Probleem 4: Hot and Sexy Research Topics
1. Imagine this: A man walks into the psychologist’s office
Donoghue et al.,. (2014). Cannabis use, gender and age of onset of schizophrenia:
Data from the ÆSOP study.
Er lijkt een geslachtsverschil te zijn wat betreft de onset-leeftijd van schizofrenie. Een recente meta-
analyse toonde aan dat mannen gemiddeld 1.63 jaar jonger zijn wanneer ze hun eerste psychose
ervaren. Een vroege onset-leeftijd wordt geassocieerd met grotere cognitieve en functionele
gebreken, ernstigere symptomen, verhoogd risico voor relapse en heropname, meer dagen
doorgebracht in het ziekenhuis en minder reactief op antipsychotica.
Het gebruik van cannabis wordt geassocieerd met een eerder onset-leeftijd van schizofrenie. Cannabis-
gebruikers ontwikkelen de stoornis gemiddeld 2.70 jaar eerder dan niet-gebruikers. Om deze relatie
verder te ondersteunen: er is een associatie gevonden tussen de beginleeftijd van cannabisgebruik en
onset-leeftijd van schizofrenie.
Het geslachtsverschil is wordt mogelijk verward bij een verschil in cannabisgebruik tussen mannen en
vrouwen. Deze studie test deze hypothese.
Resultaten
De steekproef bestond uit 143 patiënten met een diagnose van schizofrenie of schizo-affectieve
stoornis. Cannabisgebruikers waren jonger bij de onset van psychotische symptomen en bij eerste
contact met mentale zorginstellingen, vergeleken met niet-gebruikers. Een grotere proportie mannen
hadden een geschiedenis met cannabisgebruik, vergeleken met vrouwen. Een grotere proportie
cannabisgebruikers had een geschiedenis met ander illegaal drugsgebruik, vergeleken met niet-
gebruikers. Er was geen verschil tussen gebruikers en niet-gebruikers voor etniciteit, opleidingsniveau,
werkstatus, etc.
De gemiddelde onset-leeftijd van psychotische symptomen van niet-gebruikers was lager voor mannen
(27.07 jaar) dan voor vrouwen (30.76) en voor gebruikers was die ook lager voor mannen (25.52) dan
voor vrouwen (26.03).
Discussie
Cannabisgebruik is geassocieerd met een eerdere onset-leeftijd van schizofrenie. Er is een significante
interactie tussen geslacht en cannabisgebruik, waarbij het geslachtsverschil in onset-leeftijd kleiner is
bij cannabisgebruikers.
Associatie van cannabisgebruik met eerdere onset-leeftijd
Er zijn een aantal mogelijke verklaringen voor deze associatie:
1. Leeftijd als storende variabele: cannabisgebruik heeft geen invloed op de onset-leeftijd van
schizofrenie en de associatie komt doordat de stof vaker gebruikt wordt door jongeren dan
door ouderen. Dit is echter onwaarschijnlijk, gezien de kleine leeftijdscategorie van deze
populatie. Daarbij kan leeftijd niet verklaren waarom schizofreniepatiënten vaker cannabis of
andere illegale middelen gebruiken, vergeleken bij de algemene populatie.
2. Omgekeerde causaliteit: individuen die schizofreniesymptomen ervaren, roken cannabis als
een soort zelfmedicatie. Dit kan echter niet de associatie tussen cannabisgebruik en eerdere
onset verklaren.
1
, 3. Cannabis is een causale factor in de ontwikkeling van schizofrenie: een meta-analyse vond een
significante toename in risico voor psychotische stoornis bij mensen die cannabis gebruik(t)en.
De relatie blijkt dosis-afhankelijk en de leeftijd van eerste cannabisgebruik is geassocieerd met
de onset-leeftijd van psychose.
Een vroegere onset-leeftijd van schizofrenie is over het algemeen geassocieerd met een slechtere
prognose. Echter, individuen met schizofrenie en comorbide cannabisgebruik hebben een betere
cognitieve reserve, wat geassocieerd is met een betere functionele uitkomst en minder neuro-
ontwikkelingsmarkers van schizofrenie. Er wordt gesteld dat cannabisgebruik de onset van schizofrenie
kan triggeren bij individuen die anders een goede prognose zouden hebben gehad. Zonder dit
cannabisgebruik zouden de symptomen mogelijk later pas begonnen zijn, als ze überhaupt op zouden
komen.
Interacties tussen cannabisgebruik en geslacht
Cannabisgebruik verkleint het geslachtsverschil voor onset-leeftijd van schizofrenie. Dit suggereert dat
cannabisgebruik meer invloed heeft op vrouwen, dan op mannen. Mogelijk speelt oestrogeen een
neuro-beschermende rol in vrouwen, waardoor hun onset-leeftijd hoger ligt bij niet-gebruikers. Er is
een 20-voudige toename in risico van een eerste psychose of relapse tijdens de postpartum periode;
er is dan een dramatische afname in oestrogeenniveau. Verder is er een tweede piek in psychose
incidenten bij vrouwen tussen de 45 en 54 jaar; op deze leeftijd nemen de oestrogeenniveaus ook af.
