Recht: het geheel van regels die we in een samenleving met elkaar hebben gemaakt.
Het positieve recht: hoe het nu is neergelegd.
Formele rechtsbronnen:
De wet (en parlementaire geschiedenis/toelichting)
De gewoonte (bepaalde gedragingen in de maatschappij)
De rechtspraak (jurisprudentie)
Europese en internationale regelgeving (verdragen en richtlijnen)
• Verbintenissenrecht: de verhouding tussen twee of meer personen (bv koopovereenkomst).
Regelend recht -> in de wet zijn bepaalde regels opgenomen, maar daar mag je soms vanaf wijken.
(Relatief recht = alleen jegens die persoon een vordering). Een open systeem.
• Goederenrecht: de verhouding tussen personen en goederen. Dwingend recht -> je mag hierbij niet
afwijken van de wet. (Absoluut recht = je kunt het tegen iedereen inroepen). Een gesloten systeem.
Wat is een verbintenis?
Een vermogensrechtelijke rechtsbetrekking.
Tussen twee of meer personen.
Waarbij de ene persoon een recht heeft op een prestatie, waartoe de ander verplicht is die te
verrichten.
Een overeenkomst:
Een rechtsfeit bestaat uit twee soorten handelingen:
- Feitelijke handeling: doordat je iets doet, is er een bepaald rechtsgevolg, terwijl je dat niet
hebt gewild en beoogd -> niet beoogd rechtsgevolg.
Onrechtmatige daad
Rechtmatige daad
Rechtshandeling: je bent bewust bepaalde handeling aan het verrichten, zoals het sluiten van
een overeenkomst, en heb je het dus beoogd, die verschuiving. Ze bestaan uit een wil en een
verklaring -> beoogd rechtsgevolg.
Eenzijdige rechtshandelingen:
o Gericht: het opzeggen van een huurcontract.
o Ongericht: een testament opstellen.
Meerzijdige rechtshandelingen: overeenkomst = verplichtingen die over en weer
worden geschapen (behalve bij een schenking). Ook wel een obligatoire overeenkomst
genoemd.
o Hoe komt die tot stand: door aanbod en aanvaarding.
Bloot rechtsfeit: dat je geboren wordt, 18 wordt of dood gaat. Het gebeurt gewoon.
, Grondbeginselen verbintenissenrecht:
Contractsvrijheid: je kan met iedereen wat jij wilt een overeenkomst kan sluiten. Met de
inhoud en de vorm die je wilt (= vormvrijheid, art. 3:37 lid 1 BW).
Dat is afgeleid van het beginsel van autonomie (zelfbeschikkingsrecht).
Pacta sunt servanda: de verbindende kracht van de overeenkomst. Als je een overeenkomst
aangaat, in hoe je het wilt, dan moet je hem wel nakomen. Dat is de basisgedachte. Alleen bij
uitzonderingen kan het zo zijn dat je hem niet nakomt.
Relativiteitsbeginsel: X heeft alleen een vorderingsrecht om die fiets geleverd te krijgen ten
opzichte van Y. De verplichten die voortvloeien uit een overeenkomst, gelden alleen tussen de
partijen in de overeenkomst. Verschil met goederenrecht.
Week 2:
Art. 6:1 -> verbintenissen vloeien voort uit de wet -> art. 6:213 (zie HR Quint/Te poel).
Twee overeenstemmende wilsverklaringen doen een overeenkomst ontstaan (art. 3:33 BW).
Grondbeginselen overeenkomstenrecht:
Contractsvrijheid
Vormvrijheid
Pacta sunt servanda: wat je in de overeenkomst regelt, moet je ook nakomen.
Aanbod en aanvaarding (art. 6:217):
Niet ieder aanbod is ook een aanbod in de zin van dit artikel. Soms zijn er nog meerdere specificaties
voor nodig, voordat het een aanbod wordt.
- Aanbod: verklaring van de wil om een overeenkomst te sluiten. Eisen: het moet essentiële
elementen (prijs, product, zie 6:227 bepaalbaarheidscriterium) bevatten en een simpele ‘ja’ is
voldoende voor een aanvaarding (geen onderhandelingen meer).
Verschillende soorten aanbod:
- Onherroepelijk: art. 6:219 lid 1, als er een termijn aan wordt verbonden.
- Herroepelijk: meeste van de aanbiedingen. Art. 6:219 lid 1.
- Vrijblijvend: na aanvaarding mag je het nog herroepen, zo snel mogelijk/meteen (niet te lang
wachten), art. 6:219 lid 2. Als in een advertentie een zaak ‘vrijblijvend’ te koop wordt
aangeboden, dan is het geen aanbod, maar een uitnodiging om in onderhandeling te treden.
- Aanvaarding: een verklaring van een acceptatie van het aanbod. Die moet gelijk zijn aan de inhoud
van het aanbod. Niet goed: een boek voor 10 euro en ik accepteer het voor 5, dan is er nog geen
aanvaarding -> zie art. 6:217 BW ‘daarvan’, dus hetzelfde.
Art. 3:37 lid 1: het mag in elke vorm geschieden (mondeling of schriftelijk). Ook moet het aanbod nog
geldig zijn, anders kan je het niet aanvaarden.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Simonevd23. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.