Werkcolleges Maag Darm
Lever
Werkcollege 1
Opdracht 1:
In het ziekenhuis wordt je door de artsen in consult gevraagd. Een 43-jarige man is
opgenomen na een val met zijn wielrenfiets. Hij heeft een kaakfractuur opgelopen en 2
gebroken ribben. Zijn kaak is operatief gefixeerd en dhr. zal minimaal 6 weken niet
normaal kunnen eten. Hij kan alleen een dun vloeibare consistentie tot zich nemen. De
arts vraagt je om een dieetbehandelplan voor dhr. op te stellen. Dhr. is 1m 85 lang en
weegt 67 kilo. Zijn behoefte is: 100 gram eiwit (1,5 g / kg) en 2150 kcal (HB+30%)
Vraag 1:
Welke hoofd- en subdoelen kun je opstellen voor de behandeling van dhr.?
Hoofddoel: voorkomen verslechtering voedingstoestand tijdens de kaakfixatie
Subdoel: behalen volwaardige voeding, energie (2150 kcal) en eiwit (100 gram) door
middel van een voeding aangepast in consistentie (dun vloeibaar) tijdens de kaakfixatie.
Vraag 2:
Welke adviezen kun je dhr. geven t.a.v. aanpassing van zijn broodmaaltijden,
tussendoortjes en warme maaltijd?
Broodmaaltijden: kunnen vervangen worden door havermout, brinta, verdunde vla en
yoghurt, verdunde maaltijdsoep.
Tussendoortjes: drinkvoeding, yoghurt, soep, chocolademelk, milkshake
Warme maaltijden: pureren en verdunnen met water/bouillon/melk
Belangrijk!!: multivitamine suppletie door middel van een bruistablet om verder in de
behoefte te voorzien (dit hoeft niet bij het gebruik van drinkvoeding)
Opdracht 2:
Je bent werkzaam als diëtist op de polikliniek van een algemeen ziekenhuis. De maag-
darm-lever arts heeft een patiënt (dame van 56 jaar) verwezen die moeite heeft met
eten en al ruim 7 kilo is afgevallen. Op de verwijsbrief staat: voeding zakt onvoldoende,
diagnose nog onbekend. Lengte: 1m 65, gewicht: 51 kg.
Vraag 1:
Wat kan er aan de hand zijn? Stel initiële hypotheses op en verwerk deze als mind-map
op een flap-over.
H1a: de voeding zakt niet door achalasie
H1b: De voeding zakt niet door kanker
H1c: De voeding zakt niet door candida
H1d: De voeding zakt niet door globusgevoel
H1e: De voeding zakt niet door zenker divertikel
H1f: De voeding zakt niet door Barrett slokdarm
H1g: De voeding zakt niet door spasme
H1h: De voeding zakt niet door gist (gastro intestinale stroma tumor)
H1i: De voeding zakt niet door eosinofiele oesophagitis
,Vraag 2:
Welke gegevens heb je nog nodig om tot een goed behandelplan te komen, ondanks dat
je de diagnose nog niet weet?
1. Voedingspatroon
2. Verloop van de stoelgang
Aanvullende informatie:
Na 1 week belt mw. op, de diagnose is gesteld en mw. heeft slokdarmkanker. Inmiddels
passeert er vrijwel geen voeding meer en heeft de arts besloten een sonde te plaatsen.
Naast de sondevoeding heeft mw. dan een NPO beleid. Mw. heeft een curatief
behandelplan gekregen, het plan is om mw. 40 keer te bestralen en er zal een operatie
uitgevoerd worden waarbij een buis-maag wordt aangelegd.
Vraag 3:
Bereken de energie- en eiwitbehoefte van mw.
Energiebehoefte: 1781 (met een toeslag van 1,5)
Eiwitbehoefte: 1,5 X 51 = 76 gram eiwit
Vraag 4:
Welke soort (locatie) sonde zou je adviseren aan de arts, rekening houdend met mw. haar
klachten en haar behandeling?
Er wordt geen PEG sonde geplaatst, omdat zij al een keer geopereerd moet worden en
daarbij de maag wordt opgerekt. Met een PEG sonde kan dit niet. De voorkeur gaat uit
naar een neus duodenum sonde omdat bij een neus maag sonde het risico bestaat dat zij
moet braken. Zij heeft passage stoornissen dus kan zij niet braken. Bij een neus
duodenum sonde is deze kans kleiner.
Vraag 5:
In het ziekenhuis zijn de volgende sondevoedingen aanwezig, welke soort en hoeveelheid
sondevoeding adviseer je mw.?
