D.m.v. deze leerdoelen ( en leerdoelen Gemeenterecht) heb ik een 8,3 gehaald voor de toets bestuursrecht handhaving en gemeenterecht. In het document is bij elke week extra info toegevoegd (die niet behandeld is bij leerdoelen, wel in het boek)
drie instanties opnoemen die zich bezighouden met bestuursrechtelijke toezicht en
handhaving;
1.
Toezichthoudende en handhavende instantie:
College bescherming persoonsgegevens
Op wel gebied is men actief?
Naleving Wet bescherming Persoonsgegevens
Op (de naleving) van welke regelgeving ziet men toe?
Wet bescherming persoonsgegevens
Welke bevoegdheden heeft men?
Het CBP kan bedrijven en overheden dwingen om zich aan de eisen van de Wbp te houden.
Hiervoor kunnen ze dwangsommen opleggen. Verder hebben ze een openbaar register van
gegevensverwerkingen als deze afwijken van de gebruikelijke (voor de hand liggende)
verwerkingen. Voor het niet-registeren van niet- vrijgestelde verwerkingen kan het CBP
(bestuurlijke) boetes opleggen. In alle gevallen heeft de rechter echter het laatste woord.
Daarnaast dient het CBP de ministers en de Tweede Kamer gevraagd en ongevraagd te adviseren
over wetvoorstellen in het licht van de Wbp of andere van toepassing zijnde regels.
2.
Toezichthoudende en handhavende instantie:
Agentschap Telecom
Op wel gebied is men actief?
Gebruik van etherfrequenties reguleren en controleren
Op (de naleving) van welke regelgeving ziet men toe?
Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten
Welke bevoegdheden heeft men?
Onderzoekt en behandelt de dienststoringsmeldingen welke burgers en vergunninghouders
ondervinden op gebied van EMC en EMF. De WION regelt de informatie-uitwisseling tussen
grondroerders, opdrachtgevers en netbeheerders bij het graven in de ondergrond.
3.
Toezichthoudende en handhavende instantie:
Inspectie Veiligheid en Justitie
Op wel gebied is men actief?
Toezichthouden voor het Ministerie van Veiligheid en Justitie
Welke bevoegdheden heeft men?
De inspectie onderzoekt of organisaties op het gebied van Veiligheid en Justitie hun werk op de
juiste manier uitvoeren. De inspectie doet aan de minister en aan de betrokken besturen
aanbevelingen voor verbeteringen, signaleert risico’s en draagt bij aan het leervermogen van
organisaties. Zo werkt zij mee aan een veilige samenleving.
,opnoemen welke bevoegdheden de toezichthouder heeft op grond van de Awb;
Het begrip toezichthouder staat gedefinieerd in art. 5:11 Awb. Dit artikel bepaalt: ‘Onder
toezichthouder wordt verstaan: een persoon, bij of krachtens wettelijk voorschrift belast met het
houden van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens enig wettelijk voorschrift.’
De bevoegdheden van de toezichthouder staan opgesomd in art. 5:15 Awb t/m 5:19 Awb. Deze
bevoegdheden gelden voor zover er in de bijzondere wet geen beperking of verruiming over is
opgenomen (altijd eerst dus kijken naar verruiming van bevoegdheid in bijzondere wet, dan naar
beperking bij bijzondere wet, dan naar de Awb).
- Art. 5:15 Awb (betreden plaatsen):
-1. Een toezichthouder is bevoegd, met medeneming van de benodigde apparatuur, elke
plaats te betreden met uitzondering van een woning zonder toestemming van de bewoner.
-2. Zo nodig verschaft hij zich toegang met behulp van de sterke arm.
-3. Hij is bevoegd zich te doen vergezellen door personen die daartoe door hem zijn
aangewezen.
- Art. 5:16 Awb (inlichtingen):
Een toezichthouder is bevoegd inlichtingen te vorderen.
- Art. 5:16a Awb (identificatieplicht):
Een toezichthouder is bevoegd van personen inzage te vorderen van een identiteitsbewijs
als bedoeld in art. 1 van de Wet op identificatieplicht.
- Art. 5:17 Awb (inzage zakelijke gegevens):
-1. Een toezichthouder is bevoegd inzage te vorderen van zakelijke gegevens en
bescheiden.
-2. Hij is bevoegd van de gegevens en bescheiden kopieën te maken.
-3. Indien het maken van kopieën niet ter plaatse kan geschieden, is hij bevoegd de
gegevens en bescheiden voor dat doel voor korte tijd mee te nemen tegen een door hem af
te geven schriftelijk bewijs.
- Art. 5:18 Awb (monsterneming):
-1. Een toezichthouder is bevoegd zaken te onderzoeken, aan opneming te onderwerpen
en daarvan monsters te nemen.
-2. Hij is bevoegd daartoe verpakkingen te openen.
-3. De toezichthouder neemt op verzoek van de belanghebbende indien mogelijk een
tweede monster, tenzij bij of krachtens wettelijk voorschrift anders is bepaald.
-4. Indien het onderzoek, de opneming of de monsterneming niet ter plaatse kan
geschieden, is hij bevoegd de zaken voor dat doel voor korte tijd mee te nemen tegen een
door hem af te geven schriftelijk bewijs.
-5. De genomen monsters worden voor zover mogelijk teruggegeven.
-6. De belanghebbende wordt op zijn verzoek zo spoedig mogelijk in kennis gesteld van de
resultaten van het onderzoek, de opneming of de monsterneming.
- Art. 5:19 Awb (onderzoek vervoermiddelen):
-1. Een toezichthouder is bevoegd vervoermiddelen te onderzoeken met betrekking
waartoe hij een toezichthoudende taak heeft.
-2. Hij is bevoegd vervoermiddelen waarmee naar zijn redelijk oordeel zaken worden
vervoerd met betrekking waartoe hij een toezichthoudende taak heeft, op hun lading te
onderzoeken.
-3. Hij is bevoegd van de bestuurder van een vervoermiddel inzage te vorderen van de
wettelijk voorgeschreven bescheiden met betrekking waartoe hij een toezichthoudende taak
heeft.
, -4. Hij is bevoegd met het oog op de uitoefening van deze bevoegdheden van de
bestuurder van een voertuig of van de schipper van een vaartuig te vorderen dat deze zijn
vervoermiddel stilhoudt en naar een door hem aangewezen plaats overbrengt.
-5. Bij regeling van Onze Minister van Veiligheid en Justitie wordt bepaald op welke wijze
de vordering tot stilhouden wordt gedaan.
Beperkingen voor de toezichthouder zijn vastgelegd in de artikelen 5:12 Awb (legitimatiebewijs),
5:13 Awb (proportioneel gebruik bevoegdheden) en tot slot 5:14 Awb (beperking bevoegdheden).
In art. 5:20 is bepaald dat een ieder verplicht is aan een toezichthouder alle medewerking te
verlenen die deze redelijkerwijs kan vorderen bij de uitoefening van zijn bevoegdheden. Lid 2
bepaalt dat indien iemand uit hoofde van ambt, beroep of wettelijke voorschrift verlicht is tot
geheimhouding kunnen zij het verlenen van medewerking weigeren, voor zover dit uit hun
geheimhoudingsplicht voortvloeit.
Dit in tegenstelling tot het strafrecht, waarbij je niet hoeft mee te werken aan je eigen veroordeling.
Wanneer een toezichthouder dus het vermoeden krijgt dat de situatie strafrechtelijk is, moet hij
aangeven dat je niet hoeft mee te werken.
in een casus aangeven wie de overtreder is en wat de overtreding is.
- Overtreding:
Art. 5:1 lid 1 Awb geeft de definitie van een overtreding. Het artikel bepaalt: ‘In deze wet
wordt verstaan onder overtreding: een gedraging die in strijd is met het bepaalde bij of
krachtens enig wettelijk voorschrift.’
Art. 5:4 lid 2 Awb (legaliteitsbeginsel) bepaalt dat een bestuurlijke sanctie slechts mag
worden opgelegd indien de overtreding en sanctie bij of krachtens een aan de gedraging
voorafgaand wettelijk voorschrift zijn overtreden.
Wanneer er sprake is van een overtreding moet in de beschikking tot de oplegging van een
bestuurlijke sanctie de overtreding worden vermeld, alsmede het overtreden voorschrift. Dit
bepaalt art. 5:9 sub a Awb.
- Overtreder:
Art. 5:1 lid 2 Awb geeft de definitie van de overtreder weer: ‘Onder overtreder wordt
verstaan: degene die de overtreding pleegt of medepleegt.’
Wie kunnen overtreder zijn? Dit bepaalt lid 3: ‘Overtredingen kunnen worden begaan door
natuurlijke personen en rechtspersonen. Artikel 51, tweede en derde lid, van het Wetboek
van Strafrecht is van overeenkomstige toepassing.’
Oftewel, op grond van art. 5:1 lid 3 kunnen overtreder zijn:
o Natuurlijke personen
o Rechtspersonen
Op grond van het in lid 3 genoemde artikel 51 WvS kunnen overtreder zijn:
De vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid, de maatschap, de rederij en het
doelvermogen. Zij worden gelijkgesteld aan een rechtspersoon.
Samenvattend: De toezichthouder (art. 5:11 Awb) constateert een overtreding (art. 5:1 lid 1 Awb)
en vervolgens wordt de overtreder (art. 5:1 lid 2 jo. lid 3 Awb) aangesproken. Het BO kan een
sanctie opleggen (art. 5:2 lid 1 sub a Awb). hiervan zijn twee soorten: de herstelsanctie (art. 5:2 lid
1 sub b Awb) en de bestraffende sanctie (art. 5:2 lid 1 sub c Awb).
Extra info:
Paragraaf 7.1: Inleiding
Bestuur vormt nieuw recht, maar handhaaft ook het bestaande recht. Om het bestaande recht te
kunnen handhaven beschikken bestuursorganen over specifieke bestuursbevoegdheden. Deze
kunnen worden onderverdeeld in twee categorieën. Om een effectieve handhaving te kunnen
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper RechtenstudentJHSRU. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.