Samenvatting bedrijfsinformatiesystemen
Hoofdstuk 1, informati esystemen in het huidige mondiale ondernemen.
De bedrijfsinvesteringen in informatietechnologie (software en hardware) zijn erg toegenomen.
Technologische veranderingen en nieuwe innovatieve bedrijfsmodellen hebben het sociale leven en
de bedrijfspraktijk getransformeerd. Bedrijven gebruiken informatietechnologie om de snel
veranderen behoefte van de klant aan te voelen en hierop in te spelen, voorraden tot de laagst
mogelijke niveaus te reduceren en hogere niveaus van operationele efficiëntie te realiseren. Supply
chains zijn sneller geworden omdat zowel grote als kleine bedrijven afhankelijk zijn van bevoorrading
op het juiste moment om hun overheadkosten (algemene kosten) te reduceren en sneller op de
markt te komen. Nieuwe beveiligingswetten en financiële wetten verplichten bedrijven om gegevens
van klanten jaren te bewaren. Hierdoor wordt de groei van digitale informatie vergroot.
Bedrijfsinformatiesystemen veranderen voortdurend in technologie, bedrijfstoepassing van de
technologie en de invloed ervan op bedrijfssucces. Oude systemen worden vernietigd en vervangen
door nieuwe. Er verschijnen nieuwe bedrijfstakken en oude verdwijnen langzaam. Succesvolle
bedrijven zijn die bedrijven die leren hoe ze de nieuwe technologie moeten benutten. Op
technologisch gebied zijn er 3 onderling samenhangende veranderingen: het wijdverbreide gebruik
van het mobiele computerplatform (gebruikt voor management verbeteren en concurrentievoordeel
bereiken), het toenemende gebruik van zeer grote databestanden (big data) en de groei van cloud
computing, waarbij software en data niet langer op de eigen bedrijfsserver maar op een externe
server in de cloud staan, met toeging via internet.
Door medewerkers te coördineren die in teams en aan projecten werken, wordt het sociale netwerk
de plek waar het werk gebeurt, plannen uitgevoerd worden en managers managen. Door deze
technologische ontwikkelingen kunnen organisaties meer vertrouwen op telewerk, werk op afstand
en gedistribueerde besluitvorming. Ook kunnen bedrijven meer werk uitbesteden om waarde op te
bouwen. Het betekent ook dat bedrijven met leveranciers en klanten kunnen samenwerken om
nieuwe producten te creëren of om bestaande producten op een efficiëntere manier te produceren.
Hierdoor ontstaat een dynamische nieuwe globale bedrijfseconomie.
Steeds meer landen worden afhankelijk van import en export en hierdoor afhankelijk van elkaar.
Laag opgeleid werk verplaatst zich van hoogontwikkelde landen naar lagelonenlanden. Wat heeft
globalisering te maken met bedrijfsinformatiesystemen? Alles. Het uitgroeien van het internet tot
een volwassen communicatiesysteem heeft de kosten van het opereren en zakendoen op
wereldniveau drastisch teruggebracht. Bedrijven die wereldwijd goederen en diensten leveren,
bereiken buitengewone kostenbesparingen door het vinden van goedkope leveranciers en het
managen van productiefaciliteiten in andere landen. Kortom: informatiesystemen maken
globalisering mogelijk.
Een digitale onderneming is een onderneming waarbij alle bedrijfsrelaties van enige betekenis met
klanten, leveranciers en medewerkers op digitale wijze worden mogelijk gemaakt en tot stand
gebracht. De centrale bedrijfsprocessen worden uitgevoerd via digitale netwerken die de gehele
organisatie omspannen of verschillende organisaties aan elkaar koppelen. Bedrijfsprocessen
verwijzen naar de reeks logisch verwante taken en werkwijzen die organisaties in de loop der tijd
ontwikkelden om specifieke bedrijfsresultaten te produceren en naar de unieke manier waarop deze
activiteiten georganiseerd en gecoördineerd zijn (alle activiteiten die nodig zijn om een product of
dienst te produceren of leveren). Het ontwikkelen van een nieuw product, het verwerken van een
bestelling of het rekruteren van werknemers zijn voorbeelden van bedrijfsprocessen, en de manier
waarop een organisatie haar bedrijfsprocessen uitvoert, kan de basis zijn voor een voorsprong op de
,concurrentie. Belangrijke bedrijfsmiddelen (intellectuele eigendommen, kerncompetenties, financiële
en personele middelen) worden digitaal beheerd. In een digitale organisatie is alle informatie die
nodig is om belangrijke beslissingen te ondersteunen, altijd en overal binnen de onderneming
beschikbaar. Digitale ondernemingen reageren sneller dan traditionele organisaties waardoor zij in
tijden van veranderingen flexibeler kunnen zijn. Time shifting: de bedrijfsvoering wordt niet beperkt
tot de tijdsduur van een werkdag maar kan 24 uur per dag doorgaan. Space shifting: het werk vindt
locatieonafhankelijk plaats. Dit wil zeggen dat werk fysiek kan worden uitgevoerd op die plek in de
wereld waar het het beste kan worden uitgevoerd.
