Hoorcollege 1
Boek 5 gaat over zakenrecht, eigendom is exclusief gereserveerd voor zaken, niet voor
vermogensrechten. Dus je bent geen eigenaar vaneen vorderingsrecht, maar een rechthebbende.
1. Eigendom: Het meest omvattende recht dat iemand opeen zaak kan hebben.
2. Zaak: Voor menselijke beheersing vatbare sto elijke objecten. Dieren zijn geen zaken, maar
worden voor de toepassingen de wet wel als zaken aangemerkt.
3. Roerend/Onroerend: Onroerend is duurzaam met de grond verenigd, roerend is alles wantiet
onroerend is. Het kan rechtstreeks, of via vereniging met een ander onroerend goed.
4. Gemeenschap: Wanneer je niet alleen eigendom hebt van een goed, maar
gemeenschappelijk met iemand.
5. Mandeligheid: Een vorm van gemeenschap voor bepaalde onroerende zaken.
Eigendom roerende zaken
Verkrijging 3:80 :
- Bijzondere titel: (per goed) bijv. overdracht of verjaring.
- Algemene titel: (volledige overgang van meerdere goederen) bijv. juridische fusie of splitsing,
erfenis.
- Overige wijzen van verkrijging: Toe-eigening, Vruchttrekking, Natrekking, Vermenging,
Zaaksvorming.
Toe-eigening, Vruchttrekking
Toe-eigening 5:4
Alleen bij roerende zaken zonder eigenaar het bezit is prijsgegeven: red nullius. Inbezitneming
houdt in: zich de feitelijke macht verscha en. Een onroerende zaak heeft altijd een eigenaar. Als er
geen vindbare eigenaar is, dan wordt de staat eigenaar.
Vinderschap 5:5 e.v.
Alleen bij een roerende zaak, niet zijnde een schat. Onbeheerd, niet in de macht van een ander.
De roerende zaak moetende zich worden genomen, plus aangifte bij de daartoe aangewezen
gemeente ambtenaar doen. Mogelijkheid voor vindersloon bij opeising door eigenaar.
Eigendomsverkrijging geschiedt een jaar na aangifte, daarvoor is de vinder een houder. De
beperkte rechten gevestigd op deze onroerende zaken vervallen dan ook.
Schatvinding 5:13
Roerende zaak van aanzienlijke waarde. Zo lang verborgen dat daardoor de opsporing van de
eigenaar onmogelijk is geworden. Je dient hiervoor aangifte te doen bij de gemeente. De schat
komt toe aan de ontdekker en de eigenaar can de onroerende of roerende zaak waarin het wordt
aangetro en. Dan ontstaat er gemeenschappelijk eigendom.
In geval van een archeologische vondst, bij opgraving gevonden en waarbij niemand zijn recht van
eigendom kan bewijzen, geldt een aparte regeling in de erfgoed wet.
Vruchttrekking
Natuurlijke vrucht: Was eerst bestanddeel van een andere zaak (3:9 jo. 3:4). Het wordt door
afscheiding een zelfstandige zaak (3:4 lid 4). De eigenaar van de zaak wordt in beginsel de
eigenaar van de afgescheiden vrucht (5:1)
Uitzonderingen:
- Vruchtgebruiker 5:17 jo. 3:216
- Erfpachter 5:89
- Pachter 7:316
- Eventueel huurder 7:202
- In geval van eigendomsvoorbehoud 7:9 jo. 7:14
Burgerlijke vrucht: Vruchten van goederen zoals rente. Het wordt door opeisbaarheid zelfstandig
recht 3:9 lid 4.
ff ff ff
, Natrekking, Vermenging, Zaaksvorming
Het heeft gevolgen voor de eigendom.
Natrekking: Voorheen individuele zaken worden een zaak.
Vermenging: Vloeisto en, gassen, zand, etc.
Oneigenlijke vermenging: Zaken blijven afzonderlijke zaken, maar wie precies eigenaar is van
welke zaak kan niet meer worden bewezen.
Zaaksvorming: ‘Iemand’ vormt uit roerende zaak/zaken een nieuwe zaak. Scheppende arbeid.
Natrekking 5:14
Hoofdzaak 5:14 lid 3.
- Waarde hoofdzaak aanmerkelijk hoger dan die van de andere zaak (die bestanddeel wordt)
- HR Glencore/Nat. Borgmaatschappij: In geval van vermenging van gelijksoortige zaken is dit
het enige criterium (Verkeersopvattingen spelen dus geen rol.)
- Volgens verkeersopvattingen als hoofdzaak te beschouwen.
1. Waardeverschil
2. Verkeersopvatting
3. Schadecriterium
Bestanddeel
- Al hetgeen volgens verkeersopvatting onderdeel van een zaak uitmaakt 3:4. Criteria voor
verkeersopvatting zijn te vinden in HR Depex/Bergel.
