Deze oefenvragen zijn zelfgemaakt en zijn gebaseerd op alle benodigde stof uit de hoorcolleges en uit het boek (). Ik heb zelfs over hoofdstuk 20 een paar vragen gemaakt. De antwoorden staan onderaan het document. Heel veel succes!!
Oefenvragen
Seksuologie
1. Wat was een kenmerk van de ideeën van de Oude Grieken over menselijke seksualiteit?
a) Celibatair leven aanmoedigen
b) Monogamie bevorderen
c) Diversiteit in homo- en heteroseksualiteit
d) Verbod op seksuele gemeenschap
2. Hoe beschrijft het boek de opvatting van moslims over seksuele activiteit?
a) Zondig en te vermijden
b) Uitsluitend voor voortplanting
c) Een van de plezierigste genoegens in het leven
d) Alleen toegestaan binnen gearrangeerde huwelijken
3. Wat is het verschil tussen seks en gender?
a) Seks verwijst naar de anatomie, terwijl gender verwijst naar seksueel gedrag.
b) Seks verwijst naar de anatomie en seksueel gedrag, terwijl gender verwijst naar man of vrouw zijn.
c) Seks verwijst alleen naar seksueel gedrag, terwijl gender verwijst naar man of vrouw zijn.
d) Seks verwijst naar seksueel gedrag, terwijl gender verwijst naar anatomie.
4. Wie voerde het eerste grootschalige seksuele onderzoek uit, waarbij gegevens werden verzameld
van 10.000 mensen met behulp van een uitgebreide vragenlijst, die helaas grotendeels werd
vernietigd door de nazi's?
a) Magnus Hirschfeld
b) Henry Havelock Ellis
c) Alfred Kinsey
d) Masters and Johnson
5. Wie wordt beschouwd als de stichter van de psychiatrie en psychoanalyse en geloofde dat
seksualiteit zowel de primaire motivatie voor al het menselijk gedrag was als de belangrijkste oorzaak
van neurose?
a) Henry Havelock Ellis
,b) Sigmund Freud
c) Richard von Krafft-Ebing
d) Alfred Kinsey
6. Wie voerde het meest bekende observationele seksuele onderzoek uit en bestudeerde de
fysiologie van seksueel respons en seksuele stoornissen?
a) Alfred Kinsey
b) Henry Havelock Ellis
c) Masters and Johnson
d) Magnus Hirschfeld
7. Hoe beïnvloedt de media volgens de beschreven theorieën het publiek?
i. Teelt (cultivation) suggereert dat media exposure representatief is voor wat er werkelijk gebeurt.
ii. Agenda setting of framing theory stelt dat media definiëren wat belangrijk is door de verhalen die
ze tonen.
iii. Sociale cognitieve theorie suggereert dat de media ons rolmodellen geeft die we imiteren.
iv. Selectiviteit houdt in dat mensen willekeurig aandacht geven aan verschillende content.
v. Reinforcing spiral theory stelt dat mediagebruik voorspelt iemands sociale identiteit, en media
beïnvloeden ook iemands identiteit en overtuigingen.
vi. Differential susceptibility model benadrukt dat niet iedereen op dezelfde manier reageert op
dezelfde content.
Welke combinatie van beweringen is correct?
a) i, ii, iv
b) ii, iii, v
c) iii, iv, vi
d) i, iv, vi
8. Wat is etnocentrisme volgens de verstrekte informatie?
a) De neiging om seksuele technieken van andere culturen te omarmen.
b) Het geloof dat je eigen cultuur superieur is en het beoordelen van andere culturen op basis van je
eigen gebruiken.
c) Universele regulaties die seksuele interactie tussen bloedverwanten verbieden.
d) Een positieve houding ten opzichte van seks met hetzelfde geslacht.
, 9. Wat impliceert de theorie van evolutie met betrekking tot levende wezens?
a) Alle levende wezens hebben hun huidige vorm door willekeurige mutaties.
b) Levende wezens hebben hun huidige vorm gekregen door succesvolle concurrentie.
c) Graduele veranderingen in de genetische omgeving leiden tot de huidige vorm van levende
wezens.
d) Levende wezens hebben hun huidige vorm door een plotselinge transformatie.
10. Wat is het doel van natuurlijke selectie?
a) Verandering van het genetisch materiaal.
b) Vergroting van het aantal nakomelingen.
c) Verbetering van de fysieke kracht.
d) Vergroting van de kans op overleving van de best aangepaste aan hun omgeving.
11. Wat is een kritiekpunt op de psychoanalytische theorie van Freud?
a) De theorie kan worden geëvalueerd.
b) Freud gebruikte geen data van zijn patiënten.
c) De theorie legt te veel nadruk op biologische determinanten van gedrag. /
d) Er is te veel focus op het vrouwelijk geslacht.
12. Wat is een kenmerk van de sociale exchange theorie?
a) Het is gebaseerd op het principe van klassieke conditionering.
b) Mensen kiezen voor acties met minimale beloning en maximale kosten.
c) Het vergelijken van de ene actie met de andere op basis van gender.
d) Het is gebaseerd op het principe van bekrachtiging, waarbij mensen kiezen voor acties met
maximale beloning en minimale kosten.
13. Wat is het doel van queer theorie?
a) Het bevestigen van het idee dat personen slechts in een van de twee geslachtscategorieën kunnen
vallen.
b) Het uitdagen van heteronormativiteit en erkennen dat er meer is dan twee seksuele oriëntaties.
c) Het versterken van het idee dat heteroseksualiteit de enige normale seksualiteit is.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lisaheere1. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.