100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten
logo-home
Samenvatting Hoorcolleges Economie van de Managementwetenschappen €2,99
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Hoorcolleges Economie van de Managementwetenschappen

3 beoordelingen
 12 keer verkocht

Dit bestand bevat uitgebreide aantekeningen van alle hoorcolleges van Economie. Tevens zijn de modellen ook ingevoegd.

Voorbeeld 4 van de 53  pagina's

  • 29 januari 2018
  • 53
  • 2017/2018
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (36)

3  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: shabnamakhtary98 • 6 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: lucas1308 • 6 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: Kellyvanzadel • 5 jaar geleden

avatar-seller
jolienr99
HOORCOLLEGE EMW
Hoorcollege 1 (hoofdstuk 1 en 2)
Economie gaat over alle economische interacties tussen individuen, bedrijven en overheden. Wanneer
deze interactie toeneemt hebben we economische groei. De overheid gebruikt wetten en prikkels om de
economie te sturen. De economie is een optelsom van individuele keuzes van personen en bedrijven.
Hoe maken wij keuzes?
Binnen de traditionele economie gaan we uit van “rationeel” en “optimaliserend” gedrag. Deze rationele
(alle mogelijkheden op een rijtje zetten en vervolgens kies je de beste mogelijkheid, dit is omdat we
altijd meer willen. Meer welvaart, inkomen etc.) keuzes zorgen voor maximale keuzes. Tegenwoordig is
er veel aandacht voor:
 “bounded rationality” = we zijn niet in staat om de beste keuze te maken.
 “cognitive biases” = denkfouten.
Cognitieve biases laten zien dat we niet zo rationeel zijn als we denken.
Paradox of choice: bij heel veel keuzemogelijkheden gaat men heel veel kopen, dit is echter niet waar.
Dit komt door keuze stress, als er te veel keuzemogelijkheden zijn kunnen onze hersenen dit niet aan.
Hyperbolic discouting: je kunt iets leuks doen of iets niet leuks doen. Men kan tegen zichzelf zeggen dat
ze nu iets leuks doen en morgen dan het minder leuke doen…
Vrouwen hebben bepaalde cognitive biases waar bedrijven gebruik van maken. Vrouwen zijn bv. veel
slechter in staat om te gaan met kortingen. Mannen hebben meer last van overconfidence bias, ook zijn
mannen minder gevoelig voor risico’s. Ze kunnen geen veilige risico’s inschatten.

Stel we zijn rationeel  het economisch probleem
- Wat moet er worden geproduceerd?
- Hoe moet dit worden geproduceerd?
- Wie krijgt de geproduceerde goederen en diensten?

Productiemiddelen:
- Land, Arbeid, Kapitaal (en ondernemerschap) KALO
- Beloning: pacht, loon, rente en winst.

De behoeften “oneindig”, de middelen beperkt. Voor ons consumenten tijd en geld.

Schaarste  keuzes
Schaarste  competitie  efficiency (en ongelijkheid)

Opportunity costs
Schaarste  keuzes (tradeoffs)  opportunity costs (opofferingsksoten)
“There is no such thing as a free lunch”; er is nooit iets gratis, er zijn altijd opofferingskosten. Wat kan ik
daardoor niet doen? Bijvoorbeeld waar zou je nu zijn als je niet bij dit college was?
Wat levert me op versus wat kost het?

Opportunity costs
- De ‘nettowaarde’ van je tweede keuze
- Nettowaarde: ‘De waarde van de tweede keuze” – “de kosten van de tweede keuze”.
Opportunity costs beïnvloeden gedrag en keuzes. Dit geld op verschillende niveaus: individuen,
bedrijven en overheden.

Marginale analyse
“Rationeel” en “optimaliserend” gedrag
- Welke keuze levert het meeste op? Oftewel: wat is de meest efficiënte keuze?

,Hiervoor maken we een marginale analyse.

Marginale opbrengsten: wat levert één extra product op?
Marginale kosten: wat zijn de kosten van één extra product?
Meest efficiënte punt: MO=MK

Dit is niet constant en opportunity costs spelen hier ook een rol!

Prikkels (en “unintended consequences”)
Prikkels (incentives) beïnvloeden (goed) gedrag
- Prijzen, accijns, subsidies, bonussen, nudging (kleine trucjes, om gewenst gedrag te laten
tonen (holle bolle Gijs, orgaandonor))
Rules ad…. :als je nu een lot koopt en 200.000 wint. En je krijgt morgen een boete van 180.000, is
iemand ongelukkiger als voordat diegene 200.000 won. Terwijl er alsnog 20.000 winst is.
Door te veel prikkels/druk zorgt ervoor dat mensen slechter presteren.

Prikkels  unintended consequences, als je prikkels instelt op bepaalt gedrag moet je goed nadenken
over wat de niet bedoelde neveneffecten zijn.
Denk aan kinderopvang in Israël, permanente contracten, hypotheekrenteaftrek (versus pensioenen),
sociaal leenstelsel, bankdeposito garantiestelsel.

Het economisch probleem
Terug naar het economisch probleem
- Wat moet er worden geproduceerd?
- Hoe moet dit worden geproduceerd?
- Wie krijgt de geproduceerde goederen en diensten?

Kapitalisme  markteconomie
- Productiemiddelen zijn privaat eigendom.
- Het economisch probleem wordt via markten en prijzen ‘opgelost’.
- De samenleving bepaalt via vraag en aanbod wat en hoe er wordt geproduceerd.
- Individuele beslissingen van bedrijven en personen. Iedereen die iets koopt, dat dat geld wat je
ervoor betaald het waard is. Je haalt er meer plezier uit, dan de kosten.
- “Invisible hand”  prijzen

Economische groei
De grootte van de ecnomie wordt gemeten via BBP (GDP)
- De optelsom van alle inkomens/alle productie in een bepaalde periode
- Productie (aanbod)  inkomen  vraag (says law)

BBP per capita (persoon).

Economische groei  Groei BBP per capita
Productiviteit! (wij Nederlanders zijn lui, maar wel welvarend)
- Belangrijke bron van productiviteitstijging: investeringen en technologie.
- Belangrijke bron van productiviteitsstijging: handel (zowel nationaal als internationaal)

De grootte van de economie: “Production possibilities frontier”
Hoeveel kan een land (of persoon, bedrijf, regio etc.) produceren?

,We gaan uit van twee verschillende producten. Bijvoorbeeld computers en televisies.
Constante “opportunity costs”




In werkelijkheid echter vaak toenemende “opportunity costs”.




Waarom? Van A naar B is de opofferingskosten van een televisie is een computer. Van B naar C is dat
1.5 computer. Als ik meer van het een ga maken, dan kost het me meer van het ander. Dit komt door de
bron arbeid. Als ik computers ga maken, zet ik de beste mensen in. Als ik meer computers ga maken,
moet ik ook meer mensen in zetten die beter zijn in televisies maken. Dit zorgt ervoor dat we minder
efficient te werk gaan.

Handel
In een markteconomie is niemand “self sufficient” (zelfvoorzienend). We specialiseren ons in een ding,
en we kopen vervolgens alle andere zaken.
De productiviteit wordt verhoogd als mensen/bedrijven/steden/landen zich specialiseren.
Specialisatie waarin we relatief goed in zijn  datgene waar onze opportunity costs het laagst zijn.
Hierdoor produceert iedereen meer dan zelf nodig
- Dit kan enkel als het “surplus” kan worden verkocht op markten
- Hoe meer handel op markten  hoe meer specialisatie  hoe hoger de productiviteit/efficiëntie
 hoe hoger de welvaart.
- Gevaren: wat als de markt instort?

Absolute voordelen
Duitsland heeft een absoluut voordeel bij het
produceren van auto’s.
Frankrijk heeft een absoluut voordeel bij het
produceren van fietsen.

, De productiemogelijkheden voor Duitsland en
Frankrijk zonder internationale handel:




Voordelen van handel
Beide landen moeten op een prijs uitkomen die handel voordelig maakt voor beiden.
Dit is een “prijs” (ruilvoet) die tussen de “opportunity costs” van beide landen ligt.
Duitsland: 1 auto = ¼ fiets
Frankrijk: 1 auto = 3 fietsen.
Mogelijke “prijs”: 1 auto = ¾ fiets.
Duitsland gaat zich specialiseren in auto’s en Frankijk in fietsen.
Ze besluiten 300 fietsen te ruilen voor 400 auto’s.




Comparatieve voordelen
In de werkelijkheid is het vaak zo dat een land een absoluut voordeel heeft voor beiden producten.
Daarom kijken we naar comparatieve voordelen: het goed dat je relatief goedkoop kan produceren: in
termen van anderen goederen  opportunity costs. Wie heeft de laagste opportunity costs bij het

Dit zijn jouw voordelen als je samenvattingen koopt bij Stuvia:

Bewezen kwaliteit door reviews

Bewezen kwaliteit door reviews

Studenten hebben al meer dan 850.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet jij zeker dat je de beste keuze maakt!

In een paar klikken geregeld

In een paar klikken geregeld

Geen gedoe — betaal gewoon eenmalig met iDeal, creditcard of je Stuvia-tegoed en je bent klaar. Geen abonnement nodig.

Direct to-the-point

Direct to-the-point

Studenten maken samenvattingen voor studenten. Dat betekent: actuele inhoud waar jij écht wat aan hebt. Geen overbodige details!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jolienr99. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 69052 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Begin nu gratis
€2,99  12x  verkocht
  • (3)
In winkelwagen
Toegevoegd