100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting - Sociale psychologie (TPVM15PSY5K) €9,49   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting - Sociale psychologie (TPVM15PSY5K)

 4 keer bekeken  0 keer verkocht

In dit document zijn alle hoorcolleges van sociale psychologie uitgebreid uitgewerkt. Hierbij zijn de powerpoints uitgewerkt en ook aanvullende informatie uit de hoorcolleges is toegevoegd.

Voorbeeld 4 van de 32  pagina's

  • 4 december 2023
  • 32
  • 2023/2024
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (26)
avatar-seller
ankehulshoff
Keuzevak sociale psychologie
Inleiding sociale psychologie
Sociale psychologie -> de wetenschappelijke studie van de manier waarop de gedachten,
gevoelens en gedragingen van mensen worden beïnvloed door de werkelijke of voorgestelde
aanwezigheid van andere mensen (altijd in relatie met iemand anders, fysiek of in je
gedachten).

-Wetenschappelijk onderzoek -> onderzoek dat strikt volgens de methodologische regels voor
onderzoek die binnen dat vakgebied gelden is uitgevoerd.
-De wetenschappelijke methode -> een systematische manier om kennis te vergaren. Er
worden gegevens verzameld via een methode. De gevolgde methodes variëren tussen de
formele, empirische en sociale wetenschappen. … Nauwkeurigheid (accuratesse) en logisch
redeneren zijn binnen alle wetenschappen een vereiste.
-Er zijn twee manieren van onderzoek -> kwantitatief en kwalitatief.
-Bij sociale psychologie worden aannames en concepten wetenschappelijk getest.

-Gedrag -> bestudeert vaak d.m.v. observaties.
-Gevoelens en gedachten hebben veel invloed op het zichtbare gedrag.
-Gevoelens en gedachten worden bestudeerd vaak d.m.v. vragenlijsten.

-Gedrag wordt de hele dag door beïnvloed (vooral nu door sociale media).
-Dit gebeurt bewust of onbewust.

Bewust:
-Robert Cialdini -> er zijn zeven belangrijke factoren die ervoor zorgen dat mensen bewust
worden beïnvloed:
 Autoriteit, een bekend (autoritair) persoon in een reclame waardoor mensen denken
“dat is een autoriteit op dit gebied, dan moet het wel goed zijn”
 Eenheid
 Sympathie
 Schaarste, als iets schaars is wil je het graag hebben
 Sociale bewijskracht
 Toewijding en consistentie
 Wederkerigheid
-Vooral verkopers gebruiken bewuste beïnvloeding om je een extra zetje te geven om iets te
kopen.

Onbewust:
-Priming -> reclame in films/series. Bijvoorbeeld Apple-producten in een film/serie. Apple
geeft deze producten dan met de voorwaarde dat de “good guys” hiermee worden gezien en
de “bad guys” niet.

-Wij worden beïnvloed door de aanwezigheid van andere mensen, maar ook door hoe wij
denken (gedachten); “wat zullen andere mensen denken als ik dit of dit doe”.
-Je kunt bijvoorbeeld bepaalde beslissingen aanpassen aan andere mensen door je voor te
stellen wat iemand ervan zou vinden als je iets doet. Hierdoor kun je een andere beslissing
maken.

,Onderzoeksthema’s:
 Hoe maak ik een goede indruk
 (On)-bewuste attitudeverandering
 Reductie van vooroordelen
 Individuele versus groepsprestaties
 Hoe kan ik ervoor zorgen dat mensen zuiniger zijn met energie
 Hoe kan men ervoor zorgen dat patiënten hun medicijnen regelmatiger innemen

Het gaat om verklaren van gedrag.
Het niveau waarop je onderzoek kan doen wordt onderscheden in drie niveaus:
 Micro -> inzoomen op iets heel kleins, een klein detail
o Voorbeeld -> op een welke karaktereigenschap zorgt ervoor dat mensen eerder
gewelddadig gedrag gaan vertonen
 Meso -> meer kijken naar de sociale context
o Voorbeeld -> in welke sociale context leidt stress tot gewelddadig gedrag
 Macro -> grote groepen (bijv. culturen of landen) met elkaar vergelijken
o Voorbeeld -> hoe kan het dat er in sommige landen zoveel geweld is tussen
mensen (hoe hangen maatschappelijke factoren daarmee samen)

