Samenvatting artikelen entertainment media &
welbevinden
Week 1:
Baumeister, R. F., Vohs, K. D., Aaker, J., & Garbinsky, E. N. (2013). Some key differences
between a happy life and a meaningful life. Journal of Positive Psychology, 8(6), 505-516.
doi:10.1080/17439760.2013.830764
Het onderzoek in dit artikel richt zich op het verschil tussen een gelukkig leven en een betekenisvol
leven. De belangrijkste punten uit het onderzoek zijn:
1. Geluk en betekenis zijn verschillende concepten: Hoewel geluk en betekenis vaak met elkaar
worden geassocieerd, zijn het in feite verschillende concepten. Geluk wordt vaak
geassocieerd met het ervaren van positieve emoties, terwijl betekenis vaak wordt
geassocieerd met het vinden van doelen en waarden die belangrijk zijn voor ons.
2. Betekenis wordt vaak geassocieerd met negatieve emoties: Betekenis wordt vaak
geassocieerd met het overwinnen van obstakels en uitdagingen, en het nastreven van doelen
die belangrijk zijn voor ons. Dit kan leiden tot het ervaren van negatieve emoties, zoals
verdriet en angst.
3. Betekenis wordt nagestreefd door het vinden van doelen en waarden: Betekenis wordt vaak
nagestreefd door het vinden van doelen en waarden die belangrijk zijn voor ons en het
nastreven van deze doelen, zelfs als dit negatieve emoties met zich meebrengt.
4. Betekenis wordt ervaren als een gevoel van voldoening en vervulling: Betekenis wordt vaak
ervaren als een gevoel van voldoening en vervulling dat voortkomt uit het nastreven van
doelen en waarden die belangrijk zijn voor ons.
5. Praktische suggesties voor het vergroten van betekenis: De auteurs bieden enkele praktische
suggesties voor het vergroten van de betekenis in ons leven, zoals het vinden van doelen en
waarden die belangrijk zijn voor ons, het nastreven van deze doelen, het vinden van
manieren om anderen te helpen en het vinden van manieren om ons leven te verbinden met
iets dat groter is dan onszelf.
Dubourg, E., & Baumard, N. (2021). Why imaginary worlds? The psychological foundations
and cultural evolution of fictions with imaginary worlds. Behavioral and Brain Sciences.
Advance online publication. doi: 10.1017/S0140525X21000923
Dit artikel gaat over de psychologische en culturele aspecten van fictieve werelden en waarom deze
zo populair zijn in verschillende vormen van media, zoals romans, films en videogames. Het artikel
onderzoekt de redenen waarom fictieve werelden zo aantrekkelijk zijn voor het publiek en hoe deze
werelden zijn geëvolueerd en veranderd in verschillende culturen en media.
Het artikel begint met het bespreken van de cognitieve en psychologische factoren die bijdragen aan
de aantrekkingskracht van fictieve werelden. Het bespreekt hoe deze werelden ons in staat stellen
om te ontsnappen aan de realiteit en ons onder te dompelen in een andere wereld, waar we kunnen
experimenteren met verschillende identiteiten en ervaringen. Het artikel bespreekt ook hoe fictieve
werelden ons kunnen helpen om complexe problemen en emoties te begrijpen en te verwerken.
1
, Vervolgens gaat het artikel in op de evolutie van fictieve werelden in verschillende culturen en
media. Het bespreekt hoe deze werelden zijn ontstaan in de mondelinge traditie en hoe ze zich
hebben ontwikkeld in de literatuur, film en videogames. Het artikel bespreekt ook hoe fictieve
werelden zijn aangepast aan verschillende culturele contexten en hoe ze zijn gebruikt om politieke
en sociale kwesties aan te pakken.
Tot slot bespreekt het artikel de implicaties van de populariteit van fictieve werelden voor ons begrip
van menselijk gedrag en cultuur. Het bespreekt hoe fictieve werelden ons kunnen helpen om te
begrijpen hoe mensen omgaan met complexe problemen en emoties en hoe ze kunnen bijdragen
aan onze culturele identiteit en waarden.
1. Fictieve werelden zijn aantrekkelijk vanwege cognitieve en psychologische factoren: Het
onderzoek benadrukt dat fictieve werelden ons in staat stellen om te ontsnappen aan de
realiteit en ons onder te dompelen in een andere wereld, waar we kunnen experimenteren
met verschillende identiteiten en ervaringen. Het artikel bespreekt ook hoe fictieve werelden
ons kunnen helpen om complexe problemen en emoties te begrijpen en te verwerken.
2. Fictieve werelden zijn geëvolueerd en aangepast aan verschillende culturele contexten: Het
onderzoek bespreekt hoe fictieve werelden zijn ontstaan in de mondelinge traditie en hoe ze
zich hebben ontwikkeld in de literatuur, film en videogames. Het artikel bespreekt ook hoe
fictieve werelden zijn aangepast aan verschillende culturele contexten en hoe ze zijn gebruikt
om politieke en sociale kwesties aan te pakken.
3. Fictieve werelden hebben implicaties voor ons begrip van menselijk gedrag en cultuur: Het
onderzoek benadrukt hoe fictieve werelden ons kunnen helpen om te begrijpen hoe mensen
omgaan met complexe problemen en emoties en hoe ze kunnen bijdragen aan onze
culturele identiteit en waarden. Het artikel bespreekt ook hoe fictieve werelden ons kunnen
helpen om te groeien en te evolueren als individuen en als samenleving.
Isberner, M. B., Richter, T., Schreiner, C., Eisenbach, Y., Sommer, C. & Appel, M. (2019).
Empowering stories: Transportation into narratives with strong protagonists increases self-
related control beliefs. Discourse Processes, 56(8), 575-598.
doi:10.1080/0163853X.2018.1526032
Dit artikel onderzoekt hoe het lezen van verhalen met sterke protagonisten kan leiden tot een
toename van het geloof in zelfbeheersing. Het onderzoek is gebaseerd op de theorie van narratieve
transportatie, waarbij lezers volledig worden ondergedompeld in een verhaal en zich identificeren
met de personages.
Het onderzoek bestond uit drie experimenten. In het eerste experiment lazen deelnemers een kort
verhaal waarin de protagonist een sterk persoonlijkheidskenmerk vertoonde, zoals vastberadenheid
of doorzettingsvermogen. In het tweede experiment lazen deelnemers een soortgelijk verhaal, maar
met een zwakke protagonist. In het derde experiment lazen deelnemers een verhaal zonder een
duidelijke protagonist. Na het lezen van elk verhaal vulden de deelnemers een vragenlijst in om hun
geloof in zelfbeheersing te meten.
De resultaten toonden aan dat deelnemers die het verhaal met de sterke protagonist lazen, een
significant hoger geloof in zelfbeheersing hadden dan deelnemers die het verhaal met de zwakke
protagonist of zonder duidelijke protagonist lazen. Dit suggereert dat het lezen van verhalen met
sterke protagonisten kan leiden tot een toename van het geloof in zelfbeheersing.
2