100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvattingen + Syllabus + collegedictaten + vragen vermogensrecht €8,49
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvattingen + Syllabus + collegedictaten + vragen vermogensrecht

 77 keer bekeken  2 keer verkocht

Samenvattingen met arresten syllabus collegedictaten vragen met antwoorden vermogensrecht

Voorbeeld 4 van de 42  pagina's

  • 27 januari 2018
  • 42
  • 2016/2017
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (24)
avatar-seller
irishoeijmakers
Collegedictaten
College 2:
Samenvattingen:
Bij huren gaat het om de ene partij die verplicht is om een prestatie te
leveren(schuldenaar), terwijl de andere partij hier recht op heeft(schuldeiser).
Rechtsrelaties worden ook wel rechtsverhoudingen genoemd

Handelingsbekwaamheid (art. 3:32 lid 1 BW)  iedere natuurlijke persoon
bekwaam is tot het verrichten van rechtshandelingen, voor zover de wet niet
anders bepaald. iemand die niet handelingsbekwaam is, is
handelingsonbekwaam. Je bent handelingsonbekwaam als je:
- minderjarige bent, tenzij ze toestemming hebben van hun ouders. (art.
1:234 BW)
- een meerderjarige onder curatele wordt gesteld. de onder curatele
gestelde mag alleen rechtshandelingen verrichten met toestemming van
de curator. dit wordt in het curateleregister geregistreerd. dit is een
openbaar register.

Feiten
 gewone feiten
 rechtsfeiten
o blote rechtsfeiten
o rechtens relevante handelingen
 feitelijke handelingen
 rechtshandelingen
 meerzijdige rechtshandelingen
o overeenkomsten
 verbintenis scheppende overeenkomsten/
obligatoire overeenkomsten
 eenzijdige overeenkomst
 meerzijdige overeenkomst
(wederkerige overeenkomst 
waarbij partijen elk een verbintenis
op zich nemen)
 andere overeenkomsten
o andere meerzijdige handelingen
 eenzijdige rechtshandelingen
o persoonsgericht
o niet – persoonsgericht

in het goederenrecht is het van belang dat iemand beschikkingsbevoegd is. een
eigenaar van een zaak is bevoegd om over zijn zaak te beschikken. een eigenaar
mag zijn zaak verkopen of schenken, ook wel vervreemden genoemd. als iemand
een rechtshandeling wil verrichten moeten er aan de volgende eisen worden
voldaan:
1. zijn wil is gericht op een bepaald rechtsgevolg
2. hij openbaart zijn wil door een verklaring
ook wel wilsverklaring genoemd; dit kan mondeling, schriftelijk of stilzwijgend
(handeling, handgebaar, iets bij de kassa leggen) gedaan worden. het heeft pas
effect als de verklaring de persoon bereikt heeft ook al bereikt de wilsverklaring