Er is een toenemende onderlinge afhankelijkheid tussen het vermogen van ondernemingen om
informatietechnologie te gebruiken en hun vermogen om bedrijfsstrategieën te implementeren en
bedrijfsdoelen te bereiken. Wat een onderneming over 5 jaar doet is vaak afhankelijk van de
mogelijkheden die de systemen bieden. Bedrijven investeren fors in informatiesystemen om zes
strategische bedrijfsdoelstellingen te bereiken:
1. Operationeel excelleren: Bedrijven trachten voortduren de efficiëntie van hun operaties te
verbeteren en een hogere winstgevendheid te bereiken. Informatiesystemen en technologieën
zijn enkele van de belangrijkste middelen die managers tot hun beschikking hebben om hogere
niveaus van efficiëntie en productiviteit in zakelijke operaties te bereiken, met name in
combinatie met veranderingen in bedrijfsgebruiken en managersgedrag.
2. Nieuwe producten, diensten en bedrijfsmodellen: Informatiesystemen en technologieën zijn een
belangrijk middel voor bedrijven voor het creëren van nieuwe producten en diensten, evenals
geheel nieuwe bedrijfsmodellen. Een bedrijfsmodel beschrijft hoe een bedrijf een product
produceert, levert en verkoopt om waarde te creëren.
3. Band tussen klant en leverancier: Wanneer een bedrijf zijn klanten en leveranciers goed kent en
bedient zullen zij over het algemeen terugkeren en meer kopen. Organisaties kunnen
informatiesystemen gebruiken om informatie over hun klanten en leveranciers bij te houden en
op deze manier producten, leveringen en service aanpassen aan de wensen van specifieke
klanten en leveranciers.
4. Verbeterde besluitvorming: Managers vertrouwen op voorspellingen. Het is voor organisaties
dan ook van belang dat zij de juiste informatie op het juiste moment beschikbaar hebben zodat
managers juiste keuzes kunnen maken. Wanneer deze informatie niet beschikbaar is kan dit
leiden tot over- of onderproductie en dit leidt tot verlies voor de organisatie.
5. Concurrentievoordeel: Wanneer bedrijven een of meer bedrijfsdoelstellingen realiseren zijn er
kansen dat ze al een concurrentievoordeel hebben gerealiseerd. Dingen beter doen dan je
concurrent, minder rekenen voor betere producten en in real time reageren op klanten en
leveranciers draagt bij tot een hogere omzet en hogere winst.
6. Overleven: Ondernemingen investeren ook in informatiesystemen omdat dit een
basisvoorziening is voor het zakendoen.
Informatietechnologie (IT) bestaat uit alle hardware en software die een onderneming nodig heeft
om zijn bedrijfsdoelstellingen te realiseren. Informatiesysteem: een set aan elkaar gerelateerde
componenten die informatie verzamelen, verwerken, opslaan en verspreiden ter ondersteuning van
besluitvorming. Zorgt voor coördinatie en controle binnen de organisatie. Ook kunnen managers en
werknemers hierdoor problemen analyseren, complexe onderwerpen visualiseren en nieuwe
producten maken. Ze bevatten informatie over werknemers, faciliteiten en bedrijfsmiddelen binnen
de organisatie of in de omgeving daarvan. Informatie: gegevens die in een vorm zijn gegoten die voor
mensen begrijpelijk en bruikbaar is. Gegevens: feiten die gebeurtenissen vertegenwoordigen die
plaatsvinden binnen organisaties of in de fysieke omgeving, voordat ze worden georganiseerd en
geordend in een vorm die mensen kunnen begrijpen en gebruiken.
