Toets vragen: Recht
Antwoorden staan onderaan
1. Wat is de afkorting van BW?
a. Burgerlijk Wetboek
b. Burgemeesters en Wethouders
c. Bestuurswet
d. Bijstandswet
2. Een regeling afkomstig van de regering, zonder dat de Staten-Generaal zich er mee
bemoeit?
a. Koninklijk besluit
b. Ministeriële regeling
c. Verordening
d. Verdrag
3. Wat behoort tot het ongeschreven recht?
a. Jurisprudentie + Wet- en regelgeving
b. Jurisprudentie + Gewoonte
c. Gewoonte + Wet- en regelgeving
d. Gewoonte +Grondwet
4. Wat is de volgorde (van hoogste naar laagste)
a. Verdragen, Gemeenschapsverordeningen- en richtlijnen EU, Grondwet, Overige wetten
b. Verdragen, Overige wetten, AMvB, Provinciale verordeningen
c. Koninklijk besluit, Overige wetten, Verdragen, Grondwet
d. Grondwet, Verdragen, Overige wetten, Gemeenschapsverordeningen- en richtlijnen EU
5. Wat hoort bij publieksrecht?
a. Privaatrecht
b. Grondwet
c. Strafrecht
d. Alle 3
6. Mariët heeft een arbeidsgeschil op haar werk. Ze wil haar vakantiegeld innen, maar haar
baas zegt dat ze hier geen recht op heeft. Het gaat om een bedrag van €3500,-.
Ze wil het voorleggen aan de rechter. Waar moet ze naar toe?
a. Bestuursrechter
b. Kantonrechter, want die doet bedragen van minimaal 3500,-
c. Kantonrechter, want het is een arbeidsgeschil
d. Privaatrechter, want het is een civiele zaak
, 7. De heer Jansen rijd met zijn auto de bocht om en de zon schijnt ineens pal in zijn gezicht.
Daardoor ziet hij Peter, die aan de linkerkant rijdt, niet aankomen. Een botsing is het
gevolg. Peter breekt zijn schouder en been. Het veroorzaken van de aanrijding door de
heer Jansen is een…
a. Handeling waaruit een verbintenis voortvloeit
b. Een rechtshandeling, want de heer Jansen maakt inbreuk op het recht op
onaantastbaarheid
c. Geen onrechtmatige daad, want het was een ongeluk
d. Een resultaatsverbintenis
8. Hoe heet de uitspraak van de Hoge Raad?
a. Vonnis
b. Uitspraak
c. Cassatie
d. Arrest
9. Wat is een inspanningsverbintenis?
a. Een klant die een brood koopt bij de bakker
b. Een monteur die een APK keuring uitvoert
c. Een arts die een patiënt behandeld
d. Een leverancier die een pakketje levert
10. Wat zijn wilsgebreken?
a. Handelingsonbekwaam
b. Bedrog
c. In strijd met de wet
11. Waartoe hoort de WSNP (Wettelijke schuldsanering natuurlijke personen)
a. Aparte wet
b. Grondwet
c. Faillisementswet
d. Schuldsaneringswet
12. Wanneer is de koopovereenkomst gesloten?
a. Bij het overhandigen van het product
b. Bij betaling
c. Bij het sluiten van de koopovereenkomst
d. Bij wilsovereenstemming
13. Wat is de opzegtermijn voor een verhuurder?
a. Maximaal 3 maanden
b. Maximaal 1 maand
c. 1 tot 3 maand
d. 3 tot 6 maand
14. Wat is wonen?
a. Klassiek grondrecht
b. Sociaal grondrecht
c. Gewoonterecht