,door toedoen van de persoon, de persoon niet (tijdig). in art. 3:34 lid 1 BW is
opgenomen dat in bepaalde gevallen een met een verklaring overeenstemmende
wil van een geestelijk gestoorde kan ontbreken, zodat er geen rechtshandeling
tot stand is gekomen. de wil ontbreekt wanneer zijn redelijke beredenering
belemmert word. als er een misverstand in het spel is dan treedt het
vertrouwensbeginsel in werking. het komt neer op dat wanneer iemand een
verklaring doet waaraan een ander een bepaalde betekenis geeft, hij daar
redelijkerwijs aan mag geven, dan kan de handelende persoon zich er vervolgens
op beroepen dat hij de verklaring zonder een daarmee overeenstemmende wil
heeft gedaan. de voorwaarden zijn:
1. er is een verklaring gedaan richting een persoon
2. deze persoon heeft een bepaalde betekenis gegeven aan die verklaring
3. Gelet op de omstandigheden mocht deze persoon die betekenis daar
redelijkerwijs aan toekennen.
te goede trouw is wanneer hij niet wist en niet hoefde te weten dat feiten of het
recht waarop goede trouw betrekking had niet juist waren. voorwaardelijke
rechtshandeling is als een rechtshandeling onder een tijdsbepaling of onder een
bepaalde voorwaarde kan worde gericht. bij opschortende voorwaarden treedt
het rechtsgevolg pas in werking met het plaatsvinden van een bepaalde
gebeurtenis. een ontbindende tijdsbepaling of voorwaarde zorgt ervoor dat het
rechtsgevolg vervalt op het moment dat de gebeurtenis plaatsvindt. het doen
van een aanbod (rechtshandeling) en het aanvaarden (van het aanbod) zijn beide
wilsverklaringen. op het moment dat een aanbod is aanvaard of een aanbod is
verzonden, kan geen herroeping meer plaatsvinden tenzij er sprake is van een
vrijblijvend aanbod. het te laat aanvaarden van een aanbod komt toch een
overeenkomst tot stand. een aanvaarding die van het aanbod afwijkt, geldt als
een nieuw aanbod en als een verwerping van het oorspronkelijke. een aanbod en
aanvaarding moeten voldoende bepaalbaar zijn, moet duidelijk zijn van de
verplichtingen van de partijen door het sluiten van een overeenkomst.

het haveltexcriterium houd in dat de uitleg van een overeenkomst gaat om welke
bedoeling redelijkerwijs en in de gegeven omstandigheden mochten toekennen
aan bepalingen van de overeenkomst. blijkens art. 6:248 lid 1 spelen de volgende
aspecten een rol:
1. wet
a. dwingend recht  wettelijke bepalingen waarvan partijen niet mogen
afwijken
b. aanvullend recht / regelend recht  regelingen die slechts werking
hebben wanneer partijen op een bepaald punt niets met elkaar
hebben afgesproken
2. gewoonte
a. gewoonte  afspraken die zo vanzelf sprekend zijn dat ze niet
worden vastgelegd.
3. eisen van redelijkheid en billijkheid
a. redelijkheid en billijkheid  maatstaven van het ongeschreven recht,
hetgeen bedoeld wordt als redelijk en rechtvaardig
b. aanvullende werking  wanneer partijen worden geconfronteerd met
een overeenkomst die niet volledig is, zullen ze bij de invulling
daarvan de redelijkheid en billijkheid in acht moeten nemen

, c. beperkende werking  de redelijkheid en billijkheid schrijven voor
dat moet worden afgeweken van hetgeen tussen partijen is
afgesproken of voortvloeit uit de wet of gewoonte
d. onvoorziene omstandigheden  omstandigheden die bij het afsluiten
van de overeenkomst niet te voorzien waren.
een tussen partijen gesloten verbintenis moet in beginsel worden nagekomen,
waarmee wordt bedoeld dat de schuldenaar de overeengekomen prestatie levert
aan de schuldeiser. er is sprake van verrekening wanneer twee personen over en
weer een vordering op elkaar hebben, welke vorderingen als het ware tegen
elkaar worden weggestreept. art. 6:129 lid 1 BW bepaalt dat de verrekening
terugwerkende kracht heeft tot het tijdstip waarop de bevoegdheid tot
verrekening is ontstaan. art. 6:131 lid 1 BW bepaalt dat de bevoegdheid tot
verrekening niet eindigt door het verjaren van een rechtsvordering, dit geschied
namelijk na 20 jaar (art. 3:306 BW). een vernietigbare rechtshandeling komt wel
tot stand maar kan worden vernietigd, het houd dan op te bestaan. vernietiging
heeft terugwerkende kracht (als deze door handelingsonbekwame of geestelijk
gestoorde is gemaakt). ook is het vernietigbaar bij wilsgebreken:
- bedreiging
- bedrog
- misbruik van omstandigheden
- dwaling

art. 6:22 BW onderscheid opschortende en ontbindende voorwaarden.
opschortend  de verbintenis in werking treedt op het moment dat de
toekomstige onzekere gebeurtenis plaatsvind. ontbindend  de gebeurtenis haar
werking verliest op het moment dat de toekomstige onzekere gebeurtenis
plaatsvindt. wanneer een partij tekortschiet in de nakoming van zijn
verplichtingen, voortvloeiende uit een wederkerige overeenkomst, dan mag de
andere partij de overeenkomst geheel of gedeeltelijk ontbinden, met
uitzondering:
1. de tekortkoming in de nakoming is van bijzondere aard
2. de tekortkoming in de nakoming is van geringe betekenis

