Uitwerking lessen middelengebruik
Toets:
- Open vragen
- 4 vragen over de eerste vier weken
- 2 vragen over motiverende gespreksvoering
- 2 vragen over gebruik van voorgeschreven middelen
Wat zijn psychofarmaca?
- Genotsmiddelen: middel heeft een belonend effect ‘eigen keuze’
- Beloningssysteem
- Geneesmiddelen: problematisch gedrag afremmen, bijsturen
- Om disfunctioneren tegen te gaan
Farmacologische indeling van psychofarmaca:
- Dempende of kalmerende middelen: ontspannend, rustig, angsten weg en minder
stress. Bijv. morfine, alochol, ghb
- Stimulerende middelen: energie, kracht, zelfvertrouwen, betere concentratie. Bijv.
nicotine, cocaiene coffeine, amfetamine, ritaline
- Psychedelica en aanverwante stoffen: bewustzijn- en waarneming veranderende
werking. Bijv. cannabis, hasj, wiet, lsd, xtc, paddo’s.
- Werking kan inidividueel wisselen, vaak zie je gemengd effect
- In eerste instantie zijn effecten vaak positief
- Er zijn allerlei risico’s voor lichaam en brein
Les 2 middelengebruik
Hersenen:
Buiten, grijze stof waarin 2- 15 miljard zenuwcellichamen en korte uitlopers o.a.
betrokken bij: taal, planning, geheugen, waarneming, denkvermogen, motoriek
Binnen: witte stof, mergschede/ myelineschede waarin zenuwbundels lopen (lange
uitlopers) die bijvoorbeeld hersendelen met elkaar verbinden en zorgen voor het
transport van informatie van en naar hersenschors en hersenstam enz.
Buitenkant van de hersenen:
- Links: verbaal -> taalgebruik, taalbegrip, schrijven, lezen
- Rechts: non verbaal -> ruimtelijke orientatie, diepte vorm en kleur, visuele
waarneming, tekenen, construeren.
- Cortex wordt verdeeld in 4 hersenkwabben:
1. Frontale kwab:
- Persoonlijkheid, gedrag, emotie
- Beoordeling, planning, problemen oplossen
- Spreken en schrijven
- Intelligentie, zelfbeeld, zelfbewustzijn, zelfbeeld
, - Uitvoering en programmering van beweging
2. Parietale kwab:
- Interpretatie taal, woorden
- Interpreteert signalen van zicht, gehoor, motorisch, sensorisch en geheugen
- tastzintuig, pijn, temperatuur, controle over lichaamsdelen (Sensorisch Cortex)
3. Occipitale kwab:
- Interpreteert perceptie (kleur, licht, beweging)
4. Temporele kwab
- Taal begrijpen
- Geheugen
- Organiseren
Cortex bestaat uit:
1. Frontaalkwab (Frontaalschors)
2. Wandkwab (Parietaalschors)
3. Slaapkwab (Temporaalschors)
4. Achterhoofdskwab (Occipitaalschors)
Alcohol en hersenen in het algemeen:
- Alcohol werkt dovend/remmend op alle hersencellen
- Verlies van hersencellen
Alcohol heeft invloed op de executieve functies:
- Het gedrag wordt zichtbaar beinvloed
- Sociaal functioneren, doelgericht handelen: redeneren, problemen oplossen,
impulsieve reacties, minder remmingen
Invloed alcohol:
- Hippocampus: herinneringen van het kortetermijngeheugen worden niet
doorgegeven naar het langetermijngeheugen
- Blackouts: je denkt je normaal te gedragen, maar je weet hier de volgende dag niks
meer van
- Kleine hersenen: stoornis motoriek, coördinatie en evenwicht
Middelengebruik les 3
Kater:
- Dehydratatie doordat nieren te weinig water krijgen -> toename plassen
- Hersenen drogen uit en bloedvaten in hersenen verwijden -> hoofdpijn
- Hypofyse: slaapritme wordt ontregeld -> onrustig slapen
- Mond en keel droog