Beeld en kunst
Kwartiel 1
College 1
Industriële revolutie
Omschakeling van handmatig werk naar machinaal werk.
Begon rond 1750 in Engeland, begin 19de eeuw in de rest van Europa.
1775, de eerste stoommachine werd uitgevonden door James Watt.
Vooral belangrijk voor de mijnbouw, maakte een productieproces veel makkelijker.
1780, er werden fabrieken opgericht. Hierdoor werden dorpen en steden veel groter. Veel
mensen van het platteland naar de stad; urbanisatie.
Pas halverwege 19de eeuw sanitaire revolutie, daarvoor dus geen riolering. Hierdoor was het
erg vies in de steden.
1820, de eerste stroomtreinen.
1875, de gloeilamp werd uitgevonden. Dit zorgde ervoor dat er niet alleen bij daglicht
gewerkt hoefde te worden, ook ’s avonds en ’s nachts werd er nu gewerkt. Hierdoor nog
langere werkdagen en veel kinderarbeid.
Industriële revolutie leidde tot:
- Verbetering productieprocessen
- Verbetering infrastructuur
- Urbanisatie en slechtere leefomstandigheden
- Experimenten met elektriciteit
Franse revolutie
Omschakeling van een absolute monarchie naar de eerste republiek.
1789 – 1799.
Opstand van de burgers tegen de koning, een vecht om vrijheid. Koningen in Frankrijk
hadden de absolute macht.
Burgers hadden een reden om in opstand te komen, zelf leefden zij onder slechte
leefomstandigheden en in armoede, terwijl de koning alles bezat en leefde in weelde.
Mensen wouden vrijheid, gelijkheid en broederschap.
Mensenrechten staan centraal. Burgers komen overal in opstand, willen ook rechten.
Hierdoor werd de verklaring voor de rechten van de mens opgesteld
Franse revolutie leidde tot:
- Burger centraal i.p.v. de absolute vorst, de adel en de kerk
- Mensenrechten
- Maar adel en kerk bleven bestaan, Napoleon werd de volgende Franse vorst.
,Romantiek
Stroming in de westerse cultuur die zich vooral uitte in de kunst. Een tegenreactie op de
Verlichting die eraan vooraf was gegaan.
1790-1850.
Schilderij 1, links
In de tijd van de romantiek werden veel voorstellingen gemaakt die getuigen van
schoonheid, rust, drama. Juist niet van de harde werkelijkheid (fabriekswerk etc.).
Schilderij 2, rechts
Vluchten in de mythologie. Saturnus, Griekse god, eet zijn zoons op in angst dat zij hem van
de troon stoten.
Escapisme
Terugtrekken naar een ‘andere wereld’, als in de fictie. De neiging om de werkelijkheid te
ontvluchten.
Door de industriële en de Franse revolutie veranderden de ideeën over de maatschappij.
Daardoor veranderde ook de kunst:
- De mens kwam centraal te staan
o Niet het object staat centraal, maar het subject (de mens).
o Ratio versus emotie
- Escapisme
o Verleden
o Liefde (vaak onbereikbaar)
o Menselijk drama
Hierdoor ontstond de Romantiek.
Echter idealiseerde de Romantiek alles, alles werd buiten het hier en nu geplaatst.
Als gevolg daarvan ontstond het Realisme. Hierin werd de werkelijkheid vastgelegd, vaak in
de vorm van arbeid. Er werden door de Realist sociaal-maatschappelijke thema’s toegepast.
,Realisme
Stroming in de kunst, theater en literatuur, waarin gestreefd werd naar het weergeven van
de werkelijkheid.
1840 – 1880
Allegorie
Een symbolische voorstelling waarbij een idee of abstract begrip wordt verbeeld door een of
meer personificaties, personen en concrete zaken.
Voorbeeld, op schilderij 1 staan arbeiders afgebeeld, deze staan symbool voor alle arbeiders.
Op schilderij 2, rechts, staat een zeer gecomposeerd beeld van vrouwen die de laatste aren
van het maaiveld rapen. De thematiek past bij het realisme.
Van Realisme naar Impressionisme
- Het moment moest worden vastgelegd, het moest niet te gestileerd zijn of
voorbereid uitzien (alsof het een foto was).
- Het moest de sfeer vastleggen en hoefde geen getrouwe weergave van de
werkelijkheid te zijn. Het hoefde er dus niet uit te zien alsof het werk helemaal af
was. (Vaak wat vaag afgebeeld).
- Alledaagse voorstelling met de gewone mens (niet alleen maar de arbeiders). Er
hoefde geen boodschap vanuit te gaan.
- Verftube uitgevonden; kunstenaars konden nu mobiel schilderen, zoals direct op
locatie in de buitenlucht.
De kunststroming brak met stromingen hiervoor. De kunst werd in het begin niet voor vol
aangezien. Kunstenaars organiseerden een expositie in Salon des Refusées. Door
kunsthandelaren kreeg de kunst een platform en kreeg het voet aan de grond.
, Impressionisme
Kunststroming die gericht is op de beleving van het moment en thema’s uit het ‘moderne
leven’.
1860 – 1890
Monet schilderde onderstaand schilderij en noemde het Impression, soleil levant. Het
schilderij ging niet over de plaats (de haven van Le Havre) maar over het tijdstip van de dag
waarop het gemaakt was. Hij wilde de stemming, de sfeer weergeven van dat moment. Hij
wilde juist geen ‘illusie van de werkelijkheid’ geven, terwijl men dat gewend was vanuit de
Romantiek.
Schilderij 2, rechts, door Renoir. Montmartre was eigenlijk een hoerenbuurt, schilders
beelden vaak deze kant van de wijk af. Renoir laat de goede kant zien, alsof hij het moment
zojuist heeft vastgelegd met zijn telefoon.
Conclusie
- Uitvindingen en veranderingen in denken, veranderen de maatschappij. Dit was terug
te zien in de kunst.
- Kunst weerspiegelt het tijdsgewricht waarin het gemaakt is.
- Film behoort ook tot de kunsten. Deze kunstvorm biedt bij uitstek een inkijkje in de
huidige stand van zaken in een maatschappij.
- Sciencefictionfilms vergroten maatschappelijke problemen in een tijd vaak uit, door
ze een apocalyptische lading te geven.