Lesdoelen CGO
Casus 1
De student kan informatie verzamelen en combineren uit diverse bronnen in de
verschillende fasen van het verpleegkundig proces.
Gezondheidspatronen van Gordon:
Gezondheidsbeleving en –instandhouding hoe de zorgvrager zijn gezondheid ziet.
Bloedruk, hartslag, medicatie, waarnemingen, leefstijl/opvoeding, fysieke gegevens.
Voeding en stofwisseling of iemand wondjes heeft en hoe de huid er uitziet.
Voeding is wat de persoon eet of drinkt.
Uitscheiding zweet, mictie, feces hoeveelheid, kleur, geur, troebel ect.
Activiteit kijken naar ADL, beweging
Slaap en rust hoeveel men slaapt, wakker bent, rust nemen slaappatroon
Cognitie en waarneming nadenken, voelen ruiken zien horen, onthouden,
reproduceren en verwerking.
Zelfbeleving hoe je jezelf ziet vragen stellen
Rol en relatie hoe de emotionele banden zijn is men tevreden met de relaties
Sexualiteit en voortplanting vruchtbaarheid, de vragen liggen aan de situatie.
Coping en stresstolerantie stressverwerkingspatroon hoe ga je om met bepaalde
situaties.
Waarden en levensovertuiging religie, waarden en normen, behoeftes, rituelen.
De student kan belangrijke zorgaspecten van zuigelingen benoemen.
Mictie:
Hoeveelheid, kleur en geur van de urine is belangrijk
Defecatie: Borstvoedingluiers meestal vaker dan flesvoedingluiers
Slapen:
Eerste maanden: slaapt ongeveer 16 uur gelijkmatig verdeeld over 24 uur
Na 4 maanden: slaapt meestal ’s nachts door en overdag in 3 periodes
Op eenjarige leeftijd: slaapt ongeveer 13 uur met 2 korte slaapjes overdag
Huilen betekent honger, vieze luier of aandacht (3 uur p/d bij jonge zuigeling)
Krijgt eerste tanden na 5 maanden.
Grote fontanel sluit na 1 à 2 jaar. Kleine na 6 weken
, De student kan een inschatting maken van het functioneren van een gezin ( op
micro/meso/macroniveau).
Micro individu/ persoonsniveau
Meso de directe omgeving/ directe woonbuurt
Macro samenlevingsvorm overstijgende omgeving staat verder van je af, maar
kan toch een invloed op je hebben bv. financiën/politieke beleid.
De student kent de verschillende soorten hechting en student onderkent het belang van
veilige hechting.
De student kan bevorderende en belemmerende factoren van veilige hechting noemen.
Veilige hechting De hechtingsstijl van kinderen die ontspannen en op hun gemak bij hun
verzorgers zijn en die verdraagzaam zijn tegenover vreemden en nieuwe ervaringen in
tegenstelling tot kinderen die onveilig gehecht zijn.
Het kind: ontwikkeld basis vertrouwen en basisveiligheid, zoekt nabijheid van
verzorger/opvoeder, durft nieuwe dingen te onderzoeken en leren. Een belangrijke factor is
troosten.
- Onveilig gehechte kinderen;
- heeft geen vertrouwen in anderen en zichzelf
- heeft hierdoor (mogelijk) moeilijkheden met het aangaan en onderhouden van sociale
cohesie
- verkent de omgeving en leert minder negatief voor de cognitieve ontwikkeling
- Angstig-ambivalente hechting
Kind wil contact met de verzorger, moeilijk te troosten als ze worden gescheiden van
verzorger. Worden angstig als er een vreemde komt.
- Angstig-vermijdende hechting
Kind toont geen interesse in contact, geven geen blik van verdriet als ze worden gescheiden
van verzorger en tonen geen blijdschap als ze worden herenigd. - Interactieve-e ect tussen
temperament van de zuigeling en opvoedingsstijl ouders.
5 factoren kunnen van invloed zijn op hechting
Het kind zelf temperament van het kind, autisme of verstandelijke beperking
De zwangerschap ongepland, ongewild, negen maanden overgeven
De ouder/verzorgers verstandelijke beperking, psychiatrische problemen, verslaving,
huiselijk geweld
De omgeving SES, financiën, dakloos, werkloos
Trauma oorlog, verlies van dierbaren, ernstige ongevallen ect.
De student kan diverse samenlevingsvormen onderscheiden.
(samenwonen zonder samenlevingscontract)
trouwen
geregistreerd partnerschap
samenlevingscontract
, De student kan voor- en nadelen benoemen van borstvoeding.
Borstvoeding voordelen
- Bevordert de hechting tussen moeder en kind (door hui duid contact)
- Bevredigt de emotionele behoeften van de baby
- Heeft de juiste samenstelling (voedingstoffen)
- Heeft altijd de juiste tempratuur
- Geen borstvoeding geven verhoogt het risico van de moeder op borstkanker
- Het krijgen van kunstvoeding verhoogt voor een meisjesbaby het risico om later
borstkanker te ontwikkelen
- Kunstvoeding wordt in verband gebracht met een lager iq
- Altijd bij de hand
- Vergemakkelijkt het loskomen van meconium eerste ontlasting die een
pasgeborenen uitwerpt
- Bevat antistoffen tegen ziektes en helpt de ontwikkeling van het afweersysteem van
de baby
- Is lichter verteerbaar dan kunstvoeding (veel natuurlijker)
- Het zuigen van de baby is bevorderlijk voor het samentrekken van de baarmoeder na
de bevalling. Zo komt de moeder sneller op haar oude gewicht
- Helpt bloedingen na de bevalling te voorkomen
- Helpt de moeder gewichtverliezen
- Premature melk is speciaal aan de behoefte van premature baby’s
- Beschermt tegen de ziekte van Crohn
- Kunstvoeding verhoogt het risico van hey kind om diabetes type 1
(insulineafhankelijke- of jeugddiabetes) te krijgen
Borstvoeding mogelijke problemen
- Pijnkijke/kapotte tepels
- te weinig melk
- spruw (schimmelinfectie bij baby
- Borstontsteking
- Borstvoeding kan niet altijd samen met medicatiegebruik
Casus 2
Lesdoelen:
De student is op de hoogte van de basisprincipes van het verpleegkundig proces en
kan dit toelichten aan de hand van de casus.
Basisprincipes zijn de 6 stappen
1. Anamnese gordon/actiz/icf
2.diagnose pes/nanda