Schema sondevoedingen Nutricia
Soort sondevoeding Energie per 100 ml Eiwit per 100 ml
Nutrison standaard 100 kcal 4g
Nutrison standaard Multifibre 103 kcal 4g
Nutrison ProteinPlus 125 kcal 6,3 g
Nutrison ProteinPlus Multifibre 128 kcal 6,3 g
Nutrison Energy 150 kcal 6g
Nutrison Energy Multifibre 153 kcal 6g
Nutrison Low Energy Multifibre 78 kcal 3g
Vocht: 1500-2000 ml
Vezels: geen contra-indicatie
Energie: 1780 kcal
Eiwit: 76 gram
Uitkomst 1900 ml van nutrison standaard multifibre
Er worden nooit porties in de darmen gegeven!
Vraag 6:
Stel een opbouwschema op voor de sondevoeding.
,Mevrouw heeft een mogelijk risico op refeeding in verband met een langere tijd een
beperkte passage, dus er wordt gestart met 10 kcal per dag en opgebouwd met 10 kcal
per dag. Zij krijgt een duodenum sonde dus 24 uur voeden is mogelijk. Er worden geen
porties gegeven maar gebruik gemaakt van een pomp. Er wordt gestart met een
pompstand van 20 ml per uur. En dagelijks opgebouwd met 20 ml per uur. Eindstand
staat de pomp op een stand van 80 ml per uur.
Werkcollege 2
Casus 1
Je bent werkzaam als diëtist op de polikliniek van een algemeen ziekenhuis. De maag-
darm-lever arts heeft patiënt (dame van 56 jaar) na een half jaar opnieuw naar je
, verwezen. Op de verwijsbrief staat: branderig gevoel na aanleg van een buismaag.
Lengte 1m65, gewicht 56 kg.
Vraag 1
Stel de initiële hypothese op
H1a: zuurbranden door aanleg van de buismaag
H1b: zuurbranden door eetpatroon
H1c: zuurbranden door de houding
H1d: zuurbranden door het leefpatroon
Vraag 2
Welke vragen stel je om het probleem duidelijker te krijgen?
Voedingsanamnese afnemen om de inname van vet in beeld te krijgen
Vragen naar de consumptie van alcohol, koffie en koolzuurhoudende dranken
Vragen naar de etenstijden van mevrouw
Vragen naar de grootte van de maaltijden
Vragen hoever voor het slapen mevrouw nog eet
Vragen naar de momenten waarop de klachten zich voordoen
Vragen naar het leefpatroon van mevrouw (roken)
Vraag 3
Welke informatie wil je verder nog weten en van welk persoon?
Arts: medicatie en verdere klachten
Vraag 4
Geef een voedingsadvies naar aanleiding van de klachten die mevrouw heeft
Voedingsadvies:
Veelvuldig kleine maaltijden
Grote vetrijke maaltijden vermijden (de grootte heeft het meeste effect)
2 uur voor het slapen gaan geen grote maaltijden meer nemen
Koffie, koolzuurhoudende dranken, chocolade, alcohol en pepermunt vermijden
Inslikken van lucht voorkomen door kauwgomkauwen, haastig eten, slurpen van
hete dranken
Casus 2
Mevrouw Hoentjes, 67 jaar, is doorverwezen door de huisarts naar de MDL-arts. Ze heeft
de laatste tijd veel last van passageproblemen, vooral vast voedsel lijkt niet te zakken.
Mevrouw braakt regelmatig na de maaltijd en heeft een slechte eetlust. Hij verwijst haar
door naar jou polikliniek. Mevrouw woont samen met haar echtgenoot en werkt niet
meer. Tot voor kort is ze altijd gezond geweest en leidt een actief sociaal leven. Ze doet
vrijwilligerswerk bij een verzorgingstehuis, speelt 2x per weel bridge en past vaak op de
kleinkinderen. Ze gaat overal met de auto naar toe en sport niet. Lengte 1m78 en
gewicht 66 kg, 1 maand geleden woog zij 70 kg.
Vraag 1
Welke informatie zou je nog meer van haar willen weten en waarom?
Hoeveel maaltijden neemt zij per dag?
De grootte van de maaltijden
Welke producten zij gebruikt
Heeft ze klachten bij alles wat zij eet
Heeft zij zelf de laatste weken veranderingen in haar eetpatroon aangebracht?
Heeft ze last van zuurbranden?
Hoeveel braakt mevrouw? Braakt ze een deel van de maaltijd uit of de gehele
maaltijd?