Syllabus:
Intrekken van een rechtshandeling
Een overeenkomst komt tot stand door middel van aanbod en aanvaarding (art.
6:217). Daarvoor is het noodzakelijk dat de verklaring (het aanbod of de
aanvaarding) de wederpartij heeft bereikt (art. 3:37 lid 3). De verklaring wordt
geacht ook te zijn bereikt als het niet-ontvangen te wijten is aan de ontvanger.
Bijvoorbeeld: Henk en Annie zijn van 1 tot en met 14 mei op vakantie. Op 7 mei
valt een brief van Piet op de deurmat inhoudende de aanvaarding van een
aanbod dat Henk had gedaan. De overeenkomst komt tot stand op 7 mei.
Je kunt ook een verklaring die je hebt gedaan intrekken. Je voorkomt dan als het
ware dat de verklaring rechtsgevolg krijgt. Je moet dan een nieuwe verklaring
doen en deze verklaring moet eerder of gelijktijdig met de oorspronkelijke
verklaring bereiken. Bijvoorbeeld: Bas stuurt aan Niek een brief dat hij de
saxofoon wel wil kopen. Vervolgens bedenkt hij zich en wil hij de verklaring
intrekken. Hij stuurt daarom een e-mail die Niek een dag eerder dan de brief
bereikt waarin hij zegt dat hij de saxofoon niet wil kopen.

, Herroepen van een aanbod
Een andere mogelijkheid is om een aanbod te herroepen (art. 6:219). Het
oorspronkelijke aanbod heeft de wederpartij al bereikt maar je wilt een wijziging
aanbrengen in het aanbod. Bijvoorbeeld: Jan stuurt op 8 april een aanbod: jas te
koop voor 100, -. Hij bedenkt zich echter en wil het aanbod herroepen omdat hij
de jas voor 150, - wil verkopen. Dat kan tenzij er een termijn voor aanvaarding is
ingesteld. Bijvoorbeeld: dit aanbod geldt tot aanstaande vrijdag. Dan is
herroeping niet mogelijk. Herroeping is ook niet meer mogelijk als het aanbod al
is aanvaard of als de aanvaarding is verzonden. Bijvoorbeeld: Wim doet een
aanbod op 1 december. Op 4 december wil hij het aanbod herroepen. Dat kan
echter niet omdat Maria de brief met de aanvaarding op 2 december op de post
heeft gedaan. Als de brief van Maria dan op 4 december bij Wim op de deurmat
valt, is er een overeenkomst tot stand gekomen

Vragen:
Totstandkoming overeenkomst


- overeenkomst

- meerzijdige gerichte rechtshandeling

- art. 6:217 BW




- Aanbod - aanvaarding

- eenzijdige gerichte rechtshandeling - eenzijdige gerichte rechtshandeling

- art. 3:33 BW - art. 3:33 BW




wil verklaring wil verklaring



Casus 2: kwalificeer
Kwalificeer onderstaande verklaringen en maak gebruik van de volgende
begrippen: uitnodiging tot het doen van een aanbod, aanbod en aanvaarding.

1. Bas: ‘Te koop wordt aangeboden een kaptafel, prijs in nader overleg.’
Uitnodiging tot doen van aanbod
wordt aangeboden maar prijs wordt niet genoemd, moet nog prijs worden
overeengekomen, geen volledig aanbod. het bepaalbaarheidsvereiste (art.
6:227 BW) ‘de verbintenissen die partijen op zich nemen, moeten

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper irishoeijmakers. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 53340 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€8,49  2x  verkocht
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd