Samenvatting Beroepssituatie 9
HC 9.2 / KL 9.1 MB – Borderline persoonlijkheidsstoornis en biologisch risicogedrag
Leerdoelen:
kan de verschillende oorzaken, verschijnselen en behandelingsmogelijkheden van een
borderline persoonlijkheidsstoornis beschrijven;
kan het biologisch risicogedrag bij borderline verklaren;
kan van verschillende psychofarmaca de (contra)indicaties, werking en bijwerking,
bijzonderheden en interacties benoemen.
Wanneer persoonlijkheidsstoornis: als je persoonlijkheid de wijze van omgaan met jezelf en
anderen, je in de weg gaat zitten, gaat leiden tot problemen in de omgang met anderen, studie- en
werkproblemen, relatieproblemen.
Kenmerken persoonlijkheidsstoornis: diepgeworteld star omgangs-, waarnemings- en denkpatroon
dat kan leiden tot ernstige beperkinge in het dagelijks functioneren / het vermogen om
verantwoordelijkheid te nemen voor het eigen gedrag is verstoord / er is een beperkte kijk op
zichzelf, de omgeving en de wereld om hen heen.
Tien soorten peroonlijkheidsstoornissen
Cluster A: Vreemd en excentriek gedrag
Cluster B: Dramatisch, emotioneel of labiel
1
,Cluster C: Nerveus of angstig gedrag
Borderline persoonlijkheidsstoornis
Verschijnselen: instabiele relaties met andere mensen / vaak impulsief / wankel en wisselend
zelfbeeld / last van plotselinge, extreme stemmingswisselingen en terugkerend suïcidaal gedrag /
ervaren chronisch gevoel van leegte.
Theorieën mogelijke oorzaken
- Freud: ‘Hysterie.’
- Kernberg: ’‘Vroege ontwikkelingsstoornis’ een niet ontwikkelde agressie
regulatie drift.’
- Rhode-Dasher: ‘Opeenstapeling van trauma’s in de kindertijd.’
- Redderman, Sachse: ‘Ervaringen met geweld en sexueel misbruik.’
- Ruppert: ‘Gevolgen van bindingstrauma.’
Behandelingsmogelijkheden
- Cognitieve gedragstherapie: ’Verkeerde’ denkpatronen om te buigen, realistischer te kijken naar
situaties en gedrag te veranderen.
- Schematherapie: jouw huidige gevoelsleven en de manier waarop je naar jezelf en anderen kijkt,
wordt bepaald door ervaringen en gebeurtenissen uit het verleden.
- Psychodynamisch therapie: Samen met je therapeut aan het werk. Je krijgt daarbij inzicht in
vertrouwde overlevingsstrategieën en welk gedrag je kan helpen om minder last te hebben van
je klachten.
- Vaardigheidstraining emotie regulatie stoornis: Je leert beter omgaan met je emoties en meer
balans te krijgen in je leven.
- Systeemtherapie: Samen onderzoeken we hoe we de (negatieve) invloed van borderline op je
relaties kunnen verminderen.
- Mentally based treatment: Het gedrag van jezelf en van anderen beter kan begrijpen. Je krijgt
meer zicht op achterliggende gevoelens en gedachten.
- Dialectische gedragstherapie: Het denken, voelen en het gedrag wordt onderzocht. Daarna
ervaar je wat de gevolgen zijn van je houding en gedrag op anderen.
- Psychodynamische behandeling: Een vorm van therapie waarin de gedachten, gevoelens en
ideeën van de cliënt actief in beweging worden gezet.
Biologisch risicogedrag bij borderline
Stemmingswisselingen. (bv. woede, prikkelbaarheid of angst.) / depressie / suïcidaliteit /
dissociatieve verschijnselen / psychose / relatie problemen of ruzies / onvoorspelbaar of ontremd
gedrag, zelfdestructief handelen. (bv. automutilatie) / middelengebruik / onveilige seks / impulsieve
gevaarlijke acties (bv. boos autorijden).
2
, Psychofarmaca
behandeling met medicatie is geen directe therapie
Indirect wel:
1. Antidepressiva
2. Angstremmende middelen
3. antipsychotica
1. Antidepressiva bij stemmingsstoornissen
prozac, amitriptylinneuraxpharm, mirtazapin-mepha, anafranil & citalopram dura.
1. Klassieke antidepressiva: TCA (=tricyclysche antidepressiva)
2. Moderne antidepressiva: SSRI (=remmen de heropname van serotonine)
Werking:
Noradrenaline: antidepressief en activerend
Serotonine: antidepressief en angstdempend
- Werking pas na twee tot vier weken zichtbaar/merkbaar
- Moeten na verbetering van de symptomen minstens 6 maanden gebruikt worden.
- Nierfunctie moet goed zijn, bloedspiegels moeten regelmatig gecontroleerd worden.
Mogelijke bijwerkingen TCA
droge mond / droge ogen en wazig zien / moeilijk plassen / verstopping van de darmen /
seksuele stoornissen (zoals minder zin in seks) / duizeligheid / versnelde hartslag door tijdelijk
verlaagde bloeddruk / sufheid / verwardheid / gewichtstoename (door meer eetlust) /
verminderde hartwerking.
Mogelijke bijwerkingen SSRI
maag- en darmklachten (misselijkheid, braken, diarree) / nervositeit / hoofdpijn / toegenomen
prikkelbaarheid of agressie / gewichtsafname of toename / slapeloosheid / seksuele stoornissen
of het verlies van seksuele gevoelens / bloedingsstoornissen (sneller blauwe plekken).
2. Angstremmende middelen (anxiolytica) bij angst, opwinding, woede, razernij
diazepam, zopiclon, oxazepam, bromazepam sandox & lormetazepam Sandox.
Minor tranquillizers / sederende middelen / slaapmiddelen en anti-epileptica:
- Anxiolytica
- Benzodiazepinen (angstdempend / slaapverwekkend)
- Anxiolytische werking
- Sederende en hypnotische werking
- Anticonvulsieve werking
- Spierrelaxerende werking
Anxiolytica: langwerkend: T1/2 >12 uur
Hypnotica: kortwerkend: T1/2 3-6 uur
Profylaxe: bijv alcohol onthoudingsverschijnselen
Anti-epileptica
Koortsconvulsies: bij kinderen <3 jaar
Werking: dempende werking centraal zenuwstelsel.
Bijwerkingen Benzodiazepinen
Afvlakking psychisch functioneren, dufheid / Concentratie stoornis, afname alertheid en
motorische vaardigheid (cave: autorijden) / Paradoxale reactie: rusteloosheid, agitatie,
hallucinaties, wanen, agressief gedrag: vooral bij ouderen, jongeren en drugsverslaafden /
Afhankelijkheid: abstinentieverschijnselen / Rebound gedrag: meer angst/slapeloosheid (bij zeer
kortwerkende middelen) / Amnesie vergeetachtigheid • Cave interacties met alcohol en andere
psychotrope stoffen.
3