Uitwerking van ziektebeelden/(operatieve) ingrepen die veel gezien worden op de afdeling urologie. Ook te gebruiken voor urologische ziektebeelden/ingrepen op Shortstay/dagverpleging. Uitwerking bevat onder andere: TURP, hydrocele, circumcisie, TOT, PNL, PLND, Vasectomie en torsio testes.
Urologie.
TUR prostaat
TUR prostaat staat voor Trans Urethrale Resectie van de prostaat. Dit betekend de operatie aan de
prostaat wordt uitgevoerd via de plasbuis. Tijdens de operatie verwijderd (resectie) de uroloog een
deel van de prostaat om meer ruimte te maken voor de plasbuis. De operatie wordt uitgevoerd
vanwege plasklachten en een vergrote prostaat die de plasbuis dichtknijpt. De operatie kan
uitgevoerd worden onder algehele narcose en met behulp van een ruggenprik. De uroloog brengt via
de plasbuis een buisje in de blaas. Daarna verwijdert hij gedeeltelijk de prostaat van binnenuit
(‘afschillen’). Hierdoor ontstaat een wond. Het weggehaalde weefsel wordt weggespoeld en
afgevoerd via de plasbuis. Dit weefsel wordt opgestuurd voor onderzoek.
Terug op de afdeling, na de operatie, wordt de blaas continue gespoeld. De urine zal dan eerst
bloederig zijn, dat is normaal. Dit gebeurt via een katheter. Deze katheter mag er meestal uit zodra de
urine weer een normale kleur heeft (ca. 2 dagen). Als de patiënt na verwijdering van de katheter
weer goed zelf kan plassen kan hij in principe naar huis.
TURT blaas
Een transurethrale resectie tumor (TURT) is een operatie die wordt toegepast bij blaastumoren. De
operatie verloopt via de plasbuis. Om de tumor te verwijderen maakt de arts gebruik van een
diathermische lis. Dat is een dunne, metalen draad van enkele millimeters die via een cystoscoop
wordt ingebracht. Daarna wordt er elektrische stroom door de draad geleid. Hiermee wordt het
tumorweefsel in zijn geheel of laagje voor laagje weggesneden. Tijdens de operatie wordt de blaas
gespoeld, dit wordt opgevangen en de stukjes weefsel worden eruit gezeefd. Een patholoog kan dat
weefsel vervolgens onderzoeken, om meer informatie te krijgen over de aard en agressiviteit van de
tumor. Ook kan daarmee bepaald worden hoe diep een eventuele tumor in de blaaswand is
ingegroeid. Is de afwijking kwaadaardig, dan is verdere behandeling nodig. Een TURT operatie kan
plaats vinden onder algehele narcose of met een ruggenprik.
Na de operatie moet de urine goed uit de blaas kunnen wegstromen. Hiervoor krijgt de patiënt een
blaaskatheter. De mictie wil nog wel eens met problemen gaan na de operatie, hiervoor kunnen
blaasspoelingen gegeven worden na de operatie (via de katheter). Zodra de urine vrij is van
bloedstolsels kan de katheter in principe verwijderd worden.
Na een TURT is er een risico van 60-70% dat de tumor binnen een jaar terugkeert. Dit heet ook wel
een recidief. Hoe agressiever de tumor, hoe groter de kans op een recidief. Om het risico op terugkeer
te berekenen kijkt de arts naar het aantal tumoren, de tumorgrootte, de agressiviteit van de tumor.
De tumor wordt op grond daarvan ingedeeld in een risicogroep (laag-matig-hoog). Om het risico op
recidief te verminderen, is een aanvullende behandeling nodig (adjuvant). Zo’n behandeling bestaat
uit een of meerdere blaasspoelingen waardoor de kans op terugkeer vermindert.
, Uretro Reno Scopie
Met een ureterorenoscopie kunnen de meeste kleinere afwijkingen in de nierkelken, nierbekken en
de urineleiders vastgesteld en behandeld worden, bijvoorbeeld tumoren en nierstenen. Er wordt voor
een URS gekozen als een behandeling met een niersteenvergruizer geen resultaat heeft, wanneer de
steen zo groot is dat deze de nier niet spontaan kan passeren (bij een afgesloten nier is de kans op
een infectie vergroot), als er sprake is van koliekpijnen (heftige buikpijnaanvallen).
Bij een uretroscopie brengt de arts een dun, hol buisje via de plasbuis en de blaas in de urineleider.
Wanneer de uretroscoop bij de steen is, verwijdert en/of vergruist de arts de steen met verschillende
instrumenten. Ook een tumor kan zo veilig verwijderd worden. Meestal wordt een dergelijke operatie
onder algehele narcose uitgevoerd, maar het kan ook met een ruggenprik.
Na de operatie blijft een katheter achter, meestal wordt deze de dag na operatie verwijderd. Wanneer
de patiënt voldoende hersteld is mag hij naar huis, dit is meestal na ongeveer een dag.
JJ katheter – dubbel J katheter
Wanneer er, bijvoorbeeld door stenen, een opstopping in de urineleider geconstateerd is, kan een
dubbel J katheter een makkelijke oplossing zijn. Via de blaas wordt een dunne dubbel J katheter de
nier in geschoven, dit gebeurt op de operatiekamer onder röntgendoorlichting. Over het algemeen
wordt de ingreep uitgevoerd onder plaatselijke verdoving (de plasbuis wordt met gel verdoofd). Een
flexibele scoop wordt in de blaas gebracht, vervolgens wordt de katheter in de nier geschoven. Het
plaatsen van een dubbel J katheter verhelpt de oorzaak van de klachten niet, maar helpen wel bij het
verdwijnen van de pijnlijke kolieken.
Niersteenkoliek
Nierstenen of stenen in de urinewegen komen vaak voor bij stofwisselingsziekten. De samenstelling
van de steen is een belangrijke aanwijzing om vast te stellen om welke afwijking het gaat. Er zijn
stenen die vooral uit urinezuur bestaan, die kan dan wijzen op jicht. Er zijn ook calciumstenen;
botstofwisseling en afwijkingen van de bijnieren. Meer dan de helft van de stenen bestaat uit
calciumoxalaat of een mengsel daarvan met calciumfosfaat, deze stenen komen soms voor bij
afwijken in functie van de dunne darm, maar ze kunnen ook het gevolg zijn van een groot vitamine C
gebruik. Nierstenen hoeven niet altijd klachten te veroorzaken, pas als er een steentje aan de wandel
gaat kan hevige pijn ontstaan. Dan wordt er gesproken van niersteenkoliek. Dit is een aanval van
heftige pijn. De pijn treedt op in golven en gaat vaak gepaard met misselijkheid en soms ook met
braken. De pijn zit vooral in de rug en de flanken.
Hydrocele
Een hydrocele is een goedaardig gezwel in de balzak. De zaadballen worden omgeven door vliezen
waartussen zich wat vocht bevind. Bij een hydrocele is de balzak gezwollen door een toename van dat
vocht rondom de bal. Een zwelling door hydrocele is meestal klein en voelt zacht aan. De zwelling kan
echter oplopen tot 15 cm in doorsnee en daardoor hinderlijk zijn. Soms is er sprake van pijn, met
name door de spanning die op de huid staat. De oorzaak van hydrocele is vaak onbekend, maar een
ontsteking van de bijbal, een ongeluk of eerdere ingreep (sterilisatie bijvoorbeeld) kan aanleiding
geven tot de zwelling. Bij uitzondering kan een tumor van de bal achter de zwelling schuilgaan.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Lizavdw. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.