Werkgroep 5, Consumentenrecht 2017-2018
Werkgroep 5, Productaansprakelijkheid en handhaving
De invloed van Europa op het privaatrecht is niet alleen beperkt tot het contractenrecht. Zo heeft de
richtlijn productaansprakelijkheid onder meer invloed op het aansprakelijkheidsrecht. Deze richtlijn staat
onder andere deze week centraal. Daarnaast zal besproken worden hoe het consumentenrecht
gehandhaafd kan worden. Hierbij moet een onderscheid worden gemaakt tussen civielrechtelijke
handhaving en publiekrechtelijke handhaving door de Autoriteit Consument en Markt op grond van de
Wet handhaving consumentenbescherming. Dit onderscheid zullen we bespreken.
Bij productaansprakelijkheid gaat het om producten die niet deugdelijk zijn. Hierbij moet gedacht
worden aan een flesje frisdrank dat spontaan ontploft. Vragen die dan rijzen is of de consument zijn
schade kan verhalen bij de verkoper of bij de fabrikant. Deze en andere vragen zullen deze week aan de
orde komen.
Literatuur
* Asser 6-IV, nummers 257 tot en met 272.
* M.B.M. Loos, Consumentenkoop (Monografieën BW nr. B65b), nr. 38, Schadevergoeding.
* J. Hijma, nj , nr. 52), Hoofdstuk VII, Collectieve actie, nr. 53-61. (niet de kleine letters van nr. 55, 56,
57, 59).
* D.W.F. Verkade, Monografieën BW, Oneerlijke handelspraktijken jegens consumenten, tweede druk,
Deventer, 2016, nr. 67 – 84 (niet: nr. 72a, 73b, 76, 77 de kleine letters van nr. 68a, 70a, 72a.).
* A.F.G. Ancery, B. Krans,Ambtshalve toepassing van consumentenrecht, Ars Aequi 2016, nr. 11, p. 825-
830.
Jurisprudentie
*Zk C-183/00, M.V. González Sánchez/Medicina Asturiana SA, Hof van Justitie 25 april 2002, Jur. EG
2002, I-3901.
* Gevoegde zaken C-503/13, C-504/13 Boston Scientific Medizintechnik GmbH v AOK Sachsen-Anhalt –
Die Gesundheitskasse, Betriebskrankenkasse RWE, Boston Scientific Medizintechnik GmbH v AOK
Sachsen-Anhalt – Die Gesundheitskasse, Betriebskrankenkasse RWE, Hof van Justitie 5 maart 2015,
ECLI:EU:C:2015:148.
* Telefoonabonnement II, Hoge Raad 12 februari 2016, ECLI:NL:HR:2016:236.
Regelgeving
*Richtlijn 85/374/EEG van 25 juli 1985 inzake productaansprakelijkheid, Pb EG 1985 L 210/29-33.
* Wet handhaving consumentenrechten.
Opdrachten
Opdracht 1
Francine, Sjoerd en hun 8-jarige dochter Els willen graag een hond. Els is echter allergisch. Ze kiezen
daarom voor een hond van een speciaal hypoallergeen ras (een allergievrije soort). De keuze valt op een
Labradoodle. Sjoerd gaat langs bij een bij een professionele fokker en laat zich voorlichten over de
geschiktheid van dit ras voor allergische kinderen. Na deze voorlichting koopt hij bij de fokker voor
€ 2000,00 een pup van acht weken. Drie maanden later treedt er bij Els, nadat zij met de jonge hond
heeft gespeeld, plots een heftige allergische reactie op. De situatie is zo ernstig dat zij enige dagen moet
worden opgenomen in het ziekenhuis. Het blijkt dat aangeschafte hond niet geheel raszuiver is en
daarmee ook niet allergievrij. Sjoerd wendt zich tot de fokker en zegt dat hij van de koop af wil, hij eist
bovendien een vergoeding van de kosten van de voor alle honden gebruikelijke inentingen die hij de pup
in de negende en twaalfde week heeft laten geven. De fokker stelt zich op het standpunt dat hij slecht
gehouden is een andere, raszuivere pup te leveren.
Vraag 1
Wie heeft (op welke punten) gelijk?
1