0
,Inhoudsopgave
1. Inleiding .........................................................................................................................................2
2. Narratieve transformatie ..............................................................................................................2
2.1. Karakterkenmerken ................................................................................................................2
2.2. Manifestatie van het Hof van Eden ........................................................................................3
2.3. Hiërofanie en pathos ..............................................................................................................4
2.4. Barthes’ semiotische strijd......................................................................................................6
3. Conclusie .......................................................................................................................................6
Bibliografie .............................................................................................................................................8
1
, 1. Inleiding
Raakt toorn de onfeilbaarheid van een god? Deze vraag raakt de kern van dit paper, dat twee verhalen
exploreert met behulp van de theorieën van Renger, Eliade, Freud, Jung en Barthes. Gefocust wordt op
de narratieve transformatie betreffende Jahweh’s karakter tussen het Bijbelboek Jona en het achtste
hoofdstuk van Moby-Dick. Jona, een Hebreeuwse profeet, wordt door Jahweh naar Ninive gestuurd
om tegen haar bewoners te prediken.1 De Ninevieten behoorden tot het Assyrische Rijk en waren de
aartsvijanden van Israël.2 Hoewel onduidelijk, dateert het boek naar schatting uit de 3e tot 5e eeuw
voor Christus.3 Ongeveer 21 eeuwen later, in 1851, schreef Herman Melville Moby-Dick.4 Gebaseerd
op een van zijn reizen, volgt het boek een walvissenjacht van Amerikanen in de 19e eeuw.5 Het zit vol
met Bijbelse verwijzingen, inclusief het hoofdstuk The Sermon, waarin Vader Mapple predikt over
Jona.
Begonnen wordt met een karakteranalyse van Jahweh in beide verhalen, gevolgd door de
plaatsing van de narratieve transformatie in de context van ‘heilige tijd en ruimte’ volgens Eliade.
Vervolgd wordt met de rol van gebed als hiërofanie in Eliade’s denken, gekoppeld aan Freuds
psychétheorie en Jungs archetypen. Aansluitend wordt Barthes’ theorie gebruikt om te expliceren wat
impliciet was. Afgesloten wordt met een conclusie waarin een synthese wordt gepresenteerd.
2. Narratieve transformatie
2.1. Karakterkenmerken
Allereerst is het belangrijk Jahweh’s karakterisering in het verhaal van Jona te bekijken. Jahweh wordt
beschreven als de Schepper van de hemel, zee en land.6 De zeelieden, angstig voor Jahweh, erkennen
dat Hij doet zoals Hem behaagt.7 Daarnaast is Jahweh een god van heil en inkeer.8 De meest
betekenisvolle passage komt uit het vierde hoofdstuk, waar Jona Jahweh beschrijft als genadig,
barmhartig, geduldig en berouwvol.9 Jahweh lijkt in dit boek een ‘actieve’ god, want Hij beïnvloedt
constant de realiteit om Jona’s reactie uit te lokken. Dit komt overeen met het theologische concept
van theïsme.10 Jona’s perspectief suggereert dat Jahweh enkel regeert in en rond de Levant, omdat Zijn
aangezicht niet aanwezig is in Tarsis.11
In The Sermon worden passages uit het boek Jona herhaald, waardoor er ogenschijnlijk geen
nieuwe karaktereigenschappen aan Jahweh worden toegeschreven. Een opvallend verschil is echter dat
1
Herziene Statenvertaling 2010, Jona 1:2.
2
Clanton 2020, p. 390.
3
Bouchard 2022, p. 4.
4
Hayes e.a. 2022, p. 340.
5
Chen 2017, p. 1110.
6
Herziene Statenvertaling 2010, Jona 1:9.
7
Herziene Statenvertaling 2010, Jona 1:14.
8
Herziene Statenvertaling 2010, Jona 2:9 & 3:10.
9
Herziene Statenvertaling 2010, Jona 4:2.
10
Hall e.a., p.134.
11
Herziene Statenvertaling 2010, Jona 1:3.
2