- Afscheiding niet mogelijk zonder beschadiging van betekenis. 3:4 lid 2 schadecriterium.
Schadecriterium: HR UTB/Glencore
Hak en breekwerk voor losmaken van zaak en bestanddeel is onvoldoende om te voldoen aan het
schadecritterum. De fysieke gevolgen van de afscheiding moeten van betekenis zijn. De
vermogensrechtelijke gevolgen en of de zaak hersteld kan worden zijn niet van belang. Hiermee
moet worden gelijkgesteld dat de afscheiding technisch mogelijk, maar onevenredig veel
inspanningen voor moeten worden verricht in verhouding tot de waarde van de zaken of te veel
kosten mee zijn gemoeid.
Verkeersopvatting HR Depex/Bergel
Deze criteria gelden voor zowel de natrekking van een roerende met een onroerende zaak,
alsmede van twee roerende.
- In een constructief opzicht op elkaar afgestemd: Dan aanwijzing dat gebouw en apparaat als
een zaak moeten worden gezien.
- Geschiktheid als fabrieksgebouw bij ontbreken van apparatuur onvoltooid. Onvoltooidheids/
Incompleetheidscriterium.
- Functie van apparatuur in het productieproces is niet van belang.
Verkeersopvatting HR Prorail/Stichting Rijswijk
Het derde criterium bijgekomen, bij de verkeersopvatting. Dus een extra eis bovenop Depex/
Bergel. Of iets een bestanddeel is, is afhankelijk van alle omstandigheden van het geval. De aard
en nagelvaste verbinding is niet vereist.
Bestemmingscriterium: Als iets een tijdelijke functie als hulpconstructie vervult tijdens de
bouwfase van een zaak (zoals een groutanker lichaam) en bestemd is om daarna te worden
verwijderd kevert dat in het algemeen een aanwijzing op dat het naar verkeersopvatting geen
bestanddeel is geworden van die zaak.
In het licht van concrete omstandigheden kan het evenwel anders zijn.
Terug naar de natrekking:
De eigenaar van een roerende of onroerende zaak is ook de eigenaar van de bestanddelen van de
zaak 5:3. De natrekking kan tussen de partijen niet anders worden overeengekomen (de regels
zijn van dwingend recht).
De vereisten voor natrekking bij roerende zaken zijn: 5:14
ff
,- Twee of meer roerende zaken
- Toebehorend aan verschillende eigenaren
- De zaak worden bestanddeel van de andere (hoofdzaak)
Als er geen hoofdzaak is:
- Dan is er sprake van een nieuwe zaak, waarvan de oude zaken de bestanddelen vormen.
- Dit leidt tot mede eigendom van eigenaren van de oude zaken, evenredig aan de waarde
daarvan (dit kan anders zijn indien er sprake is van zaakvorming, 5:16 (Het leidt tot
gemeenschap van 3:166 )
Vermenging 5:15 jo. 5:14
Bij vermenging zijn de regels van natrekking van overeenkomstige toepassing. Vermenging doet
zich voor bij vloeisto en, gassen naar ook bij graan en zand.
- Vormen van een zaak
- Indien er een hoofdzaak valt aan te wijzen, natrekking
- Indien dat niet kan: mede- eigendom
- Maar er moet geen sprake zijn van zaaksvorming, want dan moet je de bijpassende regels
gebruiken. 5:16
DUS:
Indien een van de vermengde zaken als hoofdzaak kan worden aangemerkt: een zaak wordt
hoofdzaak en de andere zaak wordt door vermenging bestanddeel van die hoofdzaak. Indien er
geen hoofdzaak kan worden aangewezen, ontstaat er een nieuwe zaak in mede-eigendom.
(aandeel in de nieuwe zaak) 5:15 jo 5:14 lid 2 BW
-> Glencore/Nat. Borgmaatschappij: Bij de beoordeling of iets een hoofdzaak is kijken naar de
criteria van 5:14 lid 3: Verkeersopvatting of waarde. Bij gelijksoortige zaken is de
verkeersopvatting niet van toepassing, dan dien je alleen te kijken of de een de anders aanzienlijk
in waarde overtreft. Je mag niet snel aannemen dat het waardeverschil aanmerkelijk is.
Zaaksvorming 5:16
- Menselijk handelen vereist: iemand vormt, er dient sprake te zijn van scheppende arbeid.
- Er ontstaat een nieuwe roerende zaak uit een of meer andere roerende zaken.
1. De oorspronkelijke roerende zaak/zaken bestaan niet meer
2. Of er sprake is van een nieuwe roerende zaak hangt af van de verkeersomstandigheden.
(Kuikenbroederij en Love Love)
HR Kuikenbroederij - Zaaksvorming
Het kuiken ondergaat door het ei te verlaten een zodanige gedaantewisseling, dat er naar
verkeersopvattingen een zaak met een nieuwe identiteit ontstaat. Het eigendomsvoorbehoud op
de eieren vervalt.