Persoonlijkheidspsychologie versus sociale psychologie:
 Micro -> persoonlijkheidspsychologie, zoomen in
 Meso -> sociale psychologie, kijkt naar situaties (individu)
 Macro -> sociologie, lijken op sociale psychologen maar vergelijkt grote groepen

Persoonlijkheidspsychologie -> onderzoekt kenmerken die maken dat individuen uniek zijn
en van elkaar verschillen (individuele verschillen).
Sociale psychologie -> onderzoekt de psychologische processen die mensen met elkaar
gemeenschappelijk hebben, die maken dat ze gevoelig zijn voor sociale invloed.
Sociologie -> verschaft algemene wetten en theorieën over samenlevingen, niet over
individuen.

Aanname 1. De macht van de situatie.
Sociale psychologen kijken naar een situatie. Deze situatie is heel machtig: de kracht van de
situatie. Ze vinden niet dat gedrag puur door een persoon gebeurt, bijvoorbeeld door
persoonseigenschappen of een persoonlijkheidsstoornis. Dit heeft natuurlijk ook invloed.
Sociale psychologen geloven dat er een (denkbeeldige) situatie is, dit roept veel emoties en
gedachten op, deze emoties en gedachten leiden tot een bepaald gedrag.

Bystander-effect -> als omstanders aanwezig zijn bij een ongeluk of een delict, zijn er
mensen minder geneigd hulp te bieden, of duurt het erg lang voordat ze hulp bieden. Wanneer
iemand bijvoorbeeld neervalt in een drukke stad en iedereen loopt erbij langs doet niemand
iets. Totdat er iemand ingrijpt, dan zie je dat er veel meer mensen komen helpen. We wachten
af omdat we vinden dat het gedeelde verantwoording is.

Fundamentele attributiefout -> de neiging om ons eigen en andermans gedrag volledig toe te
schrijven aan persoonlijkheidstrekken, en de macht van de situatie onderschatten (micro-
niveau).
Voorbeeld -> een collega gaat nooit mee met een borrel, daardoor vinden andere collega’s
hem saai. Als een collega langs zijn huis rijdt ziet hij dat er een bed in de kamer staat, zijn

,vrouw is ernstig ziek dus hij moet elke keer gelijk naar huis om voor zijn vrouw te zorgen.
Met deze kennis kijken de collega’s heel anders naar de situatie. Je kijkt dan naar de situatie
i.p.v. naar de persoon, dus naar externe factoren en niet naar interne factoren.

Attribueren -> kijken wat de oorzaak is, wat is de oorzaak dat iets gebeurd? Dit kan op twee
factoren:
 Intern -> wat heb je zelf gedaan
o Voorbeeld -> als je een hoog cijfer haalt ben je trots op jezelf
 Extern -> je kijkt naar andere factoren behalve jezelf
o Voorbeeld -> als je een laag cijfer haalt geef je andere factoren behalve jezelf
de schuld
Wij hebben als mens de neiging om heel erg veel belang te hebben aan deze interne factor. En
we onderschatten de externe factoren.

Aanname 2. Interpretatie van de situatie.
-Construct -> de manier waarop mensen de sociale wereld waarnemen, begrijpen en
interpreteren.
-Sociale cognitie.
-Verschil tussen objectieve situatie en subjectieve situatie.

Hoe interpreteer je iets? Hier zitten verschillende factoren aan vast.
Mensen zijn geneigd om snel iets te besluiten, daardoor mis je de belangrijkste punten.

Basisprincipes van informatieverwerking:
A. Betekenisgeving (wat vind ik er zelf van)

Experiment:
Maarten vindt dat hij een laag cijfer heeft gekregen voor zijn stageverslag. Hij gaat naar zijn
docent toe en eist een hoger cijfer. Vind je Maarten (als docent zijnde) agressief of assertief.

