100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Voortplanting - Samenvatting werkcolleges €5,49   In winkelwagen

Antwoorden

Voortplanting - Samenvatting werkcolleges

2 beoordelingen
 195 keer bekeken  2 keer verkocht

Samenvatting van de werkcolleges van het vak Voortplanting, studie Diergeneeskunde in Utrecht

Voorbeeld 4 van de 33  pagina's

  • 13 februari 2018
  • 33
  • 2017/2018
  • Antwoorden
  • Onbekend
Alle documenten voor dit vak (58)

2  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: danibertelink • 5 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: fiannekuijpers • 6 jaar geleden

avatar-seller
Lauraderks97
Diergeneeskunde jaar 3 Voortplanting Werkcolleges

Voortplanting – Werkcolleges
Werkcollege 1: Mini-symposium vrouwelijk geslachtsapparaat

Onderwerp 1 – Onvruchtbaar maken van teef, poes en merrie
Teef: de vagina is relatief lang. Loopt in het begin erg
craniodorsaal. De urethra mondt uit in het vestibulum. De
uterus is bicornaat, heeft dus 2 hoorns, maar er is 1
corpus. De cervix en het oviduct zijn relatief kort. Een groot
deel van het geslachtsapparaat wordt door het ligamentum
latum bij elkaar gehouden, wordt opgedeeld in mesovarium
(ovaria), mesosalpinx (oviduct) en mesometrium (uterus).
Bij de hond bevat het ligamentum latum erg veel vet omdat
hij verder doorontwikkeld is dan bij andere diersoorten.
Ook typisch voor de hond is dat het ligamentum teres uteri
(dwarsplooi van mesometrium) meer ontwikkeld is (en dus
erg stug). Qua bloedvaten heb je de a. uterina en a. ovarica, die lopen allebei door het ligamentum latum en de
aftakkingen daarvan voeren bloed naar de uterus, en de a. ovarica ook naar de ovaria. De a. vagina zorgt voor de
bloedtoevoer naar de vagina. Wanneer je de uterus eruit wil halen moet je dus de a. ovarica en a. uterina afbinden
want die zitten in het lig. latum. De bloedafvoer is via de v. ovarica en v. uterina (moet je ook afbinden). Als je een
ovariëctomie uitvoert kan dat op 2 manieren: met een laparoscopie of de klassieke methode (mediale snee). Bij een
ovariohysterectomie kan het alleen op de klassieke methode, dat past niet via een laparoscopie.
Poes: heeft ook een uterus bicornis. Ligging is wat anders, hij ligt wat dorsaler net als de oviducten. De dunne darm
ligt onder de ovaria. Ze liggen bij de caudale pool van de nier. Het ligamentum latum is minder vet dan bij de hond. De
bulbus ovaria (om de ovaria heen) bevat wel meer vet. De ovaria zijn met 2 ligamenten opgehangen; lig. ovaria
proprium en lig. suspensorium ovarii. Het ligamentum latum is in het midden breder waardoor de uterus meer kan
bewegen. Ook zit het lig. suspensorium ovarii vast aan het middenrif ipv de rib, waardoor de ovaria wat beweeglijker
zijn. De uterus wordt bijna helemaal door de a. ovarica van bloed voorzien, de a. uterus is minder van belang. Bij
castratie wordt lateraal een snede gemaakt tussen het meest craniale heupbot (crista iliaca) en de laatste rib. Dit
gebeurt meer craniaal als er alleen een ovariëctomie is dan wanneer de uterus er ook uitgehaald wordt.
Merrie: het corpus is heel groot en de oviducten zijn lang maar gekronkeld waardoor het corpus dichtbij de ovaria ligt.
Wanneer het paard niet oestrisch is, zijn de spieren van de vulva aangespannen. Het paard heeft geen klieren in de
vagina. De baarmoederhoornen liggen helemaal in het abdomen en de ovaria daar een beetje dorsaal van. Wat
bijzonder is bij de merrie is dat de ovaria omgekeerd zijn, de follikels zitten in de binnenkant en de medulla zit aan de
buitenkant. Als je voelt, dan voel je dus nooit follikels zitten. Bij de ovulatie komen ze vrij in de fossa ovulatorius. Deze
uitmonding loopt naar het oviduct toe. Bij paarden hebben de bloedvaten niet een countercurrent systeem (zoals bij
LH) waardoor ze gevoeliger moeten zijn voor prostaglandines om luteolyse te veroorzaken.
Castratie van een merrie gebeurd staand, alleen de ovaria worden verwijderd.

