Samenvatting module C1: Gastro-enterologie A
Acute buik
Etiologie:
- ontsteking: komt samen met infectie het vaakst voor
- infectie
- perforatie
- obstructie
- vasculair
- bloeding
digestivus, urogenitalis en circulatorius
intraperitoneaal, retroperitoneaal en buikwand
congenitaal, verworven
Niet specifieke acute buikpijn: PDS, obstipatie, spierpijn, virusziekten, maagfunctiestoornissen
Anamnese:
- buikpijn is diffuus en slecht te lokaliseren
- vaak krampend
- vaak eerder opgetreden
- ‘self-limiting’
- vaak vrouwen
- aanvallen
LO:
- diffuse drukpijn
- geen tekenen van peritonitis
Soorten acute buikpijn: ontsteking en infectie
- langzaam of snel progressieve buikpijn
- begint vaak als viscerale pijn: vanuit de organen, we zijn niet in staat om precies te zeggen
waar het vandaan komt
- bij verergering ontstaat pariëtale pijn: buikwand, dan ineens zijn we wel in staat te lokaliseren
waar het vandaan komt
- klassieke voorbeeld is appendicitis acuta
- ander voorbeeld is een laparotomie of laparoscopie; induceert een vorm van peritonitis
Anamnese:
- buikpijn is diffuus en slecht te lokaliseren
- rond de navel
- na en tijdje beter te lokaliseren en verheviging van de pijn
- vervoerspijn/hoestpijn/pijn bij lachen – specifiek voor peritonitis
LO:
- diffuse drukpijn
- druk- loslaatpijn: hoor je niet meer te doen
- defense musculaire: als reactie op de prikkeling van het peritoneum, worden de buikspieren
aangespannen als reflex. Dit kan niet onderdrukt worden! Als het wel verdwijnt, dan is er
actief spierverzet. – specifiek voor peritonitis
- opstootpijn/slingerpijn: specifieke vormen van peritoneum drukken, via anus of vagina. –
specifiek voor peritonitis
,Peritonitis
Primaire peritonitis
- streptokokkenperitonitis: mensen die hun milt missen
Secundaire peritonitis
- besmetting vanuit ziek orgaan
Afweermechanismen in de buikholte:
- peritoneale vloeistofstromen met leukocyten
o van beneden naar boven, omdat vocht wordt afgevoerd via kleine openingen in het
diafragma
o via de buitenkant, omdat in het midden geen doorgang is door de mesenteria van
dunne darm. Dus via paracolische route. Boven of onder de lever langs. Bacteriën
worden dan verwijderd, maar ook verspreid. In deze trajecten krijg je dan abcessen:
paracolisch, subhepatisch, subphrenisch, en cavum douglasi (minder logisch)
- omentum: legt zich vast op ontstekingsprocessen: gaat om het ontstoken deel van de
buikorganen liggen.
- infiltraatvorming
- abcedering: bacteriën kunnen zich niet meer verspreiden
o abcessen: op plaatsen waar vloeistofstroom langs komt
Klinisch beeld:
- Dolor: visceraal of pariëtaal – druk- en loslaatpijn, oppervlakkige ademhaling
- Calor: pyrogenen – koorts
- Rubor: toename perfusie – hyperaemisch (in de buik kijken, of verdikt peritoneum op ct)
- Tumor: infiltraatvorming rondom divertikels – opgezette buik
- Functio laesia: paralytische ileus; stilliggen van de darmen – stilliggen, paralyse (geen
geruisen van de darmen meer)
Klinisch beeld abdominale sepsis:
- shock
- koude rillingen
- collaps neiging
- anorexie, algemene malaise
- facies abdominalis: je ziet vaak een ingevallen spits gezicht; verlies van vocht, maar toch
typisch beeld
Soorten acute buik: perforatie
- acute heftige pijn in de buik
- heftigheid hangt af van wat er lekt; maag doet acuut heel veel pijn, maar colon gevaarlijker
door bacteriën maar minder acuut
- direct goed lokaliseerbaar, eventueel verplaatsing
- kan komen door: maag/pancreas, bacteriën, bloed (veel mildere reactie), steriele gal (vol met
zuren, prikkelend), dunne darminhoud/faeces. Colon dus gevaarlijker maar minder acuut
prikkelend.
Klassieke beeld perforatie ulcus duodeni
Anamnese:
- Gevoel dat er iets knapte
- Hevige pijn op plaats waar perforatie optreedt (bij retroperitoneaal: rug)
- Gevoel dat pijn afzakt langs rechter zijde
- Na tijdje gehele buik
, - Vervoerspijn/hoestpijn/pijn bij lachen
LO:
- druk- en loslaatpijn
- plankharde buik
Soorten acute buik: obstructie
Ook wel ileus. Klinisch beeld:
- Koliekpijn (nier-, gal-, darm-): beloop, ernstige pijnaanvallen, tussendoor pijnvrij
- Braken: hoe lager de afsluiting, hoe langer het duurt totdat je gaat braken
- Ontlasting houdt op
- Ischemische pijn: ernstigste pijn die er is. Aanhoudende pijn. Alarmsymptoom. Stukje darm
gaat dood: op het moment dat dit dood is, dan voel je het niet meer maar krijg je daarna
peritonitis. Ileus necrose peritonitis.
Anamnese:
- plotseling opgetreden goed gelokaliseerde heftige pijn (flank bij niersteen) met
bewegingsdrang (weet niet waar het zoeken moet) en braken
- straalt uit in verloop buisvormige structuur (naar de lies bij uretersteen)
- referred pijn tussen de schouderbladen bij cholecystolithiasis
LO:
- soms lichte drukpijn
- peristaltiek grosso modo normaal
- hoog klinkende peristaltiek, namelijk door grote spanning op darm
Soorten acute buik: vasculair
- Meest ernstige pijn die we kennen
- In de gehele buik: orgaan kun je niet lokaliseren
- Patiënt soms toxische verschijnselen: heel ziek
Anamnese:
- soms niet mogelijk door somnolentie of verwardheid
- oudere patiënt
- voorgeschiedenis van uitingen van gegeneraliseerde atherosclerose/hartritmestoornissen
(AF)
- voorgeschiedenis van chronische ischemie
LO:
- geen druk- en loslaatpijn!
- In het begin discrepantie tussen ernst klachten en LO: je hoort normale peristaltiek, er is geen
sprake van peritonitis, dus je vind niks: DD ischemie of pancreatitis
- Beeldvorming: pneumatosis intestinalis: lucht in de darmwand. Afstervende darm meestal.
Soorten acute buik: Bloeding
- pijn in buik of rug
o ernst, beloop, plaats hangt af van lokalisatie bloeding
- eerst gelokaliseerd, daarna diffuus (intraperitoneaal)
- vaak shock
- klassiek voorbeeld is gebarsten aneurysma aorta abdominalis – retroperitoneum ‘stelpt’ een
beetje de bloeding.
- ander voorbeeld: miltruptuur, buikwandbloeding onder antistolling
- echo: snel kijken of de aorta verwijd is, en of er bloed buiten de aorta staat