Migratierecht
MIGRATIERECHT MODULE 1
1. INLEIDING: MIGRATIERECHT IN EEN INTERNATIONALE CONTEXT
1.1 HET BEGRIP “MIGRATIERECHT”
Traditioneel onderscheid tussen 2 begrippen, deze hebben niet dezelfde betekenis:
- Migratierecht of verblijfsrecht
Recht dat het verblijfsrechtelijk statuut van een vreemdeling in Belgi ë̈ beheerst; regelt beweging van vreemdelingen over
nationale grenzen heen (bv: de Belg die naar Frankrijk gaat en de fransman die naar België komt)
Het betreft de toegang, het verblijf, de vestiging, de verwijdering, …
- Migrantenrecht
Recht dat de rechtssituatie van migranten regelt binnen het gastland; het begrip migranten slaat niet noodzakelijk op het begrip
vreemdelingen
Omvat rechtspraak uit verschillende rechtsdomeinen (bv toegang tot arbeidsmarkt, arbeids-en sociale zekerheid, opvang,
inburgering, etc)
1.2 MIGRATIE IS/WAS ZAAK VAN NATIONALE STAATSSOEVEREINITEIT
Klassieke zienswijze: domein waar nationale staatssoevereiniteit speelt = beleidsvrijheid
De toegang tot het rijk is dus altijd de zuivere beslissing geweest van de nationale staat; er is geen recht om ergens in een
bepaalde staat te verblijven. Het is geen fundamenteel mensenrecht, de nationale staat heeft de bevoegdheid dit zelf te
beslissen.
Geschiedenis: België̈ was tot 1974 een zeer liberaal land. Alle wereldverbeteraars vroegen hierdoor in België asiel aan of
verbleven er. Hierdoor kwam er een tolerante visie.
Het is dus een keuze van het land. Dit komt tot uiting in de terminologie: machtiging tot verblijf <-> toelating tot verblijf
- Machtiging: minister beslist “eigenmachtig” of een persoon wordt toegelaten of niet (uiteraard wel regels rond).
Er is discretionaire bevoegdheid van de administratie en/of de minister
- Toelating: is een subjectief recht in de zin van onze grondwet.
Als een persoon aan de bepaalde voorwaarden voldoet, dan is het subjectief recht op hem van toepassing. Het betreft criteria
op basis waarvan een persoon dat specifieke recht geniet.
Het gaat om subjectieve politieke rechten. Dit werd erkend door het Grondwettelijk Hof; het recht op verblijf en specifiek het
recht op asiel werd erkend als subjectief politiek recht in de zin van artikel 154 Gw.
Deze indeling is van belang voor de rechtsbescherming. Zie hierbij het onderscheid tussen artikel 144 en 145 GW:
1
, - Artikel 144 GW: burgerlijke rechten (bv recht op wedde, recht op vrijheid: evidenties in een rechtstaat)
Burgerlijke rechten: hoven en rechtbanken; toetsing van burgerlijke rechten gebeurt door hoven en rechtbanken. Burgerlijke
rechten = alle subjectieve rechten die niet politiek van aard zijn
Voor geschillen met betrekking tot rechten voortvloeiend uit artikel 144 Gw zijn hoven en rechtbanken exclusief bevoegd.
(Bv een vasthouding van een vreemdeling (we spreken niet over een aanhouding van een vreemdeling) dan gaat het over
zijn subjectieve burgerlijke rechten) + (Bv recht op vrijheid: moet worden beoordeeld door een burgerlijke rechter
(raadkamer))
- Artikel 145 GW: politieke rechten (bv toegang tot grondgebied, asiel)
Politieke rechten: algemene regel dat die ook worden beoordeeld door de burgerlijke rechter (hoven en rechtbanken), tenzij
een formele wet (een wet die de titel wet draagt) het toewijst aan een administratief rechtscollege.
Toewijzen houdt in dat een formele wet een aantal aangelegenheden toewijst aan het administratief rechtscollege. Dit is
gebeurd bij de wet van 1980 aan de raad van vreemdenlingenbetwistingen (betwistingen worden behandeld door de RVV).