Maartje vindt dat zij een te laag cijfer heeft gekregen voor haar stageverslag. Ze gaat naar
haar docent toe en eist een hoger cijfer. Vind je Maartje (als docent zijnde) agressief of
assertief.

Uit onderzoek blijkt dat een jongen sneller als agressief wordt gezien dan een meisje.

B. Cognitieve efficiëntie (kan ik dit snel verstandelijk begrijpen)

Quick and dirty informatie verwerken -> eerder kans op vertekeningen.
Je ziet iets, zit in een situatie en moet beslissen wat je gaat doen. Dit gebeurt vaak op de
automatische piloot. Je gaat er niet veel over nadenken omdat dit veel energie kost, deze
energie kun je veel beter gebruiken. Je brein werkt dan heel efficiënt, je kunt van kleine
stukjes al een hele situatie vormen.

Relevantie persoon/situatie.
Cognitieve capaciteit/ruimte in je hoofd.

Wij hebben stereotypen in ons hoofd, bepaalde ideeën bij mensen. Dit kan leiden tot
vooroordelen en dat kan leiden tot discriminatie.

, Onderzoek:
Drugsverslaafde vindt portemonnee. Meerderheid onthield dat de drugsverslaafde geld had
gevonden en in zijn zak had gestopt. Minderheid onthield dat hij het geld terug had gegeven
aan de rechtmatige eigenaar. Dit is een voorbeeld van stereotypering. Ons brein doet dit dus
om energiezuinig te werken, maar het kan leiden tot verkeerde vooroordelen.

C. Motivationele vertekening (wat doet dit qua gevoel bij mij)

Motief van eigenwaarde -> behoefte om ons goed te voelen over onszelf. Behoefte aan
positief zelfbeeld (vaak sterker dan motief om de wereld accuraat waar te nemen).

Bijv. je koopt een goedkope computer, vrienden adviseren deze niet omdat het een slechte
computer is. Toch koop je de computer, als hij dan toch snel stuk gaat ga je niet naar je
vrienden toe om te zeggen dat ze gelijk hebben. Dit doe je om jezelf te kunnen
verantwoorden dat je toch een goede keuze hebt gemaakt. We houden dat gedrag vol zodat
onze eigenwaarde niet naar beneden gaat.

Deze drie factoren (A, B en C) zorgen ervoor dat wij bepaalde gedachten, emoties en gedrag
(en uitvoering) in verschillende situaties.

Sociale cognitie
Cognitie -> het vermogen tot kennisverwerving door waarneming en het verwerken van de
daarmee opgedane informatie door het denken.

Leren zonder alles uit te proberen (trial & error), dus vooral door te denken.

Sociale cognitie -> hoe selecteren, interpreteren, herinneren en gebruiken mensen sociale
informatie om oordelen te vormen en beslissingen te nemen?

Mensen zijn groepsdieren. Ze zijn gevoelig voor wat anderen van hen vindt en wat ze kunnen
doen om andere mensen mee te krijgen met hun idee.

Mens v.s. computer:
-De computer heeft ideeën over de psyche beïnvloedt en heeft op sommige vlakken het
intellect van de mens voorbijgestreefd.
-Computers zijn in sommige dingen beter en slimmer dan in mensen.
- “…Mensen kunnen … Veel beter dan computer de nuances in menselijk gedrag begrijpen
en bedoelingen, wensen en verlangens van mensen ontcijferen” (Aronson, 2018).
-Mensen zijn dus wel erg goed in sociale cognitie, computers hebben hier veel meer moeite
mee. Aan sociale cognitie en emotie kun je dus het verschil maken tussen een mens en een
computer.

Sommige dieren zijn ook ver
in sociale cognitie, vooral
dieren die in groepsverband
van elkaar afhankelijk zijn.

En denk met betrekking tot
sociale cognitie ook eens aan
Autisme.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ankehulshoff. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €9,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 73216 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€9,49
  • (0)
  Kopen