Hoorcollege Ageing & concepten
Week 1 Lifestages
Deze 4 ontwikkelingsgebieden hebben een sterke invloed op elkaar. In positieve en in
negatieve zin.
- Emotionele ontwikkeling
- Fysieke ontwikkeling
- Sociale ontwikkeling
- Cognitieve ontwikkeling
Algemene ontwikkelingsfasen
0-2 jaar sensomotorische fase
- Onderscheid maken tussen jezelf en de wereld. Er staat een ‘ik besef’.
- Motorische onafhankelijkheid vanaf ongeveer 24 maanden.
2-7 jaar: pre-operationele fase
- Vergroten van de buitenwereld, kennis van namen en plekken.
- Verdere motorische ontwikkeling. Centrale neurologische ontwikkeling gaat door.
Motoriek wordt steeds verfijnder.
- Ontwikkeling van locomotor systemen hangt af van gedrag en fysieke activiteiten.
Ontwikkeling afhankelijk van de omgeving.
7-12 jaar:
- Organisatie van de buitenwereld, redeneren, abstract denken.
- Optimalisatie van motor controle: hangt af van fysieke activiteiten
12-18 jaar
- Ontwikkeling van abstract en theoretisch redeneren.
- Fysieke groei en het verbeteren van motorische functies.
18-30 jaar
- Fysieke piek
- Mentale emotionele ontwikkeling: motivatie, lange termijn doelen
- Neuropsychologie: rijping van frontale cortex.
30+ jaar
- Fysiologische regressie, ouder worden
- Mentaal: groeiende kennis gebaseerd op ervaring. Verminderde capaciteit om te
leren.
Motorische ontwikkeling
Pasgeborenen
- Reflexen voor functies als:
Voeding (zoeken, zuigen, slik reflexen)
Bescherming (nek reflexen, lopen, grijpen, magneet plantaris, moro-reflex)
Ontwikkeling
0-2 jaar
- Algemene wetten van ontwikkeling
Flexie patronen veranderen langzaam in extensie patronen
Ontwikkeling pailletten van craniaal naar caudaal (hoofd eerst, armen,
handen, romp en de benen als laatste)
- Ontwikkeling is vaak stapsgewijs, niet gelijk
- Sterke ontwikkeling van het ene aspect, vertraagd de ontwikkeling van de andere
aspecten.
, - Reflexen gaan langzamerhand over in bewuste motorische handelingen. Zuigen gaat
over in kauwen.
- Coördinatie neemt toe. coördinatie en controle van motorische functies: myelinisatie
van het zenuwstelsel.
- Cortex gaat zich langzamerhand specialiseren. Linker en rechter hemisfeer.
- Zintuigen:
Gevoel
o sensibiliteit, reuk, smaak, equilibrium reflexen (dichtbij).
o Interpretatie van visie, horen equilibrium
Taal
Personaliteit
Sociale ontwikkeling
Peuters (2-4 jaar)
- Verfijning van motorische activiteit, integratie, planning, tekenen
- Grove motorische functies: rennen, traplopen, vangen en springen
- Gedrag: imitatie, acteren, problemen oplossen
- Communicatie: taal en non-verbaal
- Sociaal: start van samen spelen.
Schoolkinderen (4-12 jaar)
- Grove motorische functies: meer variaties, hangt af van groei snelheid
- Totale bewustheid van lichaam schema: sport en competitie
- Fijne motorische functie: schrijven en tekenen.
Pubertijd (12-18 jaar)
- Motorische ontwikkeling
Sterk beïnvloed door hormonaal, sociaal, emotioneel en (sub)culturele
ontwikkeling
- Sociaal
Vriendengroep wordt steeds belangrijker
Verminderde invloed van ouders of broers/zussen
Oriëntatie van positie in de samenleving
Ideeën ontwikkelen over politiek en de wereld.
Volwassen (18-70 jaar)
- Interlectuele ontwikkeling, groeiende ervaring,
- Goed sociaal netwerk
- Meeste volwassenen kiezen een partner en starten een gezin
- Rond 40e levensjaar valt de familie uit elkaar.
- Wat overblijft zijn volwassenen.
- Adequate motorische vaardigheden, hangt af van dagelijkse fysieke activiteiten en
conditie.
Ouderen (70+)
- Algemene gezondheid
Verhoogde incidentie van degeneratieve ziekten
Fysieke beperkingen
- Motorische functies
Verminderde coordinatie, spierkracht, aerobische condities (afhankelijk van
fysieke activiteiten)
Degeneratie van locomotorsysteem: osteoarthritis, osteoporose, algemene
kwetsbaarheid
, - Sociale functies
Verliezen van geliefden, familie en vrienden
- Physiologische functies
In het vroegere leven ontwikkelde coping strategieën zijn belangrijk
Depressieve gevoelens komen vaker voor.
Belangrijk: fysiek onafhankelijk , sociale contacten en een doel hebben
Week 2 Proces van ouder worden
Normale ontwikkeling
Foetale periode
- Specialisatie van cellen
- Ontwikkeling van organen en gespecialiseerde weefsels
Growth, fast multiplication of cells
Functions are occurring and improving, but also disappearing
This starts as a fetus and continues until adulthood
Herstel mechanisme van weefsels (multi potential stam cellen)
Herstel mechanisme van genetisch materiaal (DNA)
Maar: there is a limited number of multiplications of cells.
Apoptosis = geprogammeerde cel dood
Levensverwachting hangt af van:
- Persoonlijke aspecten (genen, geslacht)
- Economische aspecten
- Sociale aspecten
- Omgevingsaspecten
- Leefstijl
- Medische zorg
Persoonlijke aspecten
Verschillen in geslacht
- Vrouwen leven langer dan mannen 5-10 jaar
- Mogelijke oorzaken
Genetische kwetsbaarheid
Hormonen
o Testosteron verhoogd het metabolisme
o Testosteron verhoogd het LDL-cholesterol
o Testosteron
Gedrag
Genen
- De grootste kans om oud te worden
- Niet bij een ongeluk betrokken raken
- Goede genen hebben
Als je 4 grootouders hebt die 80+ zijn geworden heb je zelf een grotere kans
om oud te worden.
Sociale aspecten, gedrag
- Werk gerelateerde risico’s