Aantekeningen van alle hoorcolleges van het vak forensische psychopathologie. Begrippen worden uitgelegd en er zijn verwijzingen naar belangrijke slides. Verder is alle informatie vanuit de docenten over het tentamen opgenomen!
Inhoud
Aantekeningen van alle hoorcolleges inclusief het responsiecollege van het vak
Forensische Psychopathologie
,Hoorcollege 1: The RNR-model, criminogenic needs
en klinische relevantie
Tentamen: de HKT-R maakt hier geen onderdeel van uit. Tot en met slide 18 is het
geen tentamenstof, daarna wel.
Als er een risicofactor is die niet delictgerelateerd is, is de vraag wat het nut is om
hier wel op in te zetten in behandeling. Alle risicotaxatie-instrumenten zijn gebaseerd
op de Central Eight.
In behandeling begin je met de needs, want zonder inzicht hierin, heb je ook geen
inzicht in risk en responsiviteit. Needs bestaat uit drie pijlers:
- Risicotaxatie. Wat zijn de delictgerelateerde risicofactoren en welke
beschermende factoren zijn er die eventueel als buffer kunnen werken voor
de risicofactoren? Normaal gesproken neemt het recidiverisico af naarmate
iemand ouder wordt, maar dit is niet zo bij zedendelinquenten. De hoogste
kans op recidive bij zeden is bij jongens zonder secundaire
geslachtskenmerken.
- Diagnostiek. Bij LVB-patiënten komt er vaak een disharmonisch profiel naar
voren, waardoor je mensen kunt overschatten (door bijvoorbeeld goede
verbale vermogens). De SKILL is een screener voor IQ, en sluit LVB wel of
niet uit. Op basis hiervan kan je dan eventueel de WAIS of SON-R o.i.d. doen.
- Informatie over het delict. Dit biedt ook informatie over de persoon. Zoals
seksuele schema’s of motieven onder zedendelinquenten.
Seksuele schema’s/motieven onder zedendelinquenten:
- Kinderen zien als seksuele wezens
- Vrouwen zien als seksuele wezens
- Ik tegen de wereld, de wereld is boosaardig. Een heel antisociaal schema.
- Ik heb recht op seks. Ook antisociaal
- Nature of harm. Of er wel of geen zichtbare letsels zijn, zoals binnen het gezin
(vaak niet) of sadisme (vaak wel).
- Je kunt vrouwen niet lezen.
Op basis van de drie pijlers van needs kun je classificeren in bepaalde profielen
(zoals blijkt uit vak FP), en daarop kun je dan vervolgens de behandeling kiezen en
bepalen wat moet worden behandeld.
, Hoorcollege 2: Forensic psychopathology
symptoms
As-1 problematiek: symptomen en As-2 is persoonlijkheid.
20-25% van de forensische populatie heeft psychotische symptomen. Verder komen
aan middelen gebonden stoornissen veel voor (ongeveer 50-60%). Psychotische
mensen gebruiken vaak tijdens en na psychoses middelen, vooral tegen de onrust in
het hoofd en het zijn dus vormen van zelfmedicatie. Het gaat bij hen dan vooral om
moeilijkheden met het filteren van informatie, aangezien zij een veel kwetsbaardere
ego-sterkte hebben. Ze zijn veel minder goed in staat om van hun eigen kracht uit te
gaan.
Verslaving kan worden onderverdeeld in primaire (hoofddiagnose is een aan
middelen gebonden stoornis) en secundaire (comorbide met andere stoornis)
verslaving.
Er is in de forensische populatie vooral sprake van cluster B
persoonlijkheidsstoornissen (narcisme, borderline en antisociaal). Dit komt dan wel
weer comorbide voor met andere (persoonlijkheids-)stoornissen. Binnen één cluster
heeft iemand vaak meerdere stoornissen. Uit onderzoek blijkt dat als er een
accumulatie is van persoonlijkheidsstoornissen (vooral binnen cluster B), het
moeilijker is om de risicofactoren terug te dringen tot een acceptabel niveau.
Type 1 exhibitionisme: wil zichzelf laten zien en worden gezien. Type 2: vaker een
antisociale kant, willen anderen shockeren. 20-25% stappen over op hands-on
delicten.
15-20% is de parafiele stoornis, dus de zedendelinquenten. ASS en ADHD komen
ook vaker voor in de forensische populatie, maar zelden als hoofddiagnose.
Psychopaten hebben veel vaker een antisociale PS dan niet-psychopaten. Het was
de ambitie om de PS in de DSM-5 te herzien en terug te brengen naar 5.
Psychopathie zou dan gekoppeld worden aan de antisociale PS.
Tabellen op de slides 1t/m9 zijn niet erg belangrijk, geen tentamenvragen. Op slide
10 wel belangrijk.
Bij de klasse met alleen PS, komt er als enige geen verslaving voor.
Dus eigenlijk: de central eight komen hier het meest terug!
Zie slide 14 t/m 17
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lavankesteren. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.