Samenvatting
Neurologie 1 Samenvatting Jaar 1 (Oud curriculum)
- Instelling
- Hanzehogeschool Groningen (Hanze)
Neurologie 1 Samenvatting Jaar 1 (Oud curriculum)
[Meer zien]Voorbeeld 3 van de 30 pagina's
Voorbeeld 3 van de 30 pagina's
In winkelwagengesponsord bericht van onze partner
Voorbeeld van de inhoud
Neurologie................................................................................................................................... 3De student herkent de anatomie en functie van het gezonde brein.........................................3
Grote hersenen................................................................................................................... 3
Kleine hersenen..................................................................................................................4
Hersenstam........................................................................................................................ 4
Hersenzenuwen..................................................................................................................4
De student herkent neurologische ziektebeelden op het gebied van dysartrie/ dysfagie/
afasie/ spraakapraxie, de plaatsing ervan in het brein en de gevolgen voor de patiënt op
functie-, activiteiten- en participatieniveau...............................................................................8
De student benoemt/kent de verschillende fases na een beroerte en beschrijft/kent de
samenhang met ( logopedische) therapeutische interventies bij afasie/ dysartrie/ dysfagie. .10
Fasen na een beroerte:....................................................................................................10
Afasie................................................................................................................................ 10
Dysartrie........................................................................................................................... 10
Dysfagie............................................................................................................................ 10
Afasie......................................................................................................................................... 12
De student kent de doelstellingen en inhoud van de verschillende afasie-
diagnostiekinstrumenten en reproduceert in welke fase na hersenletsel deze worden ingezet
.............................................................................................................................................. 12
AAT: Token Test............................................................................................................... 12
Vervangen door CAT-NL..................................................................................................12
Diagnostiek Acute fase.....................................................................................................12
Diagnostiekinstrumenten en ICF.......................................................................................13
Functieniveau............................................................................................................... 13
Activiteitenniveau......................................................................................................... 14
Participatieniveau.........................................................................................................14
Diagnostiekinstrumenten Acute fase.................................................................................14
Diagnostiekinstrumenten Revalidatiefase.........................................................................15
Diagnostiekinstrumenten Chronische fase........................................................................15
De student onderscheidt de (afasie)hoofdsyndromen op basis van de neuro-anatomie en aan
de hand van specifieke kenmerken/symptomen....................................................................16
Afasiesymptomen............................................................................................................. 17
Dysartrie.................................................................................................................................... 19
De student onderscheidt de verschillende typen dysartrie op basis van de neuro-anatomie en
aan de hand van de specifieke kenmerken...........................................................................19
Slappe Dysartrie............................................................................................................... 19
Spastische Dysartrie.........................................................................................................20
Atactische Dysartrie.......................................................................................................... 20
Hypokinetische Dysartrie..................................................................................................20
Hyperkinetische Dysarthrie...............................................................................................20
Gemengde Dysartie.......................................................................................................... 21
De student kent de doelstellingen en inhoud van de verschillende klinimetrische instrumenten
voor dysartrie........................................................................................................................ 22
, Raboud Oraal Onderzoek (ROO)......................................................................................22
NDO-V (NDO-K: kinderen)................................................................................................22
Dysfagie..................................................................................................................................... 24
De student kent de verschillende oorzaken van dysfagie en onderscheidt de specifieke
kenmerken van de dysfagietypen..........................................................................................24
Verdeling slik volgens Logemann (1983)..........................................................................25
Beschrijving van kauw- en slikstoornissen........................................................................25
De student kent de doelstellingen en inhoud van de verschillende klinimetrische instrumenten
voor dysfagie......................................................................................................................... 27
Onderzoek van kauw- en slikstoornissen..........................................................................27
Slikscreeningen................................................................................................................ 27
Functional Oral Intake Scale (FOIS).................................................................................27
Penetration-Aspiration Scale............................................................................................28
Vragen van de Powerpoints.......................................................................................................29
, Neurologie
De student herkent de anatomie en functie van het gezonde brein
Het zenuwstelsel bestaat anatomisch uit twee delen: centrale zenuwstelsel en het perifere
zenuwstelsel.
● Het centrale zenuwstelsel bestaat uit de hersenen en het ruggenmerg
○ Grote hersenen (cerebrum).
○ Kleine hersenen (cerebellum).
○ Hersenstam (truncus cerebri).
● Het perifere zenuwstelsel zijn alle zenuwen/uitlopers van het centrale zenuwstelsel.
○ Dat zijn 12 hersenzenuwen en 32 ruggenmergzenuwen.
Grote hersenen
Functie: De grote hersenen hebben veel verschillende functies. Het bestaat uit een linker en
een rechter hemisfeer met aan beide kanten 4 kwabben. Elke kwab in de hersenen stuurt iets
anders aan.
→ De linker hemisfeer stuurt het rechterdeel van het lichaam aan en de rechter
hemisfeer stuurt het linkerdeel van het lichaam aan.
Synaps: een opening tussen het uiteinde van de neuriet en het begin van een
dendriet. Deze opening heet de synapsspleet.
→ De prikkel wordt van de neuriet naar de denriet doorgegeven (dus overbrugt de
synapsspleet) via een chemische stof (neurotransmitter) die vrijkomt vanuit blassjes op het
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper phone. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.
Is Stuvia te vertrouwen?
4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)
Afgelopen 30 dagen zijn er 52510 samenvattingen verkocht
Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen