Opdrachten bestuurs/handhavingsrecht
Week 1
Opdracht 1. Even opfrissen! (thuisopdracht)
Ga naar de volgende website: https://www.cali.nl/?actie=menu_mod_publiek_bekijken en doorloop
de module ‘bestuurs(proces)recht’. Als een account wordt gevraagd, kun je je Fontysmail opgeven.
Opdracht 2. Beroepsprofiel: waar werkt een toezichthouder?
a. Zoek op internet drie instanties op die zich bezighouden met het houden van toezicht en
handhaven.
Belastingdienst, BOA, zorginstelling, arbeidsinspectie, inspectie werk en inkomen,
leerplichtambtenaar, commissariaat voor de media, politie
b. Achterhaal voor de gevonden instanties op welk terrein deze actief zijn. Op de naleving van welke
regelgeving zijn de gevonden instantie actief.
BOA = Buiten, in het groen, bossen, velden, etc
Politie en OM = Stad en land
c. Geef aan welke bevoegdheden de gevonden instanties hebben. M.a.w., wat kan of mag de
toezichthouder/handhaver doen?
Bekeuringen geven, staande houden, sancties opleggen, controleren
Tip: Voor de beantwoording van de vragen behorend bij opdracht 2 kan je gebruik maken van de hieronder
opgenomen matrix.
Toezichthoudende & Op welk terrein is men Op (de naleving van) Welke bevoegdhe-den
handhavende instantie actief? welke regelgeving ziet heeft men?
men toe?
1
2
3
4
5
Opdracht 3. Binnentreden van een woning
Hamers heeft net een flitsend geweer voor zijn hobby gekocht. Hij heeft keurig een jachtvergunning
aangevraagd. Hij krijgt vervolgens controle van de toezichthouder. Deze constateert dat het geweer
en de munitie niet in een afgesloten kast is opgeborgen, maar in een klerenkast. Hamers krijgt de
mededeling dat hij die voorziening, een afgesloten kast, moet treffen. Dat staat ook letterlijk in de
vergunning.
Hamers heeft hier helemaal geen zin in. Veel teveel gedoe. Hij denkt dat het allemaal niet zo’n vaart
loopt en treft de vereiste voorziening niet. Maar twee maanden later staat de toezichthouder weer
op de stoep. Hamers zegt dat hij de toezichthouder niet binnen hoeft te laten.
a. Wat zegt de Awb over het betreden van een woning door een toezichthouder zonder
toestemming van de bewoner?
Art 5:15 Awb: Toezichthouder is bevoegd elke plaats te betreden met uitzondering van een
woning van bewoner zonder toestemming.
b. Mag Hamers weigeren om de toezichthouder binnen te laten? Ga er in deze casus vanuit dat er
in bijzondere wetgeving geen relevante bepalingen over binnentreden staan.
, Hij mag weigeren, want Hamers heeft geen toestemming gegeven aan de toezichthouder.
Toezichthouder mag dus geen gebruik maiken van deze bevoegdheid, aangezien er niks in de
speciale wet staat, dus we moeten uitgaan van de Awb.
c. Hamers is dus niet verplicht mee te werken op grond van art. 5:20 Awb. Wat kan het
bestuursorgaan in dat geval dan doen?
Vragen om een machtiging (toestemming vragen aan officier), intrekken van de vergunning
(wanneer je wapenvergunning intrekt, en je naar binnen loopt en je treft daar een wapen aan
met kogel, pleegt meneer direct een strafbaar feit kan meteen worden ingenomen)
Opdracht 4. De v.o.f. als overtreder
Op 1 mei 2016 krijgt slager Janssen een waarschuwing omdat zijn klimaatbeheersingssysteem niet
functioneert. Het is te warm in zijn zaak. Vanaf 1 september 2016 heeft Janssen zijn zaak voortgezet
met zijn zoon. De eenmanszaak is overgegaan naar een v.o.f. De v.o.f. krijgt januari 2017 een controle
en weer blijkt dat het te warm is in de zaak. Deze keer krijgt hij geen waarschuwing, maar een boete.
Janssen jr. maakt hiertegen bezwaar.
