Pedagogische Wetenschappen
Richting Onderwijswetenschappen
Blok 3.3: The Professional School
Datum: November/December 2016
,Probleem 2 – Professional Learning Community
Literatuur:
Hargreaves en Dawe: H5 en 6
Artikel Wenger
Artikel Admiraal
Artikel Brouwer
Artikel Lomos
Artikel Muijs
Artikel Scanlan
Wat is professional capital?
Hoofdstuk 5
Professional capital = professioneel vermogen = het kapitaal dat leerkrachten moeten ontwikkelen
wanneer ze op het hoogtepunt van hun werkzaamheid zijn (effectiviteit).
- Being professional = gaat om gedrag, wat je doet en hoe je het doet. Dit is de kwaliteit en het
karakter. Bijvoorbeeld: niet persoonlijk betrokken raken bij kids in de klas.
- Being a professional = gaat om hoe andere mensen jouw beschouwen en wat voor invloed dit
op jou heeft. Is lesgeven een professie? Heeft het dezelfde status als andere professies?
Kenmerken van een professional: gespecialiseerde kennis, gedeelde standaarden in praktijk, lange en
strenge processen van trainingen, ethiek in service, autonomie bij beslissingen, samenwerking en
verplichting om continue te leren en professioneel te verbeteren.
Het is het beste om allebei te zijn (professional en professioneel). Finland haalt één van de hoogste
resultaten en heeft kleinste verschil tussen niveaus van kinderen.
Teaching like a pro -> hoge status (autonomie en respect) en hoge kwaliteit (goed werk leveren).
Status over kwaliteit.
Theorie en praktijk op elkaar aansluiten is belangrijk. Tegenwoordig waren de programma’s meer
gericht op wat professors wilden leren ipv. wat studenten nodig hadden om te leren.
Status en kwaliteit herenigd.
Finland heeft leerkrachten met hoge kwaliteit en met hoge kwaliteit van lesgeven. Canada ook.
Leerkrachten moeten professioneel zijn en professionals. We moeten streven naar beste kwaliteit,
ipv. genoegen nemen met lagere standaarden. Als we allebei doen en het ondersteunen, dan kunnen
we het professioneel kapitaal opbouwen zodat de capaciteit van leerkrachten toeneemt om alle
studenten te helpen met leren en presteren.
Condities en kwaliteit.
Wanneer scholen een betere leerkracht capaciteit ontwikkelen (beter worden), zijn collega’s de
sterkste bron van innovatie. Het is geïntegreerd in het dagelijks werk van leerkrachten. Dit om te
investeren in het professional capital.
High-quality peer interactie is afhankelijk van:
- Peers die voorbereid en goed gekwalificeerd zijn (hoge kwaliteit).
- Omstandigheden voor professionals om elkaar te ontmoeten (wordt het belangrijk gevonden,
dan is hier meer tijd voor).
, - Verwachtingen en kaders van leren en curricula zijn uitdagend en open genoeg voor
leerkrachten om te innoveren en te informeren erover.
- Lopende, actuele gegevens zodat leerkrachten in staat zijn om leerling behoeften te
diagnosticeren en instructie aan te passen.
- Stabiel leiderschap die professionals als een team kunnen sturen naar het uitoefenen van
beter onderwijs.
- Mogelijkheden en prikkels om te leren van collega’s (andere klas, school of land).
Drie soorten kapitalen.
Professional capital is een samenvloeiing van menselijk, sociaal en beslissing maken kapitalen.
Effectief lesgeven is het product van deze drie soorten kapitalen, die elkaar versterken.
Professional Capital = function (Human Capital, Social Capital, Decisional Capital)
Menselijk kapitaal (Human Capital) = economische waardevolle kennis en vaardigheden, die door
mensen ontwikkeld kunnen worden, vooral door onderwijs/training. Onderwijs en lesgeven is ook
een investering in het menselijk kapitaal.
Bij Human Capital in lesgeven gaat het om het hebben en ontwikkelen van vereiste kennis en
vaardigheden. Je vak kennen en weten hoe je het moet geven, kids kennen en weten hoe je ze iets
kan leren, culturele achtergrond kennen en weten …
Dit kapitaal kan niet vergroot worden als het geïsoleerd wordt. Men moet samenwerken hierbij!
Sociale kapitaal (Social Capital) = de kwantiteit en kwaliteit van de relaties die je hebt met mensen in
je omgeving, die toegang hebben tot kennis. Gaat om verplichting, vertrouwen en
verwachtingsgevoel. Je SC geeft toegang tot HC van andere mensen.
SC is ook in onderwijs: oorzaak-gevolg relatie met vertrouwen en prestaties.
SC is nog belangrijker dan HC -> groepen met minder talent presteerden beter door samenwerking
dan groepen met meer talent en geen samenwerking.
Leren is het werk en SC is de benzine. Als je geen SC hebt, stort alles in.
