Secrets of the West
Week 1:
Samenvatting:
Phaedrus: Het bestuderen van de toekomst heette oianistic. Men vindt dat soort mensen
gekken, manische. Deze gekheid kan vrijheid geven van de grootste plagen wegens oude misdaden
van families. De tekst betoogd dat het goed is om gek te zijn, dat het verkieselijk is boven zij met een
helder hoofd. Bewezen moet worden dat gekheid een gift van de goden is om geluk te verzekeren.
Vervolgens wordt uitgelegd wat de natuur van de ziel is door uit te leggen wat het doet en wat er mee
gebeurt. Elke ziel is onsterfelijk. Hiervoor wordt het argument gebruikt dat alles afkomstig is van iets.
Alles wat zichzelf beweegt heeft een ziel en het is noodzakelijk dat de ziel dus geen geboorte of dood
kent. Vervolgens wordt de vraag over de structuur van de ziel beantwoord door een vergelijking met
de raspaarden van de goden. Er wordt geschreven over het idee dat vuilheid de ziel naar beneden
sleurt, terwijl het onthouden van vuilheid ervoor zorgt dat de vleugels naar de hemel kunnen rijken. Er
wordt vervolgens een hiërarchie gecreëerd, waarin de beste ziel een plek in een mens krijgt wie van
wijsheid houdt. De 9e ziel is de laagste in rang en krijgt plek in een tiran (248e). Vleugels kunnen niet
groeien voor 1000 jaar wat betekent dat je niet kunt reïncarneren waar je al was, tenzij je filosofie
praktiseert. Bijzonder is de focus op de liefde voor jongens waar positief naar wordt gekeken. Een
vierde soort gekheid is wanneer men de ware schoonheid aanschouwt, maar omdat diegene niet zijn
kan opstijgen naar de hemel wordt hij manisch. Dit is de beste vorm van gekheid volgens Plato. Elk
mens zoekt heeft een persoonlijke god met wie hij een pad bewandelt en vervolgens zoeken ze een
jongen met dezelfde natuur als die god. Socrates pleit voor het idee dat liefde een vorm van waanzin
is, maar dat deze waanzin ook leidt tot creativiteit, inspiratie en een diepere connectie tussen mensen.
Belangrijk is de passage waar Socrates twee groepen vormt: aan de ene kant waar men van mening
verschilt en aan de andere kant daar waar men het over eens is. Wanneer je het oneens bent is het
makkelijker om bedrogen uit te komen.
Corpus Hermeticum: In H1 gaat het met name over de transformatie van de ziel. Nous, geest
of intellect, vertelt hoe dit moet. Iedereen heeft nous en zij die dit niet hebben zijn slecht en worstelen
in het duister waar het vuur hen verbrand. In H11 gaat het over Eon, de goddelijke personificatie van
tijd. Verteld wordt dat God de bron van alles is en dat het bestaan ook afkomstig is van God. De Eon
is eigenlijk het werktuig van God. De tekst stelt dat alles voortkomt uit God, inclusief de kosmos, tijd
en verandering. De aard van God wordt geassocieerd met wijsheid en het eeuwige, terwijl de aard van
de kosmos wordt geassocieerd met orde en verandering. De tekst benadrukt de centrale rol van de ziel
in het universum. De ziel wordt beschouwd als een onsterfelijke entiteit die verbonden is met zowel de
geest (nous) als de materiële wereld. De ziel is verantwoordelijk voor het overbrengen van het
goddelijke licht en leven naar de materiële wereld. God wordt voorgesteld als de bron van alle dingen
en als een onveranderlijke entiteit. God handhaaft de orde in het universum en geeft leven aan alle
levende wezens. De tekst benadrukt dat er slechts één God is, en dat God de enige schepper is van
alles in het universum. Er kan geen sprake zijn van meerdere scheppers. De tekst moedigt aan tot
spirituele groei en zelfkennis. Het suggereert dat de menselijke geest in staat is om de aard van God te
begrijpen en dat de zoektocht naar kennis en verlichting de menselijke ziel kan verheffen. De tekst
beweert dat God zichtbaar is in alles wat bestaat, en dat er geen enkele entiteit is die niet wordt
doordrongen door het goddelijke. God openbaart zichzelf door middel van de schepping. De tekst sluit
af met de suggestie dat het begrip van God en de zoektocht naar spirituele verlichting mogelijk is voor
degenen die hun ziel openstellen voor de goddelijke aanwezigheid en die hun bewustzijn verheffen.
H13 beschrijft een gesprek tussen Hermes en zijn zoon. Tat vraagt aan Hermes om hem te leren over
wedergeboorte, omdat dit het enige onderwerp is waarover hij nog onwetend is. Hermes legt uit dat
wedergeboorte plaatsvindt door middel van noëtische wijsheid en instant wordt gezet door de wil van
God. Het is een transformatie die de mens verheft tot een goddelijke staat. Hermes benadrukt dat
wedergeboorte eerder een directe ervaring is die plaatsvindt wanneer God dat wil. Het resulteert in een
bewustzijn dat zich losmaakt van de fysieke zintuiglijke waarneming en in contact komt met de
noëtische realiteit. Tijdens het gesprek wordt gesproken over de twaalf "tormentors of darkness" die de
menselijke geest kunnen kwellen, zoals onwetendheid, verdriet, intemperantie, hebzucht enzovoort.
