Slikken
De student past de theoretische kennis over de normale ontwikkeling van eten, drinken
en slikken toe om een observatielijst voor eten en drinken bij jonge kinderen voor te
bereiden en in de taakgroep te presenteren.
Normale ontwikkeling smaak
● Aangeboren voorkeur (zoet); aangeboren aversie (bitter).
● Ervaringen in eerste levensjaren zijn belangrijk.
● In kinderjaren voedsel socialisatie (eetgewoonten gezin en cultuur).
● Sensorische indrukken blijven hele leven een hoofdrol spelen in verwerpen en
accepteren van voedsel.
● Met vertrouwde, geaccepteerde smaken is een nieuwe smaak makkelijker te leren.
Mens is omnivoor --> moet openstaan voor alle soorten voedsel Kan ook gevaarlijk zijn, daarom
heeft mens neofobieën (angst voor het nieuwe)
→ Neofobie verdwijnt door herhaald aanbieden van dat voedsel in combinatie met:
positief voorbeeld (zelf bijvoorbeeld eerst proeven).
Smaakgewenning:
● Gevoelige periode: 4-8 maanden, hoogtepunt 6 maanden.
● Bij normale kinderen: Wennen aan fuit (3/5 confrontaties). Wennen aan groente (8/10
confrontaties).
● Bij borstvoeding kinderen sneller.
Adaptieve reflexactiviteit:
● Rooting (borstzoek/tepelzoekreactie).
● Zuigreflex-slikreflex.
● Palmomentaal reflex: tuiten van de mond op het moment dat ze een prikkel krijgen
(vinger).
● Transversale reflex: zoekt een prikkel in je mondgebied om bijv. etensresten weg te
halen.
Beschermende reflexactiviteit:
● Kokhalsreflex: giftige zaken tegen gaan. Helpt tegen verslikking.
● Hoestreflex: luchtweg wordt weer schoon.
Adaptieve reflexactiviteit:
1. Zuigreflex-slik reflex: slikreflex blijft bestaan.
2. Rooting (zoekreflex): verdwijnt vanaf de 3e-5e maand.
3. Palmomentaal reflex: verdwijnt vanaf de 3e-5e maand.
4. Transversale tong reflex: blijft min of meer bestaan; wordt een reactie.
→ Vanuit reflexen leert een kind de vaardigheid: niet dus vanuit experimenteel
leren, zoals in de andere motoriek (kruipen, lopen, handfunctie).
Beschermende reflexactiviteit:
, 1. Kokhalsreflex: dooft uit rond de 7e maand. Blijft achterin bestaan. 10% vrouwen en
40% heeft geen wurgreflex.
2. Hoestreflex: blijft bestaan en heb je nodig om veilig te kunnen slikken.
Leren eten van een lepel: hoelang duurt het?
● Een kind leert, onafhankelijk van het startmoment, in 4-6 weken eten van een lepel
NOL = Nijmeegse observatielijst lepelvoeding, 2007
● Opent de mond als de lepel er aankomt.
● Sluit de lippen als lepel in de mond komt.
● Gebruikt de bovenlip om eten van lepel te halen.
● Voedsel blijft direct na inname in de mond.
● Tong blijft achter de lippen bij transporteren voedsel.
● Tong blijft achter de lippen als het kind slikt.
● Voedsel blijft achter de lippen als kind slikt.
De student lokaliseert en benoemt de bij het slikken betrokken structuren en de daarbij
betrokken neurologie die deel uitmaken van aangezicht, mond en keel ten behoeve van
een veilige slik.
● Cavum Oris (mondholte). ● Palatum Durum (harde gehemelte)
● Farynx (keelholte). ● Palatum Molle (zachte gehemelte).
● Larynx (strottenhoofd). ● Uvula (huig).
● Oesofagus (slokdarm). ● Farynxbogen:
● M. Orbicularis Oris (Lippen). M. Palatoglossus (voorste boog).
● M. Buccinator (wangen). M. Palatofaryngeus (achterste
● Maxilla (bovenkaak). boog).
● Mandibula (onderkaak). ● Tonsillen (keelamandelen).
● Kiezen (32 blijvend, 20 melkgebit). ● Linguae (tong).
Speekselklieren
● Glandula Parotis: oorspeekselklier.
→ Functie: deze spier produceert water als je denkt aan eten. Ook zorgt hij dat je kan
doorslikken en beschermt hij de slokdarm. De spier spant samen als je iets zuurs eet.
● Glandula submandibularis: onderkaakspeekselklier.
● Glandula sublingualis: ondertongspeekselklier.
Anatomie mondbodem:
Mondbodemspieren:
● M. Mylohyoideus: spier die aan de onderkaak is bevestigd.
→ Functie: het heft het tongbeen (os hyoïdeum).
● M. Geniohyoideus: spieren van de hals.
→ Functie: spier die het tongbeen naar boven en naar voren trekt.
● M. Digastricus: spier die aan de onderkaak is bevestigd.
→ Functie: hij opent de mond en trekt de onderkaak naar beneden.
Nervus Trigeminus Aangezichtszenuw (N.V.): aangezichtszenuw.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper phone. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.