Onderwerp 2 – White Heifer (wittevaarzenziekte)
Na de vorming van de presumptieve gonaden en genitale lijst gaat het
genotype een rol spelen. Op het Y-chromosoom liggen het Sry-gen en
het SOX9-gen, en op het X-chromosoom ligt het DAX1-gen. Sry zorgt
dat DAX1 onderdrukt wordt, waardoor er géén vrouwelijke gonaden
worden gevormd. Daarna gebeurt de differente ontwikkeling; zonder
Sry-gen gaat de buis van Wolff in regressie, en de buis van Müller blijft
aanwezig  hieruit ontwikkelen de ovaria, uterus, oviduct en cervix zich,
uit intermediair mesoderm. Ook wordt de (endodermale) urogenitale
sinus omgevormd tot vestibulum vaginae. Mesodermale cloacale
plooien worden de labia en clitoris.
Wittevaarzenziekte (segmentale aplasie van de uterus) komt vaak voor bij Belgisch Witblauwe koeien, die heb je in
3 kleuren. Dieren die homozygoot recessief zijn (witte koe) hebben een groot risico op aplasie. De ductus
paramesonefricus wordt slecht aangelegd, waardoor uiteindelijk de uterushoornen niet goed ontwikkelen, en soms
ook de cervix en vagina, en vaak is er een persisterend hymen. Hierdoor zijn de dieren niet vruchtbaar en worden
daarom vaak geslacht. Er is namelijk geen therapie voor.

Onderwerp 3 – Maturatie van de eicel
De voorlopers van eicellen zijn primordiale geslachtscellen. Die ontstaan op het grensgebied tussen mesoderm en
endoderm. Ze “dedifferentiëren” van multipotent naar pluripotent in de dooierzak. Daarna verplaatsen ze zich naar de
genitale lijsten, via het dorsale mesenterium. Op het moment dat er presumptieve follikelcellen omheen gaan zitten
noem je het oögonia. Als ze ingenesteld zijn gaan ze mitotisch delen en mbv meiosis stimulating factor gaan ze de

,Diergeneeskunde jaar 3 Voortplanting Werkcolleges

meiose in, waar ze in de profase stoppen tot de puberteit bereikt is. Ook de follikelcellen gaan zich delen.
1 laag plat epitheel  primordiaal follikel
1 laag kubisch epitheel  primair follikel
Meerlagig kubisch epitheel  secundair follikel  tertiair follikel.
Vanaf het antrale stadium wordt het follikel gevoelig voor gonadotropines (FSH en LH). Voor de puberteit is er een
klein beetje oestrogeen aanwezig, wat GnRH remt. Tijdens de transitie naar de puberteit wordt de negatieve feedback
steeds minder  steeds meer GnRH afgifte  meer FSH en LH en follikels worden steeds meer LH-afhankelijk.
Naarmate ze groeien geven ze meer oestrogenen af, negatieve feedback op FSH-afgifte doordat het tonisch centrum
geremd wordt, alleen de follikels die LH-receptoren bevatten kunnen verder groeien. Terwijl de geselecteerde follikels
groeien maken ze inhibine, wat de kleinere follikels een nog grotere achterstand geeft waardoor ze atretisch worden.
Om de eicel zit een zona pellucida, die zorgt dat er maar 1 spermacel doorheen kan. Spermacellen hebben een kop
vol proteolytische enzymen die zich een gat door de zona pellucida graven. Massaal worden er dan via exocytose
blaasjes afgegeven waardoor de zona pellucida verhard, zodat andere spermacellen niet meer kunnen doordringen.
De thecacellen zijn afkomstig van het mesonefrosmesenchym terwijl de granulosacellen afkomstig zijn van de
overblijfselen van de geslachtsstrengen (die uit coeloomepitheel komen).

Onderwerp 4 – Sexen van vogels
Seksen van eendagskuikens kan op verschillende manieren. Als je bepaalde hanen en hennen kruist kan je aan het
jong zien of het een vrouwtje of mannetje is (bijv. kleurverschil, pootkleur, veerontwikkeling). Bij raszuivere kuikens
kan je soms ook een verschil in bevedering zien. Je kan ook sexen op een verschil in de cloaca (moet een
professional doen  nauwkeurigheid van 95%).
Anatomische overeenkomsten tussen hen en haan zijn dat buiten het fokseizoen de ovaria/testes involueren. Zowel
het ovarium als de testes zitten vast aan het craniale deel van de nier.
Verschillen:

Vrouwelijke vogel Mannelijke vogel
Linker ovarium en oviduct 2 testes en ducti deferens
Ovaria dorsaal van oa de darmen Testes ventraal van oa de darmen, kliermaag, lever
Oviduct enkel aangelegd, slingert, meerdere onderdelen D. deferens dubbel aangelegd, recht, 1 onderdeel
Dorsolateraal urodeum bevat 2 ureteren, de linker naast Dorsolateraal urodeum bevat 2 ureteren naast 2 ductus
1 vagina-ingang deferens ingangen
Geen phallus Soortafhankelijk een phallus (equivalent van penis), zit
vaak wel aan de binnenkant.

Uiterlijke kenmerken:
Duif; duivin iets slanker dan doffer, kleinere kopversierselen, net iets andere kleur. Rode duif met zwarte streepjes op
staart = mannetje.
Kip; haan is groter, grotere kopversierselen, ander soort veren dan hen.
Parkiet; verschil in kleur van neusdoppen tussen pop en man
Papegaai; vaak niet te zien om verschil tussen pop en man te zien

Sexen zonder uiterlijke kenmerken:

- Endoscopie
o Voordeel: zicht op reproductiestaat van geslachtsorganen
o Nadeel: narcose, stressvol voor dier
- DNA-test borstveren
o Voordeel: door eigenaar uit te voeren
o Nadeel: paar weken wachten op uitslag
- DNA-test bloed
o Voordeel: meteen op andere ziektes testen
o Nadeel: bloedprikken (= stressvol) bij dierenarts

Werkcollege 2: Mannelijk geslachtsapparaat

Onderwerp 1 – Chirurgisch onvruchtbaar maken van reu, kater en ram
Reu: scrotum ligt inguinaal; tussen lies en perineum. De testes hangen erin met dorsaal de epididymis. De kop en
staart van de epididymis zitten verbonden met de testis, daartussen zit het los, dit is de bursa testicularis. Elke testis
wordt gedragen door een zaadstreng waarin bloedvaten en de ductus deferens zitten. De structuren zitten in een
dubbelblad van peritoneum. De zaadstreng bij de hond is van gemiddelde lengte. Het ligamentum gubernaculum is de
caudale ophangband van het testikel, deze zit vast aan de bodem van de testis. Na het indalen is deze dun geworden
en het ligamentum caudus epididymis genoemd. Bij goede afdaling liggen de testes intraperitoneaal, omgeven door

