Portfolio
Fysiotherapie bij complexe aandoeningen
Naam student:
Studentnummer:
Osiris code: GFY-3.FT2-14
Datum: 19-01-2018
D
,Inhoud
KFO – Complexe patiënt in een klinische setting
WG I – Verslag Zorgmodule Bewegen mevr. Fransen (longcasus extra)
WG II – Verslag Zorgmodule Bewegen mevr. Cornelissen (hartcasus extra)
Dia’s PowerPoint 1 – Complexe problematiek bij een patiënt met chronisch obstructieve
longziekte
Dia’s PowerPoint 2 – Complexe problematiek bij een patiënt met coronaire hartziekte
Casus 1 RCA (exacerbatie COPD + comorbiditeiten) – Fransen
Casus 2 RCA (CAGB + comorbiditeiten) – Cornelissen
Casus 3 MSA (TKP) – Bakker
Casus 4 MSA (THP) – van Tol
Casus 5 CNA (CVA + DM II) – Zoeters
Casus 6 CNA (Parkinson + laminectomie) – van der Mark
Casus 7 RCA/MSA/CNA (Syndroom van Down) – Verkerk
*Elke casus bevat de volgende onderdelen:
- Beschrijving gezondheidstoestand
- Initiële hypothesen
- Onderzoeksplan + ondersteuning door evidentie
- Ingevuld PPA-formulier
- Fysiotherapeutische diagnose
- Interpretatie: verworpen/bevestigde hypothesen
- Behandelplan + ondersteuning door evidentie
- Literatuurlijst
, KFO – Complexe patiënt in een klinische setting
Vlak voor de sinterklaasavond zou beginnen, stond deze KFO-les voor RCA in het Antonius ziekenhuis op het
rooster. Op de weg daarnaartoe troffen … en ik een oudere mevrouw aan welke onwel was geworden. Het beeld
van deze mevrouw leek ons niet pluis, dus besloten we 112 te bellen en bij haar te blijven tot de ambulancebroeders
waren gearriveerd. Hierdoor was ik helaas niet op tijd bij deze KFO-les en heb ik de introductie gemist. Ondanks
deze hinder heb ik in actief mee kunnen doen met de anamnese, het onderzoeks- en behandelplan van beide
patiënten.
OHCA
In de eerste helft van deze KFO-les kwam een 46-jarige patiënt (man) ter sprake met de diagnose OHCA (Out
Hospital Cardiac Arrest): een reanimatie die plaats heeft gevonden buiten het ziekenhuis. Deze meneer werd in
2009 plots in een steeg gevonden zonder ademhaling en hartslag. Meneer heeft het dankzij een reanimatie
overleefd. In het ziekenhuis is meneer gedotterd via de lies. Echter had meneer grimmige vooruitzichten: hij had
slechts 4% hersenactiviteit, lag 12 dagen in coma, had epilepsie en een beperkt zicht.
Gedurende de hartrevalidatie (welke 3-4 maanden duurde met een intensiteit van 2 keer per week) zegt
meneer ‘alles hier opnieuw te moeten hebben geleerd’. Na deze periode is meneer op eigen initiatief en op
doorverwijzing van de neuroloog en cardioloog bij de fysiotherapeut terecht gekomen.
“Ik wil vooruit, zowel op conditioneel- als op fysiekgebied.”
Meneer is echter nooit fysiek actief geweest. Meneer was salesmanager van beroep, werkte 80 uur in de week,
had veel stress en geen tijd om te sporten. Momenteel is meneer zich ervan bewust dat lichamelijke activiteit
belangrijk is en gaat nu dan ook naar de sportschool. Tot zover een korte samenvatting van de anamnese.
Hierna volgde een kort onderzoek waarin de bloeddruk werd gemeten (systolische druk: 155mmHg,
diastolische druk: 94mmHg; een hoge bloeddruk welke bewerkstelligd is door het feit dat meneer voor een grote
klas staat). Ook werd er een kort onderzoek gedaan naar het maximale inspanningsvermogen van meneer d.m.v.
de Steep-Ramp (resultaat nu: 350W; resultaat voorafgaand hartrevalidatie: <200W). Gezien de tijdnood werd
globaal werd verteld wat meneer in de klinische fase (I) als poliklinische fase (II) van de hartrevalidatie heeft
ondergaan. Dit was een vergelijkbaar revalidatieprotocol van de KNGF-richtlijn Hartrevalidatie (Achttien et al.,
2011).
COPD
In de tweede helft van de KFO-les kwam een patiënt (vrouw) ter sprake met de diagnose COPD GOLD 4, ofwel de
laatste stadia van COPD. Mevrouw heeft geen sputum (wijst op chronische bronchitis). Mevrouw heeft een grote
lijst aan medicatie (polyfarmacie). Mevrouw heeft 9 jaar lang gerookt (20 sigaretten op een dag), maar neemt dit
zichzelf niet kwalijk. Omdat mevrouw afhankelijk is van extra zuurstof, is zij gestopt met roken. Mevrouw woog
vroeger 20kg meer. Nog altijd gaat het uitvoeren van ADL-activiteiten langzaam en moeizaam door het gevoel van
krachttekort. Daarom heeft mevrouw een aantal hulpmiddelen, zoals een douchestoel, traplift, rolstoel voor grotere
afstanden, rollator.
