Een samenvatting aan de hand van alle toetsdoelen uit de toetsgids(2018) van 10 voor de leraar voor de Kennisbasistoets Nederlands voor de Pabo. ALLES STAAT HIERIN!! De samenvatting is gemaakt met literatuur van Les in taal en het boek Basiskennis Taalonderwijs. Gecontroleerd door docenten van de P...
, Klankzuivere woorden......................................................................................................................16
Schriftsystemen................................................................................................................................16
Ontwikkeling geletterdheid...............................................................................................................18
Functionele geletterdheid en functioneel analfabetisme.................................................................18
Thuissituatie en geletterdheid..........................................................................................................18
Voortgezet technisch lezen...................................................................................................................19
Strategieën technisch lezen..............................................................................................................19
Voordrachtsaspecten........................................................................................................................19
Niveaubepaling van teksten en leesteksten......................................................................................19
Automatisering.................................................................................................................................20
Leesproces........................................................................................................................................20
Dyslexie.............................................................................................................................................20
Begrijpend lezen...................................................................................................................................21
Leesstrategieën.................................................................................................................................21
Technieken voor informatieverwerking............................................................................................21
Reflecteren op leesgedrag................................................................................................................21
Tekstsoorten.....................................................................................................................................23
Tekstkenmerken................................................................................................................................23
Relaties in teksten.............................................................................................................................24
Tekstdoelen.......................................................................................................................................24
Informatieverwerking.......................................................................................................................24
Stellen...................................................................................................................................................25
Stappen in het schrijfproces.............................................................................................................25
Tekstkenmerken schrijven.................................................................................................................25
Schrijfproces.....................................................................................................................................26
Schrijfstrategieën..............................................................................................................................26
Jeugdliteratuur.....................................................................................................................................27
Literaire genres.................................................................................................................................27
Beoordelingscriteria jeugdliteratuur.................................................................................................27
Taalbeschouwing..................................................................................................................................28
Functies van taal...............................................................................................................................28
Taalbeschouwings-strategieën..........................................................................................................28
Taalgebruik.......................................................................................................................................28
Taalvariatie.......................................................................................................................................28
3|Pagina
, Taal...................................................................................................................................................29
Het taalsysteem................................................................................................................................29
Metalinguïstisch bewustzijn..............................................................................................................30
Taalverandering................................................................................................................................30
Spelling.................................................................................................................................................31
Spellingstrategieën...........................................................................................................................31
Spellingcategorieën..........................................................................................................................31
Werkwoordspelling...........................................................................................................................32
Principes Nederlandse spelling.........................................................................................................32
4|Pagina
,Algemeen
Toetsvragen
De toets bevat in totaal 100 vragen en bestaat uit meerkeuzevragen met drie of vier
antwoordalternatieven. Een antwoord is goed of fout. Een goed antwoord levert 1 punt op. Een fout
antwoord of geen antwoord 0 punten
Toetsmatrijs
Om de landelijke kennistoets samen te stellen, wordt gebruik gemaakt van een toetsmatrijs. Hierin is
aangegeven welke domeinen van de kennisbasis getoetst worden in de landelijke kennistoets. Ook is
vermeld hoeveel vragen per domein in de toets voorkomen. De nummering van de domeinen verwijst
naar de kennisbasis Leraar basisonderwijs, Nederlands. Hieronder is de verdeling van het aantal
vragen opgenomen:
Toetsblokken
De toets is opgebouwd uit een aantal blokken:
Blok Onderwerp Aantal vragen
Blok 1 Vragen over achtergrond student -
Blok 2 Mondelinge taalontwikkeling 25 vragen
Blok 3 Schriftelijke taalontwikkeling 36 vragen
Blok 4 Begrijpend lezen en schrijven 19 vragen
Blok 5 Taalkunde 20 vragen
Het eerste blok bestaat uit een aantal vragen over de achtergrond van de student. De antwoorden op
deze vragen tellen niet mee bij het bepalen van de uitslag van de toets. De toetstijd begint te lopen na
het afronden van dit blok. Niet elk blok kost evenveel tijd om te maken.
5|Pagina
,Mondelinge taalvaardigheid
Luisterdoelen
Luisteren is een minder doelbewuste vaardigheid dan spreken. Je kunt toevallig iets opvangen zonder
dat je van tevoren een bepaald luisterdoel hebt. Maar een luisteraar kan ook bewuster bepaalde
doelen hanteren. Om deze doelen te realiseren, kies je als luisteraar bewust of onbewust, een
luisterstrategie. Hieronder zie je de relaties tussen de luisterdoelen en de luisterstrategieën:
Luisterdoel Luisterstrategie Voorbeeld strategie
Iets te weten willen komen Intensief luisteren Details ook belangrijk vinden
Een bepaald gevoel willen ondergaan Globaal luisteren De grote lijn volgen
Zich een mening willen vormen Kritisch luisteren Mening vormen
Een bepaalde handeling willen uitvoeren Gericht luisteren Specifieke informatie oppikken
Een spel mee willen spelen - -
Spreekdoelen
Sprekers kunnen verschillende doelstellingen hebben tijdens het spreken. De vier belangrijkste
spreekdoelen zijn:
- Amuseren: doel om de toehoorders te vermaken, te boeien of te ontroeren.
o Vertellen van een mop
- Informeren: het overbrengen van feitelijke informatie.
o Vertellen hoe laat het is
- Instrueren: je wil iets uitleggen of verduidelijken. Je bent bezig met taken als uitleggen,
vertellen, aanwijzen of voordoen.
o De weg wijzen
- Overtuigen: de luisteraar overhalen een bepaald standpunt of bepaalde mening in te nemen.
o Zeggen dat je een boek echt moet lezen en vertellen hoe goed het is.