Beslissingskapitaal (Decisional Capital) = het vermogen hebben om beslissingen te maken. Een
leerkracht is geen professional als deze steeds om raad vraagt bij supervisor of handleiding volgt. Lk.
moet zelf oordelen waarom hij dit doet bij dat kind en dat bij dat kind. De capaciteit om te
beoordelen hangt af van het vermogen om beslissingen te maken in situaties met onvermijdelijke
onzekerheid en wanneer het bewijs of regels niet helemaal helder zijn.
Ze krijgen DC door praktijk, ervaring en reflectie. Lk kunnen beslissingen maken in situaties waarin er
geen regel of bewijs is dat kan sturen.
SC is integraal onderdeel of toevoeging van DC. Je wordt er beter in als je in de praktijk hebt
geoefend, door eigen beslissingen en die van anderen (HC).
Reflective practice.
Een professional zijn -> deel nemen aan de reflectieve praktijk. Twee onderdelen:
- Reflecting in action = de capaciteit om rondom een probleem te lopen, als je in het midden
van de probleemsituatie zit en nadenkt over wat je doet, ook als je aan het improviseren bent
(tijdens probleem nadenken over jouw handelingen).
- Reflecting on action = reflectie na de situatie, wanneer de praktijk al klaar/voorbij is.
- Toevoeging 3e: Reflecting about action = reflecteren op condities die invloed hebben op je
handelen. Dingen in de omgeving die kunnen afleiden van wat belangrijk is, waardoor geen
tijd meer is om na te denken. Dit geeft je de mogelijkheid om de context en mogelijkheden
van wat je oefent te veranderen, zodat je beter kan oefenen en er beter in wordt.
, Alle vormen zijn voor beroepspraktijk centraal. Oefening en reflectie zorgt voor effect. Hoe meer je
reflecteert, hoe meer je gaat nadenken over je handelen en dat verbetert DC. Dit draagt bij aan
professionaliteit en PC. (Action research = samen kijken hoe je beter kan worden – Finland).
Conclusie: kinderen in de urban schools hebben grote verschillen in HC en SC. Professional moet met
deze verschillen dealen. Je moet kennis en vaardigheden hebben, werken, plannen en beslissingen
maken, samen met andere leerkrachten. Dit zal je leren verbeteren. Hierdoor komt PC en in het
bijzonder SC samen.
Let erop - als een element van de rechterkant van formule ontbreekt, stort alles in.
Wat zijn de verschillende culturen binnen de school?
Hoofdstuk 6
Cultuur = gaat over wat samen gaat en wat apart gehouden moet worden. Het wordt beïnvloed door
condities en context waarin het actief is.
Wat je gelooft (inhoud van cultuur) wordt beïnvloed door de relatie met wie het wel/niet geloven
(vorm van cultuur). Als je de vorm van cultuur (relatie met mensen) veranderd, is de kans groter dat
je ook de inhoud van cultuur kan veranderen. Hercultureren = veranderen van cultuur.
Onder professionele cultuur (= hoe mensen hun werk doen) in de school vallen zes vormen:
- Individualisme
- Collaborativisme met 4 vormen die eronder vallen: balkanization, contrived collegiality,
Professional Learning Communities, Clusters, networks and federations.
Individualisme
Het is alleen werken, afzijdig van collega’s. Isolatie beschermt lk om in hun klas discrete oordelen uit
te voeren, maar weerhoudt lk ook van feedback ontvangen (die helpt bij beslissingen nemen).
Lesgeven geeft onzekerheid. Bij isolatie wordt dit omgezet in angst. Hierdoor kom je vast te zitten
(stuck). Onderzoek -> veel onzekerheid, veel isolatie, geen ondersteuning, negatief gevolg prestaties.
Ook hebben ze geen toegang tot nieuwe ideeën en gebruiken ze hetzelfde, wat niet werkt.
Factoren die verantwoordelijk zijn voor individualisme van lk:
- Architectuur = gescheiden ruimten maken moeilijk om samen te werken, dichte deuren.
- Evaluatie en zelfbescherming = lk associëren hulp met evaluatie en samenwerking met
controle en supervisie. Isolatie en individualisme beschermt hen tegen deze controle, want ze
zijn bang gestraft te worden.
- Schuld en perfectionisme = onmogelijk hoge verwachtingen aan hunzelf en werken maar
door (tot burn-out). Ze voelen zich schuldig als ze dat niet doen. Ook bij ziekte -> doorgaan.
- Druk en tijd = herhaalde opgelegde veranderingen, zorgen voor geen tijd om te
samenwerken.
Individualisme is slecht. Lk worden niet briljant en nemen geen risico’s. Ze zijn vastgenageld aan de
condities en context van het lesgeven. Als we individualisme proberen te beperken, moeten we
opletten dat we dat niet doen met individualiteit (niet iedereen is hetzelfde en hoeft hetzelfde te
doen). In PLC zien we sterke collaboratie en ondersteunende individualiteit -> innovatie en groei.
Collaboratieve culturen
Rosenholtz onderzoek -> stuck en moving scholen. Stuck is het individualisme. Moving is dat lk
zeggen dat lesgeven moeilijk is, dat ze hulp zochten en dat ze nooit stopten met leren. Steun van
collega’s is hierbij het belangrijkste. Collaboratieve scholen zijn beter.