Deze worden overwonnen door de komst van tien goddelijke krachten die leiden tot de geboorte van
de ziel en de vervolmaking van de mens. Uiteindelijk wordt Tat in staat gesteld om de noëtische
werkelijkheid te aanschouwen en te begrijpen, en hij prijst God voor deze ervaring. Het gesprek
, eindigt met Hermes die Tat vraagt om deze wonderbaarlijke kennis geheim te houden en niet te delen
met anderen om niet als verraders te worden beschouwd.
Hoorcollege:
Het kernonderwerp in de filosofie van Plato is liefde (eros). Liefde is onderwerp van
schoonheid. Vandaag wordt een opzet gegeven van de Hellenistische cultuur. Met deze cultuur wordt
verwezen naar de Griekse cultuur, taal en filosofie in de tijd van Alexander de Grote welke werd
verspreid over de wereld. Deze cultuur mengde zich met de lokale culturen van de landen welke
Alexander had veroverd. Die mengelmoes is wat Hellenistische cultuur wordt genoemd. Opmerkelijk
is dat Alexander andere culturen niet onderdrukte. Hij fossiliseerde de menging van culturen. Hij zag
de mensen uit andere culturen niet als minder of primitief, maar apprecieerde ze. Dualiteit in de
Westerse cultuur zijn: logica tegen irrationaliteit, geest tegen lichaam en Grieks tegen niet-Grieks. Dit
zijn de basis conflicten.
Platonisme ontstond in de 4e eeuw voor Christus. De tweede fase, ook wel middenfase, vond
plaats in 90 voor Christus en Neoplatonisme begon in de 3e eeuw tot 529 na Christus. In weze gaat
filosofie over rationele dialogen. Een belangrijke persoon in het Neoplatonisme is Plotinus. Na 529 na
Christus werd het Neoplatonisme als het ware beëindigd omdat het christendom de strijd aanging met
heidense dingen en het neoplatonisme is daar onderdeel van.
Een fenomeen in deze tijd waren mystieke religies. Ze waren gebaseerd op mythen en dit
fenomeen kende een lange periode van meerdere eeuwen. Het was een groot onderdeel van de Griekse
cultuur.
Hermetische spiritualiteit is een goed voorbeeld van hoe heidense spiritualiteit eruitzag. Ze is
ontstaan in Egypte. Later kende het invloeden uit de Griekse cultuur waardoor het dus een
mengelmoes werd. De Romeinen stonden vijandig tegenover deze hermetische spiritualiteit. Door de
verwoesting van de Romeinen van deze Egyptische spiritualiteit, ontstond ruimte voor een nieuwe
vorm van spiritualiteit. In 99 na Christus werd het verboden en daardoor moest men dit in het geheim
uitvoeren. Als je enorm veel kennis (gnosis) had over spiritualiteit dan kon je als goddelijk worden
gezien, zoals Hermes Trismegistus. Hij was een heidense. Hermetische spiritualiteit is in zijn kern
filosofisch, maar wordt geïnterpreteerd in een spirituele manier met invloeden uit Egypte. Deze
Egyptenaren waren bezig met de vraag hoe je spirituele verlichting kan bereiken. Een belangrijk
concept in de hermetische spiritualiteit is visie, welke je vaak krijgt als je niet helder denkt. Daarbij
staat de nous centraal, wat als intellect vertaald maar een soort wezen is wat ons het ‘licht’ laat zien. In
de literatuur van Poimandres bestaat er geen dualiteit, er is enkel non-dualiteit. Een belangrijke taak
volgens de hermeneutiek is het verzorgen van de aarde. Eenieder is vervuilt en moet zich als het ware
verschonen, om de werkelijke realiteit te beschouwen. Uiteindelijk kom je bij het proces van
hergeboorte, het doel van de hermeneutiek. Dat moet van Hermes gaan liggen en 10 lichten in zich
laten, waardoor 12 demonen worden uitgedreven. Het is dus een exorcisme. Daardoor word je niet
meer gevangen gehouden door tijd en plaats. Je bent overal en je ziet overal. De laatste fase is
vereniging. (Gustave Doré, White Rose) Als je de kosmos verlaat, verlaat je ruimte en tijd. Je komt
dan in het leven van de zielen en nous en licht. Deze zijn afkomstig van de bron, The One. Hij creëert
enkel licht en dus bestaat er geen dood. Dat is een illusie. De teksten stellen niet te weten waarom en
wat The One is.
Neoplatonisme theürgie (ceremoniële praktijken)?
Week 2:
Hoorcollege:
Monotheïsme kent een bredere definitie dan enkel het geloof in een god. In exclusieve monotheïsme
gaat het echter om het uitsluiten van andere goden. Het is dus niet per definitie zo dat andere goden
niet bestaan, men mag ze enkel niet aanbidden want dat is afgoderij. Dat is de grootste zonde. Onder
de eerste brede definitie zouden sommige heidense stromingen ook geschaard kunnen worden.
De Joodse diaspora is van belang voor het idee dat de Joden hun beloofde land zijn kwijt
geraakt. Vroeger gold niet het idee dat verschillende pantheons strijdig met elkaar waren; de
Egyptische goden kunnen naast die van de Mesopotamische goden leven. In het Joodse idee kan dat
niet.