Sociale taalfuncties
Bij de sociale taalfuncties kan een onderverdeling gemaakt worden in:
- Zelfhandhaving: zichzelf verdedigen of bezit beschermen
o Die had ik!
- Zelfsturing: eigen handelingen met woorden ordenen of plannen aankondigen
o Dan ga ik eerst naar de bakker en dan naar de supermarkt.
- Sturing van anderen: beïnvloeden van gedrag van anderen
o Zullen we gaan zwemmen?
- Structurering van het gesprek: gesprekverloop beïnvloeden
o Mag ik even wat zeggen?
De sociale taalfuncties verwijzen naar de communicatieve functie van taal, waarbij het gaat om het
gebruik van de taal als communicatiemiddel
Cognitieve taalfuncties
Je gebruikt de taal als een hulpmiddel om je gedachten te ordenen en greep te krijgen op de
werkelijkheid. Dit doe je als je bv mening moet geven over iets waar je niet veel vanaf weet.
Cognitieve taalfuncties worden gerangschikt op mate van complexiteit:
- Rapporteren: verslag doen van iets wat in de werkelijkheid voorkomt. Je hebt iets
meegemaakt of gezien en je verteld erover
o Benoemen/etiketteren, beschrijven, vergelijken.
- Redeneren: bewerken van de gebeurtenis door extra denkstap in te bouwen.
o Chronologisch orderenen, concluderen, middel-doelrelatie/instrumentele relatie
leggen, oplossen van een probleem etc.
- Projecteren: proberen te verplaatsen in de gedachten en gevoelens van iemand anders.
o Esra heeft geen zin om te spelen. Ze is verdrietig want haar konijn is dood.
6|Pagina
, Mondeling presenteren
Bij mondeling presenteren houdt de spreker een voordracht in de vorm van een monoloog. Bij het
voorbereiden en uitvoeren van een voordracht volg je de volgende stappen:
- Oriënteren op de inhoud
- Doel en publiek bepalen
- Plannen presenteren
- Reflecteren op doel en inhoud
Dit zijn dezelfde stappen als bij het voorbereiden en produceren van een schriftelijke tekst. Deze
stappen hoeven niet noodzakelijk op deze volgorde.
Taalverwerving
In de praktijk worden de begrippen taalverwerving en taalontwikkeling door elkaar gebruikt. In het
taalontwikkelingsproces leren kinderen de regels voor:
- De taalinhoud
o Semantisch aspect; Betekenisleer
- De taalvorm
o Fonologisch aspect; Klankleer
o Morfologisch aspect; Vormleer
o Syntactische aspect; Zinsleer
- Het taalgebruik
o Pragmatisch aspect; Gebruik van taal
De ontwikkeling van de moedertaal wordt gedeeltelijk gestuurd vanuit de rijping van het centrale
zenuwstelsel. Denk daarbij aan ‘minimumspreeknormen’ die bij logopedie worden gehanteerd.
Daarnaast zorgt taalinput van buitenaf voor prikkeling van hersencellen, waardoor de taal zich in de
eerste zes jaren op de hersenschors vastlegt in een mentale atlas. Die bestaat uit het vermogen tot
geluidswaarneming, het vermogen tot klankvorming, het vermogen tot woordbegrip, het vermogen tot
zinsbegrip en het vermogen tot zinsproductie.
Creatieve constructietheorie: jaren 70, ook wel mentalisme, kinderen imiteren niet simpelweg de
taal, maar zelf over een aangeboren taalvermogen beschikken waarmee ze op een creatieve manier
zinnen kunnen bouwen. Een kind kan namelijk elke willekeurige taal leren. Het kind is met het
aangeboren taalleervermogen in staat om zelf structuur te ontdekken in de taal en kan het ook zinnen
vormen die het nog nooit eerder heeft gehoord
Interactionele benadering: er is belang van het aangeboren taalleervermogen, maar men
benadrukt dat het taalaanbod van de omgeving en de interactie tussen een kind en andere
moedertaalsprekers belangrijk is bij het leren van een taal. Daarbij moet de spreker wel duidelijk
praten, dat doen moeders enz vaak ook!
Taalontwikkelingsfasen
Pre linguale / pre verbale periode (0 tot 1 jaar)
De periode in de taalontwikkeling voordat een kind zijn eerste woordjes spreekt, ook wel de voortalige
periode genoemd. Deze periode loopt vanaf de geboorte tot aan ongeveer het eerste levensjaar en
omvat de fasen:
- Huilen; De eerste zes weken, een baby geeft signalen
- Vocaliseren; 6-20 weken, een baby produceert klanken, a-a-a-a
- Vocaal spel; 4-6 maanden, een baby experimenteert met klanken
- Brabbelen; vanaf 7 maanden, een baby produceert klankgroepen zonder betekenis, mamama
Linguale periode
De periode in de taalontwikkeling na het eerste levensjaar, waarin een kind woorden en zinnen als
communicatiemiddel gebruikt. De linguale fase in de taalontwikkeling kent drie perioden:
- Vroeg linguale fase (1 tot 2,5 jaar)
o Bestaat uit de fasen van de éénwoordzin, de tweewoordzin en de meerwoordszin.
- Differentiatiefase (2,5 jaar tot 5 jaar.
o Kinderen leren veel nieuwe woordsoorten en de woordenschat breidt zich sterk uit.
- Voltooiingsfase (5 jaar en ouder)
7|Pagina
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper nataliebergsma. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,84. Je zit daarna nergens aan vast.