,Diergeneeskunde jaar 3 Voortplanting Werkcolleges

viscerale en pariëtale lagen van peritoneum. Hier heet het geen peritoneum maar tunica vaginale. Tussen de twee
ruimtes zit een holte, het cavum vaginale. De craniale ophangband is het ligamentum suspensorium. De
bloedvoorziening gaat via de arteria testicularis (vanaf de aorta) en vena testicularis (vormt plexus pampiniformes). De
vena en arteria vormen anastomosen om uitwisseling te faciliteren.
Bij castratie wordt een incisie boven het scrotum gemaakt (niet op het scrotum  gevoelig en bloeding). Je duwt de
ballen omhoog en snijdt door de lagen heen. Bij de gesloten manier snijd je door de eerste 3 lagen (huid, tunica
dartos en fascia spermatica externa) en bij de open manier ga je ook door de tunica vaginalis parietalis heen. Bij de
gesloten manier bind je alles in één keer af en bij de open manier bind je alles apart af.
Ram: testes zijn ellipsvormig en best wel groot. De penis is fibroelastisch en gevormd in een S-bocht. Bij kleine
herkauwers loopt de urethra door buiten de penis, dit noem je de processus urethralis. Het mannetje is continu
vruchtbaar omdat de spermatogenese niet homoloog gebeurt. Door een ram in overmatige lichaamsconditie te
brengen komt er vet in het scrotum en dat zorgt voor verminderde spermatogenese (dit weten boeren vaak niet).
Castratie gebeurt onder lokale verdoving. Punt van het scrotum wordt afgesneden zodat beide testes eruit kunnen. De
bloedvaten moeten gekneusd worden om ernstige bloedingen te voorkomen. De tunica vaginalis met zaadstreng
wordt afgebonden en afgesneden. Je kan ook dmv een burdizzo (een soort tang) de zaadstreng kneuzen waardoor
het testikel verschrompelt  dit gebeurt alleen niet bij het schaap (iig niet hier in Utrecht).
Kater: scrotum is behaard en testis zijn klein en liggen met de caudale kant naar de anus gericht. Dit is ook zo bij het
varken. Craniaal ligt de epididymis. De zaadstreng is erg lang en de m.cremaster bij de kat is erg zwak. De prostaat
ligt 3-4 cm caudaal van de blaas. De apex van de penis is caudoventraal gericht en bevat weerhaken. De penis is een
stuk korter dan die van de hond. Kittens hebben geen os penis tot 3 maanden oud. Door een ligament tussen os penis
en proximale deel van het corpus cavernosum wordt de penis tijdens erectie ventraal afgebogen. De arteria pudenda
interna wordt de penisarterie en splitst zich op in 3 delen; diepe arterie, dorsale arterie en de arterie voor het corpus
spongiosum. Bij de kat gaat de dorsale arterie alleen naar het preputium en niet naar de rest vd penis.
Castratie doe je door eerst te verdoven en pijnstiller te geven en daarna het scrotum in te snijden om de testes eruit te
halen.

Opdracht 2 – Embryonale ontwikkeling mannelijk geslachtsapparaat
Een verschil tussen man en vrouw is dat de primordiale geslachtscellen tijdens de migratie alleen mitose doen en niet
al meiose zoals bij de vrouw. In de genitale lijst vormen zich geslachtsstrengen door proliferatie van coeloomepitheel.
Deze geslachtsstrengen worden de testisbuisjes, en de ductus mesonefricus gaat actief groeien richting het
gonadeweefsel. Mannen hebben het Sry-gen op het Y-chromosoom die DAX1 remt, hierdoor komt SOX9 tot expressie
waardoor ontwikkeling tot man plaatsvinden. Er ontstaan Sertolicellen (die maken AMH  regressie buis van Müller)
en Leydigcellen (die maken testosteron  ontwikkeling mannelijk geslachtsapparaat).
De testikels moeten uiteindelijk indalen want een lagere temperatuur bevordert de spermatogenese. De meeste
dieren hebben een scrotum, maar mol, egel, tapir, neushoorn, luiaard en olifant niet. Vogels en vissen hebben intra-
abdominale testikels, die worden gekoeld door de achterste abdominale luchtzakken.
Als het indalen niet goed gebeurt krijg je een cryptorch dier, als dit bilateraal is zal het dier onvruchtbaar zijn omdat er
in een cryptorch testikel geen spermiën geproduceerd worden. Hormonen worden wel gewoon geproduceerd. Bij de
hond kan je het bevestigen na 6 maanden en bij de kat na 8 maanden. Bij paard 6-12 maanden. Maar het liefst wil je
dat het bij of vlak na de geboorte al duidelijk is.

Opdracht 3 – Erectieproblemen
Fibroelastisch type: sigmoidale flexura, sterke m. retractor penis, meer verbindweefsels corpus cavernosum. Erectie
vindt plaats door ontspanning m. retractor penis  verdwijning S-bocht, penis schacht uit. Verhoogde aanvoer door
dilatatie van arterie, verminderde veneuze afvoer, ritmische contracties van m. ischiocavernosus en bulbospongiosus.
Erectieproblemen door stress, niet ontspannen van retractorspier, dysfunctie van spieren of a. pudenda interna.
Musculovasculair type: corpus cavernosum minder verbindweefseld. Erectie vindt plaats door vasodilatatie van de
arteir apudenda tijdens seksuele stimulatie, hierdoor meer bloedtoevoer naar zwellichamen. Hierdoor ritmische
contracties van m. ischiocavernosus en m. bulbospongiosus, helpt bloedtoevoer naar zwellichamen. Ook verminderde
veneuze return doordat venen worden dichtgedrukt. Erectieproblemen door stress, dysfunctie van spieren,
dysfunctievan a. pudenda interna of toegenomen veneuze return.