De rol van andere illegale drugs
Andere illegale drugs gebruiken was geen significante voorspeller van onset-leeftijd van psychotische
symptomen, wanneer dit in een interactiemodel met geslacht en cannabisgebruik gezet werd.
Conclusie
Deze studie geeft ondersteunend bewijs dat cannabisgebruik geassocieerd is met een eerder onset-
leeftijd van schizofrenie. Dit wordt niet verklaard door het mogelijk verstorende effect dat gebruik van
cannabis en andere illegale drugs vaker voorkomt bij mannen. Cannabisgebruik verkleint het
geslachtsverschil in onset-leeftijd tussen mannen en vrouwen.
Kendler, Kenneth S., Gardner, Charles O.,. (2014). Sex Differences in the Pathways
to Major Depression: A Study of Opposite-Sex Twin Pairs.
Omdat vrouwen consistent een hogere MDD rate hebben dan mannen, wordt de etiologie van MDD
vaak onderzocht. Veel studies hebben enkele risicofactoren geïdentificeerd, zoals status/kwaliteit van
huwelijk, stressvolle levensgebeurtenissen, eerdere angststoornissen, persoonlijkheid en neiging tot
overdenken. Dit onderzoek kijkt naar geslachtsverschillen in de etiologische paden van MDD, met een
breed scala aan risicofactoren. De steekproef bestaat uit man-vrouw DZ tweelingen.
Methode
De uitkomstvariabele was MDD. De modelvariabelen waren verdeeld in de vijf ontwikkelingsperioden
met bijbehorende variabelen:
- Jeugd: familierisico, weinig ouderlijke warmte, kindermisbruik en verlies van ouder.
- Vroege adolescentie: neuroticisme, laag zelfvertrouwen, vroege onset anxiety, CD.
- Late adolescentie: lage opleidingsprestatie, levenstrauma’s, nicotineafhankelijkheid, alcohol-
en drugsgebruik stoornissen.
- Volwassenheid: scheiding, geschiedenis van MDD, weinig sociale steun.
- Afgelopen jaar: tevredenheid van huwelijk, distale, afhankelijk proximale en onafhankelijk
proximale stressvolle levensgebeurtenissen.
2
, Resultaten
In 837 paren hadden beiden geen MDD episodes gehad in het afgelopen jaar. In 12 paren hadden beide
tweelingen een MDD episode gehad in het afgelopen jaar. In 208 paren had één van de tweelingen
een MDD episode gehad in het afgelopen jaar, waarvan 62% vrouw en 38% man was. Er wordt op drie
niveaus gefocust op geslachtsverschillen:
1. Individuele paden.
2. Alle uitvloeiende paden van risicovariabelen.
3. Totale effect van risicovariabelen als verantwoordelijkheid voor MDD
Individuele paden
Een aantal paden hadden aanzienlijke geslachtsverschillen:
- De paden van kindermisbruik naar zowel CD als early-onset angststoornissen waren sterker
voor mannen.
- De paden van drugsgebruik stoornissen en distale en afhankelijke proximale stressvolle levens-
gebeurtenissen waren ook sterker voor mannen.
- Het pad van afhankelijke proximale stressvolle levensgebeurtenissen naar MDD in het
afgelopen jaar was ook aanzienlijk sterker voor mannen.
- De paden van weinig ouderlijke warmte naar early-onset angststoornissen en geschiedenis van
MDD waren beiden sterker voor vrouwen.
- De paden van lage tevredenheid van huwelijk en sociale steun naar MDD in het afgelopen jaar
waren ook robuuster voor vrouwen.
Risicofactoren: uitvloeiend
Hier werden gekeken naar de geslachtsverschillen in de uitvloeiing van
paden van individuele risicofactoren. Dit kon makkelijk gedaan
worden, door in het modeloverzicht in het artikel te kijken naar het
aantal rode paden (vrouwen) en aantal blauwe paden (mannen) die uit
een variabele kwamen. Zie de afbeelding hiernaast ter illustratie.
Weinig ouderlijke warmte, verlies van een ouder, neuroticisme,
traumatische levensgebeurtenissen, scheiding, sociale steun en
tevredenheid met huwelijk droegen sterker bij aan MDD paden in
vrouwen.
Laag zelfvertrouwen, drugsgebruik stoornis, geschiedenis van MDD en
distale en afhankelijke proximale stressvolle levensgebeurtenissen
droegen sterker bij aan MDD paden in mannen.
Risicofactoren: totale directe en indirecte paden naar MDD
Hier worden de risicofactoren vergeleken in hun totale directe en indirecte bijdrage aan MDD in
mannen en vrouwen. De 20 variabelen werden in vier groepen verdeeld:
1. Voor 9 variabelen was het absolute geslachtsverschil minimaal (0.02).
2. Voor 3 variabelen was het absolute geslachtsverschil modest (0.02-0.05).
3. Voor 4 variabelen was het absolute geslachtsverschil moderate (0.05-0.10).
4. Voor 4 variabelen was het absolute geslachtsverschil strong (>0.10).
3