De strekking van dat bezwaar is dat de waarschuwing aan de rechtsvoorganger van Janssen en
Janssen jr. is gericht en niet aan de v.o.f. Er is daarom geen sprake van recidive en er had dus eerst
een waarschuwing moeten worden gegeven. Dat is in het gemeentelijke beleid zo vastgesteld.
Het bestuursorgaan verwerpt dit bezwaar. De waarschuwing is destijds aan Janssen gegeven en de
v.o.f. is niet alleen in de rechten, maar ook in de plichten van de voorheen als eenmanszaak gedreven
onderneming getreden. Daarom wordt de overtreding toegerekend aan de v.o.f.
a. Wat is er in de Awb geregeld over de ‘overtreder’ en de ‘overtreding’?
Overtreding (Art 5:1 lid 1 Awb) Een gedraging die in strijd is met de wet (wettelijk
voorschrift) Het nalaten van het repareren van zijn klimaatbeheersingssysteem, heti s te
warm in zijn zaak
Overtreder (Art 5:1 lid 2 Awb) Degene die de overtreding pleegt of medepleegt Janssen en
de tweede keer de v.o.f
b. Kan de v.o.f. ook een overtreder zijn? Betrek in je antwoord art. 5:1 lid 3 Awb en volg de
verwijzing naar het Wetboek van Strafrecht.
Overtredingen kunnen worden gemaakt door rechtspersonen en natuurlijke personen. De vof
is geen van beide, dus dan ga je door naar 5:1 lid 3. Je wordt door verwezen naar artikel 51 van
Sr. Kijkend naar lid 3, hierin staat dat je de vof als rechtspersoon kunt aanspreken. Dus de vof
is ook een overtreder.
Opdracht 5. Het stapelen van sancties
De eigenaar van een pand aan de Warmoesstraat in Amsterdam had zijn bovenwoningen aan
toeristen verhuurd. Dat deed hij niet zelf, want daar had hij een bemiddelingsbureau voor
ingeschakeld. Tijdens een inspectie in het pand werden zestien slaapplaatsen aangetroffen. Er waren
toen drie toeristen aanwezig.
Er werden drie sancties opgelegd. Er werd een last onder bestuursdwang toegepast vanwege de
brandonveilige situatie; er werd een last onder dwangsom opgelegd omdat het gebruik van de
bovenwoningen in strijd was met het bestemmingsplan en er werd een bestuurlijke boete opgelegd
(24.000 euro), omdat er zonder vergunning woningen waren onttrokken aan de woningvoorraad.
De verhuurde boven-
verdieping in de War-moesstraat
in Amster-dam
Foto: R. Ritzen
,De eigenaar wist dat hij de wet overtrad, maar hij moest het pand wel aan toeristen verhuren omdat
het regulier verhuren te weinig opbracht. Hij vond dan ook dat de boete gematigd moest worden. De
rechter ging daar niet in mee.
a. Leg uit waarom art. 5:8 Awb van belang is in deze casus.
Er worden 3 verschillende sancies opgelegd, aangezien er sprake is van 2 of meer overtredingen.
b. Welke belangen worden in deze casus beschermd?
Mensen komen snel aan een woning, veiligheidsbelang, goede ruimtelijke ordening, bescherming
van de hoeveelheid woonruimte
Opdracht 6. Handhaving en de APV
Het college van B en W van Slagharen had aan Karelse, de eigenaar van een
promotieverhuurvoertuig, een last onder dwangsom opgelegd wegens overtreding van de APV.
Karelse betoogt dat hij het voertuig had verhuurd, zodat niet hij, maar de huurder als overtreder
aangemerkt moet worden.
Ga bij het beantwoorden van de vragen uit van het onderstaande juridisch kader:
a. Welke bepaling uit de APV is overtreden?
Art 5:7 lid 1 APV
b. Wat wordt in de APV onder ‘parkeren’ verstaan?
Ingevolge artikel 1 onder ac van het reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990.
c. Wat wordt in het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 onder ‘parkeren’ verstaan?
Laten stilstaan van een voertuig (niet uit of instappen)
d. Wie laat het voertuig stilstaan: Karelse of de huurder?
Huurder
e. Mag het gemeentebestuur een last onder bestuursdwang aan Karelse opleggen?
Nee, want de verhuurder wordt niet in het juridische kader genoemd dus er kan hem geen
bestuursdwang worden opgelegd.
f. Mag het gemeentebestuur in plaats van een last onder bestuursdwang ook een last onder
dwangsom opleggen?