Voor ejaculatie is een bekkenkanteling nodig dus als er locomotieproblemen zijn dan gaat dit niet.

Aanvoerende bloedvaten takken allemaal af van de a. pudenda interna die weer aftakt van de a. iliaca interna.
Afvoer gaat via diepe dorsale vene en oppervlakkige dorsale vene.
Wordt geïnnerveerd door zenuwen van S2-S4 en spinale ganglia. Sympatische innervatie door dorsale tak van nervus
pudendus en parasympatisch door zenuwplexus vd prostaat = voortzetting van pelvische plexus. Parasympatisch
zorgt voor het optreden van een erectie.

, Diergeneeskunde jaar 3 Voortplanting Werkcolleges


Onderwerp 4 – Maturatie van spermacellen
Bestaat uit 3 fasen:

1- Proliferatie
o A- en B-spermatogonia gaan
mitotisch delen om primaire
spermatocyten te maken.
2- Meiose
o Crossing-over in meiose I
o Hierdoor ontstaan secundaire
spermatocyten, die gaan de meiose
II in.
o Na de meiose II noem je ze
spermatiden.
3- Differentiatie
o Spermatozoa ontstaan uit
spermatiden.
o Bestaat uit 4 fasen:
 Golgifase
 Cap fase: acrosoom gaat over de kern heen zitten
 Acrosomale fase: acrosoom gaat zich uitspreiden over de kern en de kern verlengt zich.
 Maturatiefase: manchet gaat een nucleaire kap maken.

Een spermatozo bestaat na de maturatiefase uit een kop (kern + acrosoom) en
staart (nek, middeldeel waarin mitochondriën zitten, principaal deel en het einddeel).

De ontwikkeling vindplaats in testes, dichtbij de basaalmembraan in de tubuli
seminiferi. Daarna gaan ze dieper zitten nadat ze door de tight junctions heen zijn
gegaan; ze gaan van het diepe adluminale compartiment naar het perifere
adluminale compartiment en dan naar de rete tubulus. Ze gaan via de ductus
efferens naar de ductus epididymis en worden opgeslagen in de cauda epididymis.

Benodigde cellen:

- Stamcellen
o Aanvullen spermatogonia
- Leydigcellen (analoog aan theca interna bij vrouw)
o LH-receptor, progesteronsynthese  testosteron, negatieve feedback GnRH
- Sertolicellen (analoog aan granulosacellen bij vrouw)
o FSH-receptor, testosteron  dihydrotestosteron en oestradiol
o Inhibine secretie
o Fysieke ondersteuning, fagocyterend, bloed/testisbarrière
- Peritubulaire cellen
o Contractiel, transport van spermatozoa in vocht naar de rete testis
- Accessoire geslachtsklieren
o Vocht voor verpakking en modificatie van spermatozoa.

Als het mannelijke dier seksueel gestimuleerd wordt maakt hij oxytocine. Dan ontstaan er spiercontracties zodat
ejaculatie plaats kan vinden. Er wordt gebruik gemaakt van een kunstschede terwijl het dier op een fantoom springt.
Bij de beer wordt het handmatig verzameld ipv via een kunstschede.

Werkcollege 3: Introductie hormonale regulatie folliculogenese, luteale fase en anoestrus

VOORBEREIDING
Door het optreden van een oestrische cycli krijgen vrouwelijke zoogdieren vaak de kans om drachtig te worden. Elke
oestrische cyclus bestaat uit een korte folliculaire fase  oestrus  lange luteale fase. In de folliculaire fase is er
oestrogeensecretie door groeiende follikels. Tijdens de oestrus vindt ovulatie plaats en kan bevruchting plaatsvinden.
De luteale fase wordt gedomineerd door progesteron uit het corpus luteum dat de genitale tractus voorbereidt op een
dracht en de seksuele receptiviteit remt. Wanneer oestrische cycli afwezig zijn spreek je van anoestrus. Kan komen
door dracht, seizoen, lactatie, stress of ziekte. Diersoorten als rund en varken zijn het hele jaar door in de oestrische
cyclus terwijl bijv. geit en schaap het grootste deel van het jaar in anoestrus zijn. De hond heeft 1-2 cycli per jaar.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Lauraderks97. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 67096 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,49  2x  verkocht
  • (2)
  Kopen