemt, en
facial feedback maakt dat je de bijbehorende emotie gaat voelen. De gezichtsuitdrukking
wordt terugvertaald naar de bijbehorende emotie.
Emoties: In de les wil je geen negatieve emoties die dreiging en stress oproepen.
Bijvoorbeeld opmerkingen als ‘de vorige keer was niet best dus pas nu maar op !’ De leraar
communiceert dan: wees bang voor mij. Negatieve emoties kunnen zich ook voordoen als
medeleerlingen extreem gedrag vertonen zoals vechten etc. Als dit wordt getemperd door de
docent zullen leerlingen zich weer veilig voelen in de klas.
Regels en afspraken: Als effectieve gastheer ben je in staat een warme ontspannen
omgeving te creëren, naar noodzakelijk gedisciplineerd werkklimaat.
Met leraren onderling afspreken over het al of niet toelaten van onderdelen van de
gangcultuur.
Gangcultuur: Leerlingen die hun jas aan hebben, aan het bellen zijn of eten mee naar
binnen willen nemen, spreek je hier duidelijk en vriendelijk op aan. Gangcultuur is dus
eigenlijk wat de leerlingen op 'de gang’ doen. Zoals bellen, herrie schoppen met elkaar etc.
Dit probeer je zoveel mogelijk buiten je lokaal te houden zodat het een rustige en veilige
leeromgeving is in je lokaal.