, Er zijn 3 basisactiviteiten binnen een informatiesysteem die samen de informatie produceren die
organisaties nodig hebben voor het nemen van beslissingen, het controleren van werk, het
analyseren van problemen en het maken van nieuwe producten van diensten:
1. Input: Het onbeperkt gegevens verzamelen binnen de organisatie of de externe omgeving.
2. Verwerking: Het gieten van de informatie in een bruikbare vorm.
3. Output: De informatie doorgeven aan mensen die deze informatie kunnen gebruiken. Feedback:
output die wordt teruggegeven aan de leden van de organisatie die de input kunnen evalueren
en corrigeren.
Computers en computerprogramma’s zijn de basis voor een informatiesysteem. Zij maken het gebruik
van het systeem mogelijk. Het is maar een klein onderdeel van het informatiesysteem. Om
informatiesystemen volledig te gebruiken moet een manager alle dimensies begrijpen met
betrekking tot de organisatie, het management en de informatietechnologie van systemen. Computer
hardware: de fysieke apparatuur voor input-, verwerkings- en outputactiviteiten in een
informatiesysteem. Computersoftware: verzamelnaam voor de gedetailleerd geprogrammeerde
instructies die de hardwarecomponenten in een informatiesysteem controlerenen coördineren.
Datamanagement-technologie: bestaat uit de software die de organisatie van deze gegevens op de
fysieke opslagmedia beheert. Netwerk- en telecommunicatietechnologie: bestaat zowel fysieke
apparatuur als software, koppelt de verschillende hardware-elementen aan elkaar en verstuurt
gegevens van de ene fysieke locatie naar de andere. Een netwerk koppelt twee of meer computers
aan elkaar om data of hardware, zoals een printer, te delen en uit te wisselen. Al deze technologieën,
samen met de mensen die nodig zijn om ze te runnen en te managen, vertegenwoordigen
bedrijfsmiddelen die binnen de organisatie worden gedeeld, samen vormen ze de
informatietechnologie-infrastructuur.
De beslissing om informatiesystemen te bouwen gaat ervan uit dat de return on investment de
investeringen in gebouwen, machines of andere bedrijfsmiddelen meer dan goedmaakt. De hogere
opbrengst zal worden uitgedrukt in toename van productiviteit, toename van inkomsten of misschien
een betere strategische positionering van de onderneming voor de lange termijn op bepaalde
markten. Vanuit bedrijfsperspectief gezien zijn informatiesystemen een onderdeel van een reeks
waarde toevoegende activiteiten voor het verkrijgen, transformeren en distribueren van informatie
die managers kunnen benutten voor het verbeteren van de besluitvorming, verhogen van de
prestaties en het verhogen van de winstgevendheid van de onderneming. Aanvullende maatregelen:
maatregelen die nodig zijn om waarde te halen uit primaire investeringen.
De technische benadering van informatiesystemen benadrukt de wiskundige modellen die kunnen
worden gebruikt om informatiesystemen, en de fysieke technologie en formele mogelijkheden van
deze systemen te bestuderen. De disciplines die horen bij deze technische benadering zijn
computerwetenschappen, managementwetenschappen en operationeel onderzoek. Een belangrijk
onderdeel van het onderzoek van informatiesystemen heeft betrekking op de gedragsvragen die naar
voren komen bij het ontwikkelen en het onderhoud op lange termijn van informatiesystemen. Vragen
over bijvoorbeeld de strategische integratie, het onderwerp, de implementatie, de toepassing en het
beheer kunnen niet op een bevredigende manier worden onderzocht met de modellen van de
technologische benadering alleen. Sociotechnisch gezichtpunt: bij dit gezichtspunt wordt een
optimale organisatorische prestatie bereikt door zowel de sociale als de technische systemen die in
productie worden gebruikt, te optimaliseren.
Hoofdstuk 2, wereldwijd werken: hoe bedrijven gebruikmaken van informati esystemen
Ieder bedrijf kan worden beschouwd als een verzameling bedrijfsprocessen. Deze worden
ondersteund met materialen, informatie en kennis. Wanneer de processen goed op elkaar zijn
afgestemd kan dit een voordeel opleveren ten opzichte van de concurrent. Wanneer deze processen
echter verouderd zijn kan dit nadelen opleveren voor een organisatie. Veel bedrijfsprocessen zijn