Een voorbeeld van een aangelegenheid die niet werd toegewezen is de niet-begeleide minderjarige vreemdeling (een -18
jarige die alleen in België̈ toekomt) Deze krijgt een voogd toegewezen. Die beslissingen zijn niet toegewezen aan de RV, dus
is de raad van state bevoegd
Er is dus dualisme in rechtsbescherming in Belgische Grondwet
Dit schema geldt niet bij artikel 145. Je kan niet voor een weigering van asiel naar de burgerlijke rechter gaan. Dit kan enkel indien er
sprake is van toewijzing (zie eerder). In de wet van 1980 staat dat de RVV alleen bevoegd is, dus dat sluit de bevoegdheid van de
burgerlijke rechtbanken uit
Het is bijgevolg belangrijk om te kijken of er sprake is van een subjectief burgerlijk geschil. Indien wel, dan is het meteen de
bevoegdheid van de rechtelijke macht (bv: recht op huwen van een vreemdeling: burgerlijke rechtbank (meer bepaald
familierechtbank)). De RVV (raad van vreemdelingenbetwistingen) is bevoegd voor de subjectieve rechten die haar zijn toegewezen.
Dit betreft alles te maken met toegang, verblijf, asiel etc.
2
, Praktijkvoorbeeld: een Marokkaanse man wil huwen met een Belgische vrouw. Ze huwen in Marokko (volgens Marokkaans
recht). Hij vraagt in België̈ visum D aan (visum met het oog op verblijf van meer dan 90 dagen). Het visum wordt geweigerd
omwille van vermoeden van schijnhuwelijk omwille van bepaalde feiten.
- Feit 1: visum wordt geweigerd
Weigering van visum = weigering tot toegang = politiek recht; dit is de bevoegdheid van de RVV.
Als advocaat bij RVV aanvoeren dat de weigering onwettig is, zonder aan te voeren dat het huwelijk geen schijnhuwelijk is,
want dan zal de RVV zeggen dat dat hun bevoegdheid niet is (geen rechtsmacht). Huwelijken en schijnhuwelijken betreffen
namelijk geen politieke rechten maar burgerlijke rechten in de zin van artikel 144 Gw.
- Feit 2: reden voor weigering is niet-erkenning van huwelijk
Huwen = burgerlijk recht; dit behoort bijgevolg tot de rechtelijke macht (familierechtbank)
Als advocaat bewijzen dat het geen schijnhuwelijk is, maar niet in het kader van het geweigerde visum
Er is een evolutie naar internationalisering. Vreemdelingenrecht is nog maar beperkt Belgisch, het is voornamelijk Europees/
internationaal recht.
- Rechtstreeks: rechtstreekse werking/omzetting internationaal/unie-recht in Belgisch recht + in administratieve praktijk
o EU-verordeningen (bv visumcode, Schengengrens code; zijn allebei verordeningen die volledig beheerst worden
door het Unierecht)
o EU-richtlijnen (deze zijn omgezet in het nationaal recht)
o Rechtstreeks werkende bepalingen internationale verdragen (bv EVRM)
- Onrechtstreeks: toepassing/afdwinging internationaal recht voor RC
o Doorwerking interpretatie door Hof van Justitie van Unierecht en doorwerking van de rechtspraak EHRM (het
hof) (Vb: formele motiveringswet; zie hieronder)
o Rechtstreeks beroep EHRM (artikel 2, 3, 8, 13, 14, …)
o Prejudiciële vragen HvJ (art267 VWEU; HvJ (GK) 6 oktober 2021, nr C-561/19)
Toepassing
Formele motiveringswet – HvJ 4 juni 2013, nr C-3OO/11, ZZ, TVR, noot GDE - aanpassing artikel 62 Vw (specifieke FM)) (zie
kennisclip); Principe van deze wet is dat in een wet moet vermeld worden waarom bepaalde beslissingen werden genomen.
Vb: RvS nr 235.606,10/8/16, Demir (vereiste dubbele aanleg)). Uitlevering is een administratieve beslissing. In deze case werd
iemand uitgeleverd in Macedonië̈ en veroordeeld bij verstek. In Macedoni ë̈ is echter geen verzet mogelijk. Men werd dus altijd
veroordeeld of de veroordeelde aanwezig was of niet. Deze regel is strijdig met de regel uit het EVRM (tweede aanleg)
EVRM: iemand die door het recht is veroordeeld voor een strafbaar feit heeft het recht zijn veroordeling opnieuw te laten
beoordelen door een hoger gerecht (het recht tot tweede aanleg). Die regel overruled de andere regel van Macedoni ë̈.
Doordat de minister van justitie een uitlevering toestaat naar een land waar geen verzet mogelijk is, is het recht op een
tweede aanleg geschonden. De internationale regel heeft voorrang, waardoor de beslissing van de minister van justitie om
iemand uit te leveren naar Macedonië̈ nietig is, omdat deze strijdig is met de regel van het EVRM.
Toepassing
Gezinshereniging derdelander met Belg: “nationaal recht”? of “EU-recht?” Zie hierbij artikel 40ter en 42 vreemdelingenwet.
Belangrijk is het onderscheid tussen statische Belgen en niet-statische Belgen:
3
, - Statische Belgen: niet zijn recht van vrij verkeer uitgeoefend
Bijzondere regeling inzake gezinshereniging: artikel 40ter.
- Niet-statisch: wel zijn recht van vrij verkeer uitgeoefend (bv iemand die is gaan wonen in een ander Europees land, meer
dan 90 dagen)
Hier is artikel 42 van toepassing: ‘burger van de Unie’. Deze bepaling is declaratief. Deze bepaling is. Niet constitutief, het
creëert geen rechten (naders is er spraken van discretionaire bevoegdheid).
Wanneer ben je een burger van de unie? Als je een niet-statische Belg bent, anders ben je gewoon ‘Belg’. Hierdoor is discriminatie
tussen verschillende ‘soorten Belgen’ mogelijk. De oplossing hiervoor is dezelfde wettekst (hetzelfde artikel) op twee verschillende
wijzen lezen. Dit is uniek voor het recht.
Invalshoek: statische Belg versus burger van de Unie
MIGRATIERECHT MODULE 2: WIE IS VREEMDELING?
Dit begreep heeft meer dan 1 inhoud; het betreft een eigen jargon. De focus wordt gelegd op de juridische inhoud van het begrip.
2.1 VOORAFGAAND... EEN EIGEN JURIDISCH JARGON
Er zijn verschillende begrippen: vreemdeling, staatloze, familielid van Burger van de Unie, derdelander, inwijkeling, illegaal,
verzoeker tot internationale bescherming (vluchteling, SBB), Belg, …
Dit zijn voornamelijk begrippen uit Europees en Internationaal recht.
De betekenis van elk begrip moet zeer genuanceerd bekeken worden. Ook belangrijk in het migratierecht is het begrip ‘liefdesrelatie’
en ‘partnerrelatie’. Een voorbeeld van dit belang is bij de context van gezinshereniging. Bij gezinshereniging gaat het om een Belg en
een derdelander die een partnerrelatie hebben. Zo kan bijvoorbeeld ook een invalide gezinshereniging verkrijgen met de persoon (de
derdelander) die hem steeds verzorgde. Het betreft dus niet steeds man en vrouw. Het gaat over de duurzame en effectieve partner
van de persoon in kwestie.
2.2 WIE IS VREEMDELING?
We bespreken hierbij 3 belangrijke zaken:
- Het juridisch begrip
- Is de Belg een vreemdeling?
- Is het onderscheid tussen Belg en vreemdeling van belang?
2.2.1 HET JURIDISCH BEGRIP ‘VREEMDELING’ GEDEFINIEERD
Een vreemdeling is hij die niet het bewijs levert/kan leveren dat hij de Belgische nationaliteit bezit (art.1 VW). Een Belg die niet het
bewijs kan leveren van zijn nationaliteit is bijgevolg ook een vreemdeling. Het is een juridische definitie.
Deze definitie van ‘vreemdeling’ geldt enkel in de vreemdelingenwet.
Een staatloze = een vreemdeling
Aparte status in het vreemdelingenrecht
4