Ja, art 5:32 lid 1 kan een bestuursorgaan dat bevoegd is een last onder bestuursdwang op te
leggen, mogen niet tegelijkertijd opgelegd worden, in plaats van dwansgsom opleggen
Het juridisch kader
Ingevolge art. 5: 1 lid 2 Awb wordt onder overtreder verstaan: degene die de overtreding pleegt of
medepleegt.
Ingevolge artikel 5:32 lid 1 Awb kan een bestuursorgaan dat bevoegd is een last onder
bestuursdwang op te leggen, in plaats daarvan aan de overtreder een last onder dwangsom
, opleggen.
Ingevolge artikel 125, eerste lid, van de Gemeentewet kan het gemeentebestuur een last onder
bestuursdwang opleggen.
Ingevolge artikel 5:1, tweede lid, van de APV 2009 wordt onder parkeren verstaan: parkeren, als
bedoeld in artikel 1, onder ac, van het RVV 1990.
Ingevolge artikel 5:7 "Parkeren van reclamevoertuigen", eerste lid, is het verboden een voertuig dat
is voorzien van een aanduiding van handelsreclame, op de weg te parkeren met het kennelijk doel om
daarmee handelsreclame te maken.
Ingevolge artikel 1, onder ac, van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 wordt onder
parkeren verstaan: het laten stilstaan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is
voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van passagiers of voor het onmiddellijk
laden of lossen van goederen.
Opdracht 7. Tentamentraining. Een voorbeeld van een vraag uit een oud tentamen met
modelantwoord over dit onderdeel. (De opdracht wordt alleen in de klas behandeld als er vragen
over zijn.)
Bestudeer deze vraag en bekijk het antwoord. Dat geeft je inzicht in de wijze waarop deze stof wordt
getentamineerd. Voor het hele tentamen kon je maximaal honderd punten scoren. Voor deze vraag
kon je 8 van die 100 punten binnenhalen.
Casus
Camping Bosbad Hoeven is een innovatief bedrijf. Als eerste camping in Nederland gaat men de
mogelijkheid bieden om gebruik te maken van vaatwasfaciliteiten. In een nieuw op te trekken
gebouwtje zal men tien vaatwassers plaatsen. Tegen betaling van € 2 kan men de vaatwasser laden
met de vuile vaat die na ongeveer een uurtje glanzend schoon is. Het gebouwtje waarin de
vaatwassers geplaatst gaan worden zal 4 meter lang, 3 meter diep en 2,5 meter hoog worden.
De directeur van de camping, de heer In ’t Veld, kan zich niet voorstellen dat er voor zo’n
bescheiden gebouwtje een vergunning nodig is. Bovendien duurt de afhandeling van een
eventuele aanvraag een hele tijd en dan is het seizoen al bijna om. Hij besluit daarom geen
vergunning aan te vragen en begint voortvarend met de bouw. De bekisting van het
fundament is net volgestort met beton wanneer hij bezoek krijgt van een toezichthouder. Hij
meldt zich bij In ‘t Veld en legt uit wat de reden van zijn komst is.
a. Welke acties zal de toezichthouder in deze casus vermoedelijk ondernemen? Noem er vijf. Geef bij
elke actie aan, op grond van welke wettelijke bepaling de toezichthouder bevoegd is om zo te
handelen. Beperk je tot toezichthoudende acties, dus laat eventuele vervolgacties buiten
beschouwing. (5 punten)
Antwoord a (voor iedere actie + goede artikel 1 punt)
· inlichtingen vragen (artikel 5:16 Awb)
· laten identificeren (artikel 5:16a Awb)
· bouwtekening vragen (artikel 5:17 lid 1 Awb)
· bouwtekening meenemen en kopiëren (artikel 5:17 lid 3 Awb)
· foto’s maken (= opneming) (artikel 5:18 lid 2 Awb)
b. Moet er handhavend worden opgetreden indien blijkt dat In ’t Veld met de bouw is begonnen zonder dat
daarvoor een bouwvergunning is verleend? Ga er bij de beantwoording vanuit dat er wel een vergunning nodig
is. Besteed in je antwoord aandacht aan de lijn in de jurisprudentie.(3 punten) (Nb.: deze stof komt in week 4