Beknopte samenvatting straf(proces)recht I
Hoorcolleges
College 1: Doel en aard straproces
Doelen strafproces:
- Herstel, waarheidsvinding, rechtszekerheid, rechtsbescherming, toepassing materieel
strafrecht, gerechtigheid, rechtsvrede
- Er is geen ultiem doel en doelen kunnen op gespannen voet staan met elkaar
- Instrumenten kan je aan de hand van de doelen bespreken/beoordelen
Aard strafproces bepaalt door:
- Criminaliteitsbestrijding versus machtsbeheersing
- Accusatoir versus inquisitoir
Criminaliteitsbestrijding versus machtsbeheersing:
- Burgers beschermen tegen criminaliteit, maar ook tegen macht overheid
- Schuldigen pakken, maar onschuldigen met rust laten
- 2 theorieën voor die balans: crime control & due proces twee uitersten en je verschuift op
de lijn daartussen afhankelijk van omstandigheden en tijd. Mensenrechten bieden hierbij
altijd een kader
Accusatoir versus inquisitoir:
Accusatoir (VS, ENG) Inquisitoir (NL, FA)
Start door burgers Start door magistraat
Waarheidsvinding: burgers, politie Waarheidsvinding: rechter
Rechter is lijdelijk Rechter is actief
Nadruk op onderzoek ter terechtzitting Nadruk op vooronderzoek
Waarheidsvinding door clash of opinions Waarheidsvinding door overheid
Eerlijkheid proces gewaarborgd door Eerlijkheid proces gewaarborgd door overheid
verdediging
Equality of arms Verdachte is object van het onderzoek
NL is inquisitoir met accusatoire kenmerken verdediging heeft meer rechten om zichzelf te
verdedigen en tegenspraak te bieden, dus contradictoir stelsel op inquisitoire leest geschroeid
Procesdeelnemers: slachtoffers, advocaat, verdachte, OvJ, rechter, getuigen de rol van de
procesdeelnemers hangt af van of je strafproces inquisitoir of accusatoir is.
College 2: Mensenrechten
Waarom?
- Beheersing overheidsmacht. Geldt ook voor schuldigen: niet verlagen tot hun niveau,
mensen altijd menselijk behandelen, kwaliteit van het proces waarborgen
Bronnen mensenrechten:
- EVRM, EHRM, IVBPR, VN-comités
Belang EVRM in NL:
, - Burgers kunnen zich er rechtstreeks toe wenden middels klacht als nationale middelen zijn
uitgeput
- Rechter kan niet toetsen aan GW maar wel aan EHRM
- EVRM geeft minimumwaarborgen
Algemene gezichtspunten EVRM:
- Veroordeeld de staat
- Redeneert teleologisch
- Autonomie definities van begrippen
- oordeelt per casus, niet per regels
- Hoe een staat de mensenrechten waarborgt mag zij zelf weten
Artikel 3 EVRM: folterverbod:
- Verbod foltering & onmenselijke behandeling
- Minimumgrens, is bij pressieverbod niet dus die beschermt meer
- 2 voorbeelden: gäfgen & anne faber
- Schending 3 is alleen ook schending 6 als materiaal dat met schending verkregen in in
strafzaak wordt gebruikt
- Tastbaar bewijs na foltering niet gebruiken, na onmenselijke behandeling wel als het
ondersteunend is
Artikel 5 EVRM: recht op vrijheid:
- Relevant bij VH, dagvaarden, VH
- Moet een wettelijke grondslag zijn
- Rechter bepaalt
- Arrest hasselbank: NL moet casusgerichter motiveren bij VH belissingen
Artikel 6 EVRM: recht op een eerlijk proces:
- Ingelezen rechten en specifiek benoemde rechten
- Schending benoemt recht is niet per definitie schending heel 6 kijken naar overall fairness
- Nemo tenetur volgt hieruit:
Je hoeft niet mee te werken aan je eigen veroordeling
Toetsingskader in zaak de lege: aard + mate dwang, procedurele waarborgen, of
materiaal is gebruik:
Wilsonafhankelijk materiaal in beginsel geen schending, ook bestaande schriftelijke
stukken niet, tenzij fishing expedition
Vooral belangrijk bij wilsafhankelijk materiaal
3 situaties van dwang: druk, dreigen, verklaring ontlokken
EVRM en criminaliteitsbestrijding versus machtsbeheersing:
- EVRM kent positieve en negatieve verplichtingen waardoor het zowel de
criminaliteitsbestrijding als de machtsbeheersing faciliteert
College 3: Opsporing
Opsporingsbegrip:
- Opsporing begint met breng en haal zaken.
, - Vroeger klassieke opsporing met tactisch en technisch onderzoek, maar tegenwoordig veel
meer vormen: vroegsporing, preventie, specialistische afdelingen
- Vroeger was verdenking het startpunt. Verdachte= redelijk vermoeden van schuld aan een
strafbaar feit. Is achterhaald, want soms wel verdenking maar geen verdachte
- Opsporingsbegrip is verruimd: onderzoek onder gezag van de OvJ, naar strafbare feiten, met
als doel strafvorderlijke beslissingen nemen= doelgericht
- Verschil met controle: bij controle heb je bepaalde rechten en bevoegdheden niet
Normering van de opsporing:
- Eind jaren 90 crisis: slechte samenwerking, schending mensenrechten dus was behoefte
aan normering. Ontstonden nieuwe methoden: stille sms, flockvezel methode, mr. Big,
kroongetuige
Artikel 8 EVRM: recht op privéleven:
- Lichte inbreuk mag je maken op basis van art. 3 politiewet, tenzij zeer risicovol voor
integriteit en beheersbaarheid van de opsporing zie HR stille sms
- Legaliteit van belang, want inbreuk moet altijd berusten op een wet
Instignatieverbod: HR lokfiets:
- Je mag met uitlokking niet meer uitlokken dan waar de verdachte opzet toe had= tallon
criterium anders schending 6 EVRM
- Hoe duidelijker opzet verdachte, hoe actiever opsporingsambtenaar mag zijn
Toestemming vervangt de wettelijke grondslag. Toestemming moet wel helemaal vrijwillig zijn
gegeven. Maar wanneer is iets vrijwillig?
Gradaties verdenking: aanwijzing, redelijk vermoeden, ernstige bezwaren, overtuiging
Verslaglegging:
- Alles moet in PV, tenzij niet relevant voor enig te nemen beslissing door rechter
College 4: Rechter-commissaris en processtukken
Rol R-C is door de jaren heen veranderd:
- Eerst grote rol met eigen onderzoek
- Toen uitholling rol doordat OvJ eigen bevoegdheden kreeg en politie zelf onderzoek kon doen
- 2013 versterking rol R-C: toezicht en eigen onderzoeksbevoegdheden
Toezicht:
- Op volledigheid en doorloop onderzoek
- Toezicht voortgang van het onderzoek
- Beoordeelt inzet opsporingsbevoegdheden bv. R-C moet aanwezig zijn bij doorzoeking,
tenzij er spoed is
R-C en onderzoekbevoegdheden: horen verdachte & horen getuige
Dossiervorming:
- OvJ is verantwoordelijk voor volledigheid dossier alles wat relevant is moet erin (HR
ennetcom data)