Samenvatting Zonale Geografie
Leren:
HC1 + H5: Mondiale lucht- en oceaancirculatie
HC2 + H7: Klimaat
HC3 + H15: Bodems
HC4 + H16: Biogeografie
HC5 + H17: Mondiale ecosystemen en ecologie
Visualizing Physical Geography
- Hoofdstuk 5 (p. 128-159)
- Hoofdstuk 7 (p. 192-237)
- Hoofdstuk 15 (p. 454-483)
- Hoofdstuk 16 (p. 484-517)
- Hoofdstuk 17 (p. 518-555)
Leerdoelen
- De student kan uitleggen hoe het proces mondiale lucht- en oceaancirculatie inhoudt vertalen
naar de praktijk.
- De student kent de systematiek in de klimaatclassificatie van Köppen en kan deze toepassen
in werkvormen (3D model).
- De student kan het ontstaan en functioneren van depressies uitleggen.
- De student kan de basisbeginselen van bodemkunde uitleggen en toepassen in werkvormen
(3D model).
- De student kent de basisbeginselen van de ecologie, inclusief koolstof-, zuurstof en
stikstofkringlopen en kan deze toepassen in werkvormen (3D model)
- De student kent de mondiale ecosystemen (biomes) en kan deze toepassen in werkvormen
(3D model).
- De student kent de patronen en oorzaken van de hedendaagse wereldwijde biogeografie
- De student kan aan de hand van meerdere geografische dimensies een landschap analyseren.
,HC1 + H5: Mondiale lucht- en oceaancirculatie
Leerdoelen
De student kan uitleggen …
- Wat luchtdruk is en hoe verschillen in luchtdruk ontstaan
- Hoe luchtdrukverschillen wind veroorzaken
- Hoe het Corioliseffect werkt
- Wat effect is van wrijving op de windsnelheid
- Hoe de Hadley circulatie de tropische windpatronen bepaalt
- Hoe het windpatroon op gematigde breedte eruitziet
- Hoe de topografie dagelijkse veranderingen in lokale wind kan veroorzaken
- Hoe het patroon van de mondiale oceaancirculatie eruit ziet
- Hoe verschillen in energie per breedtegraad de oceaancirculatie aandrijven
- Hoe El Niño en La Niña worden veroorzaakt
§1. Luchtdruk
“We live at the bottom of a vast ocean of air.”
- Druk van de atmosfeer op de aarde
- Verschil in luchtdruk: pressure gradient
Op zeeniveau is de luchtdruk hoger dan in de bergen, omdat de afstand
naar de grond hoger is vanuit de atmosfeer.
Luchtdruk op zeeniveau ligt meestal rond de 980 – 1030 hPa
→ hPa is hectopascal en staat gelijk aan millibar. 1 bar = 10.000 Pa. Dit is de eenheid waarin
luchtdruk wordt gemeten.
Lagedrukgebied
- Gebied waar de luchtdruk op zeeniveau laag is ten opzichte van de omgeving.
Hogedrukgebied
- Gebied waar de luchtdruk op zeeniveau hoog is ten opzichte van de omgeving.
,Verschil in luchtdruk
Afhankelijk van de hoogte. Afhankelijk van de temperatuur.
Op zeeniveau is de luchtdruk hoger dan in de Opwarmende lucht zet uit en gaat stijgen →
bergen, omdat de kolom lucht boven je groter is. lage druk
Afkoelende lucht krimpt en daalt → hoge druk
Lucht stroomt van hoge naar lage druk.
Temperaturen maken de druk verschillen.
H = teveel aan lucht
L = tekort aan lucht
§2. Windsnelheid en richtingen
- Anemometer
- Een anemometer meet de snelheid van wind.
- Eenheden m/s, km/u, knopen, windkracht (schaal van Beaufort)
- Windrichting wordt gedefinieerd door de richting waar het vandaan komt.
Factor 1. Verschil in luchtdruk
Lucht van een hogedrukgebied gaat nooit lijnrecht naar een
lagedrukgebied. De lucht buigt af en blijft als het ware rond het
lagedrukgebied. Uiteindelijk komt de lucht bij het lagedrukgebied
door wrijving.
Let op de afstand tussen isobaren!
Factor 2: Corioliseffect
- Afbuiging van winden van de evenaar naar beide polen.
- Draaiing van de aarde
Wet van Buys Ballot: Wind waait van een hogedrukgebied naar een
lagedrukgebied, met een afwijking naar rechts als je op het noordelijk
halfrond bent.
Afhankelijk van de luchtdruk:
- Noordelijk halfrond
- Laag: tegen de klok in
- Hoog: met de klok mee
- Zuidelijk halfrond
- Laag: met de klok mee
- Hoog: tegen de klok in
, Geostrofische wind
Geostrofische wind is de wind op grote hoogte in de
atmosfeer, waar de wind parallel aan de isobaren beweegt,
met een hoek van 90° ten opzichte van de drukgradiënt.
Factor 3: Wrijving
- Kracht uitgeoefend door aardoppervlak
- Afhankelijk van de windsnelheid
- Altijd in tegengestelde richting van de
windrichting
- Grootst aan het oppervlak
Waar wind in de lagere troposfeer over het aardoppervlak
beweegt creëert wrijving een kracht tegengesteld aan de
windrichting. In het algemeen heeft een ruiger oppervlak,
met bijvoorbeeld veel bomen, bergen, of gebouwen, een
grotere wrijfkracht dan een vlak oppervlak. De
wrijvingskracht is het grootst aan het oppervlak en wordt steeds minder hoe hoger je gaat.
Cyclonen en anticyclonen
Cyclonen Anticyclonen
Dalende lucht ↓ Stijgende lucht ↑
Hogedrukgebied Lagedrukgebied
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper maritr. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,99. Je zit daarna nergens aan vast.