“Onder begeleiding van de fysiotherapeut wil ik mijn conditie opkrikken.”
Gezien tijdnood werd er kort een aantal onderzoeks- en behandelmiddelen besproken, welke vergelijkbaar waren
met de KNGF-richtlijn Chronisch Obstructieve Longziekten (Gosselink et al., 2008).
Beleving
Niet eerder is er in de les een ‘echte’ patiënt geweest met hart- en vaatziekten of een longpathologie. Het is
bijzonder mooi om te horen dat deze patiënten dankzij fysiotherapie momenteel een betere kwaliteit van leven
ervaren. Deze patiënten hebben het bevestigd: fysiotherapie is een dankbaar beroep.
Literatuur
Achttien, R. J., Staal, J. B., Merry, A. H. H., & Voort, S. S. E. M. (2011). KNGF-richtlijn Hartrevalidatie. Supplement
bij het Nederlands Tijdschrift voor Fysiotherapie, 121(4).
Gosselink, R., Langer, D., Burtin, C., Probst, V. S., Hendriks, H. J. M., Van der Schans, C. P., ... & Troosters, T.
(2008). KNGF-richtlijn Chronisch obstructieve longziekten. Nederlands Tijdschrift voor Fysiotherapie, 118(4 suppl),
S1-S56.
, WG I – Verslag Zorgmodule Bewegen mevr. Fransen
Wat heb ik geleerd?
De Zorgmodule ‘Zelfmanagement’ heeft mij een aantal nieuwe inzichten gegeven. Voor het bestuderen van deze
zorgmodule, zag ik zelfmanagement als iets dat om een bepaalde tijd input moet krijgen. Het tegendeel is waar:
zelfmanagement is iedere dag weer. Bovendien is zelfmanagement niet iets waartoe zorgverleners patiënten
moeten aanzetten.
Patiënten met een chronische aandoening kunnen middels zelfmanagement een optimale kwaliteit van
leven bereiken en kunnen behouden. Verder spant een patiënt met een hoog zelfmanagementniveau zich in zo
gezond mogelijk te leven door aandacht te besteden aan goede voeding, lichamelijk actief te zijn en
gezondheidsrisico’s als roken, alcohol, stress en overwicht te vermijden. Zelfmanagement neemt dus ook de
preventie van chronische ziekten in. Kortom: zelfmanagement is preventief, kostenbesparend en bevordert de
gezondheid en kwaliteit van leven van patiënten met een chronische aandoening. Het ondersteunen van
zelfmanagement vind ik daarom zeker een taak, en al helemaal voor de fysiotherapeut als bewegingsspecialist.
Het volgen van het 5A-stappenplan resulteert in een individueel dynamisch zorgplan: het beschrijft wat de
patiënt gaat doen (zelfmanagement) en wat de zorgverlener gaat doen. Dit stappenplan bestaat uit de volgende
stappen: Achterhalen (ervaringen en behoeften), Adviseren (informatie op maat geven), Afspreken (helpen de
patiënt zelf haalbare doelen op te stellen), Assisteren (helpen bij het omgaan met persoonlijke barrières,
inventariseren van mogelijke behoefte aan extra ondersteuning) en Arrangeren (het maken van een specifiek plan
voor (vervolg) ondersteuning).
Zelfmanagementniveau van mevr. Fransen
Het zelfmanagementniveau van mevr. Fransen schat ik laag in, gezien het feit dat mevr. momenteel onder andere
geen zelfmanagementvaardigheden bezit. Mevr. voelt zich echter uitgeblust, ook heeft zij geen zin om over
veranderingen na te denken. Verder bezit mevr. weinig kennis over de medicatie en aandoening wat resulteert in
een lage gezondheidsvaardigheid. Ook de passieve coping van mevr. duidt op een laag zelfmanagementniveau.
Zelfmanagementondersteuning
Zelfmanagementondersteuning kan teweeg worden gebracht middels het 5A-stappenplan. Bij iedere afzonderlijke
stap (Achterhalen, Adviseren etc.) houd ik de volgende aandachtsgebieden van zelfmanagement in mijn
achterhoofd: A) Leven met de ziekte, B) Eigen aandeel in de zorg en C) Organiseren zorg- en hulpbronnen. De
afspraken worden vastgelegd in een individueel zorgplan.
Een ander voorbeeld om zelfmanagementondersteuning te bereiken is middels het ‘Generiek model
zelfmanagement’. Door kennis over de aandoening over te brengen wordt mevr. haar gezondheidsvaardigheid
vergroot, door coach-vaardigheden toepassen wordt het vertrouwen in eigen kunnen verhoogd en door mevr.
wegwijs te maken in het aanbod (het beschikbare scala aan programma’s, ondersteuningsmogelijkheden,
hulpmiddelen en informatiebronnen) kan mevr. zichzelf gaan ontplooien.