Kuikens uitgebroed via een kunstmatig proces in een broedei: de uitgebroede eieren kunnen naar
verkeersopvatting ook niet als natuurlijke vruchten van kippen worden aangemerkt ( 5:1 lid 3 niet
van toepassing)
Zaaksvorming geschiedt voor zichzelf.
HR Love Love
Onder een schip wordt ook verstaan een schip in aanbouw. Uit het wettelijke stelsel met
betrekking tot schepen volgt dat het casco van een schip, als schip in aanbouw reeds moet
worden aangemerkt als een schip en dat de identiteit van dit schip niet verandert doordat het
wordt afgebouwd en wordt voorzien van voortbewegingswerktuigen en navigatie-apparatuur.
Dus: In casu was er geen sprake van zaaksvorming, maar van een hoofdzaak (casco) met
bestanddelen (voortbewegingswerktuigen en navigatieapparatuur)
Zaaksvorming: Wie wordt eigenaar?
Hoofdregel: De eigenaar van de oorspronkelijke zaak/zaken 5:16 lid 1 BW
- De oorspronkelijke zaak eigendom van een eigenaar, nieuwe zaak ook.
- De oorspronkelijke zaak eigendom van meerdere eigenaars, 5:14 lid 1 en 2.
ff
, Uitzondering: Zaaksvorming voor zichzelf. 5:16 lid 2
- Degene die een zaak voor zichzelf vormt (of via een derde/opdrachtnemer doet vormen) wordt
de eigenaar. Ook als hij dat doet met andermans zaken. Het slaagt niet indien de kosten heel
gering zijn.
- Wanneer is er sprake van een ‘vormen’ of een ‘doen vormen’ voor zichzelf? - de criteria zijn te
vinden in Breda/St. Antonius.
HR Breda/St. Antonius - Zaaksvorming voor zichzelf
Of een zaakvormer dat doet voor zichzelf hangt af van hetgeen uit de rechtsverhouding van de
partijen voortvloeit in het licht van de daarop betrekking hebbende verkeersopvattingen.
Bij industriële fabricage is onder andere van belang:
- Vervaardiging conform gedetailleerde beschrijving: Beslissende invloed op de wijze van
productie en op de vorm van het eindproduct.
- Risico ter zake van de bruikbaarheid, verhandelbaarheid, winstgevendheid
- Eindproduct was in casu onbruikbaar voor st. Antonius (degene die de werkzaamheden
verrichte.)
- Niet van belang is de verhouding tussen de productiekosten en de kosten van het verwerkte
materiaal.
Oneigenlijke vermenging
Roerende zaken. De roerende zaken veranderen fysiek gezien niet, maar komen in een omgeving
terecht waarin zij niet meer individualiseerbaar zijn: de eigenaar komt in bewijsnood!
HR Teixera de Mattoos - Oneigenlijke vermenging
De houder wordt vermoed bezitter te zijn. 3:109. De bezitter wordt vermoed eigenaar te zijn 3:119.
Tegenbewijs is toegestaan, maar praktisch gezien lastig: door onmogelijkheid om de eigen
roerende zaak of zaken aan te kunnen wijzen, raakt de eigenaar in bewijsnood. De eigenaar blijft
eigenaar, maar de revindicatie (5:2) strandt en de ander ‘geldt als eigenaar’, aldus de Hoge Raad.
Eigendom onroerende zaken - Verkrijging, natrekking, aanwas.
Verkrijging:
-Bijzondere titel 3:80
-Algemene titel
-Niet door: Toe-eigening, vingerschap, schatvinding, vruchttrekking, vermenging, zaaksvorming.
-Wel door: Natrekking 5:3, 5:20, 3:4 (alleen bij bestanddeelvorming)
Natrekking bij onroerende zaken
5:20: Natrekking van de eigendom, niet als bestanddeel.
De eigendom van de grond omvat tevens:
- Bovengrond
- Onder de grond bevindende aardlagen, tenzij:
-Mijnbouw
-Ondergrondse netwerken
-Schat in bodem
-Bijv. kelder van de buurman die doorloopt onder jouw grond (overbouw)
- Grondwater door bron, put of pomp aan de oppervlakte komen
- Water bevondende oude grond
- Gebouwen en werken
- Met de grond verenigde beplantingen
Gebouwen en werken dienen duurzaam met de grond te zijn verenigd, eenheidsbeginsel.
HR Portacabin - Duurzaam met de grond verenigd
- Naar aard en inrichting bestemd om duurzaam ter plaatse te blijven
- Duurzame bestemming moet naar buiten toe blijken
- Verkeersopvatting geen zelfstandige maatstaf voor al dan niet onroerend zijn (3:3), maar wel
indirect van belang of een object duurzaam met de grond is verenigd. (3:4)