Week 4 van het vak 'Brein, functioneren en gedrag' uit de Minor 'Van brein tot gedrag' die gegeven wordt aan de HvA. Week 4 betreft de onderwerpen 'Taal en spraak' en bevat informatie uit het boek Biological psychology van Kalat en Klinische Neuropsychologie van Kessels.
Hoorcollege 4: Taal en spraak
Wie, wat, hoe, context: op elk gebied kan verstoring zijn kan leiden tot miscommunicatie
Uniek zijn we in gesproken taal.
Gebarentaal is ook een taal, hoort er wel bij.
McGurk effect = voorkennis beïnvloed hoe jij info interpreteert
Dieren reageren op tonen. Veel praten, napraten, oefenen: zo hebben wij geleerd een taal te leren.
Grote van prefrontale cortex heeft te maken met het taalbegrip
Grote van hersenen heeft te maken met taalverschil
Fondogische loop = even kunnen vasthouden wat een woord betekent, dus om een zin te kunnen
maken i.p.v. losse dingen
Wada test = split brain nadoen met een bepaalde stof
Apraxie = niet kunnen omzetten van een gedachte in een handeling
CVA = herseninfarct/hersenbloeding
Hetzelfde effect van taalverlies geldt ook voor gebarentaal.
Boek H9 KN Taal:
Taal = het systematisch en conventioneel gebruik van klanken, tekens, of geschreven symbolen voor
communicatie en zelfexpressie in een samenleving.
systematisch = taal is aan regels gebonden
conventioneel = taal is gebaseerd op afspraken
symbool = woorden die verwijzen naar een concept
Mentale lexicon = deel van het semantische (= deel taal dat zich bezighoudt met betekenis van
woorden) langetermijngeheugen waarin de woorden die we herkennen en gebruiken zijn opgeslagen.
Dus woordenschat van moedertaal + woorden van later geleerde talen.
Elk woord dat we kennen heeft een representatie in het mentale lexicon en elke representatie omvat
3 typen van informatie:
Betekeniseigenschappen = ieder woord is verbonden met een concept. Concept koe is verbonden
met concept geit. Auto is verbonden met bus.
Grammaticale eigenschappen = woorden worden samengevoegd tot zinnen volgens grammaticale
regels, zoals ‘lidwoord’ of ‘zelfstandig naamwoord’.
Vormeigenschappen = woordvormen zijn in lexicon gerepresenteerd d.m.v. abstracte spraakklanken
die we fonemen noemen. Krokus en fokus zijn met dezelfde fonemen verbonden, namelijk o, k, u en
s. Daarom zeggen we soms per ongeluk iets anders als woorden op elkaar lijken.
Spraak bestaat uit geluid, weergeven als golfbeweging.
Golf kan variëren in amplitude (hoogte) = luidheid
Golf kan variëren in frequentie (snelheid) = toonhoogte
Afasie = verzamelnaam voor verworven (= vóór het trauma hadden patiënten een normale
taalvaardigheid) taalstoornissen, die tot uiting komen in alle modaliteiten (luisteren, spreken, lezen
en schrijven). Meest voorkomende oorzaak = beroerte en daarna NAH of tumor.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper karlijnwilms. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.