Samenvatting over het vak Kaders, hierbij is het boek gebruik recht voor de sociaal professional. Alle hoofdstukken die je moet behandelen van Avans Hogeschool en het tentamen die wordt gegeven zijn hierin verwerkt. In totaal heeft de samenvatting 47 pagina's.
Recht: verzamelnaam voor alle overheidsregels die onze samenleving gelden.
Rechtsregels -> ordenen de samenleving en het leven van het individu binnen de
samenleving.
Kenmerk rechtsregels: nakoming kan worden afgedwongen.
Doelen en functies van recht:
- Ordening van de samenleving (als totaal) en individuen (menselijk gedrag) door het
stellen van regels.
- Rechtvaardige oplossingen bij conflict. Voorkomt chaos.
Er zijn vier rechtsbronnen/ plaatsen waar we het recht kunnen vinden:
De wet
Jurisprudentie
Gewoonte
Het internationaal verdrag
1. De wet
Belangrijkste bron van het recht.
- Bevat rechtsregels die zijn vastgesteld door de overheid.
Regels staan bv in : het Burgerlijk wetboek, het Wetboek van Strafecht, de Wet arbeid
en zorg en Werkloosheidswet.
2. Jurisprudentie:
- Uitspraken van rechters.
- Kunnen strafzaken zijn, maar ook geschillen tussen de overheid en een asielzoeker.
De rechter kan de wet gebruiken om tot een beslissing te komen. Als een wet
onduidelijk is of de wet nog ontbreekt kan de rechter een onduidelijke regel uitleggen
of een nieuwe regel formuleren (als deze er nog niet is).
Jurisprudentie: als andere rechters in latere geschillen de regel toepassen. De regel
heeft dan dezelfde rechtskracht als het wettelijk recht.
Ecli-code: Een eigen nummer dat is toegekend op basis van de ECLI-code: de european
case law identifier. Elke uitspraak van gerechten uit Europa heeft uniek ECLI-nummer
voorzien.
3. Gewoonte:
- Heeft een steeds kleinere rol.
- Niet in wet, gelden als bindende regels. Moet wel een vaststaand en door iedereen
erkend gebruik zijn.
, 4. Het internationaal verdrag:
- Worden steeds belangrijker voor het Nederlandse recht.
Verdragen: afspraken tussen twee of meer staten die op schrift zijn gesteld en gelden in
de staten die partij zijn bij het verdrag.
Bv: verdrag over de Europese Unie, het Internationaal verdrag inzake de rechten van
het kind, het Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de
fundamentele vrijheden en het handsvest van de verenigde naties.
1.2 Rechtsgebieden
Publiekrecht: regels voor juridische verhouding tussen burgers (natuurlijke personen
en/of bedrijven) en overheid.
- omvat de rechtsgebieden: staatsrecht, strafrecht en bestuursrecht
Staatsrecht: hierin wordt de organisatie van de staat beschreven. Er staan
regels in over de bevoegdheden van de verschillende overheidsorganen, zoals
taken en bevoegdheden van de gemeenteraad.
Bestuursrecht/ administratief recht: recht inzake de regels van organen van
de overheid en andere organen die met openbaar gezag zijn bekleed, voor het
gebruik van hun bevoegdheden. Geeft regels waar de overheid zich aan moet
houden.
Strafrecht: hieronder vallen de gedragen die de wetgever strafbaar heeft
gesteld, evenals de straffen die de rechter kan opleggen en de regels voor de
manier waarop de daders berecht moeten worden.
privaatrecht (burgerlijk recht of civiel
recht): geeft regels voor de rechtsrelaties
tussen burgers onderling en/of bedrijven.
Als overheid als burger optreed geld ook
het privaatrecht.
Internationaal recht: regels voor de
verhouding tussen staten onderling.
Bv: EU-recht.
Staatsrecht: hierin wordt de organisatie van de staat beschreven. Er staan regels in over de
bevoegdheden van de verschillende overheidsorganen, zoals taken en bevoegdheden van de
gemeenteraad.
Grondwet: belangrijkste wet van het staatsrecht.
De grondwet begint met de grondrechten= rechten die burgers hebben ten opzichte
van de overheid.
, De macht van de overheid wordt beperkt ter wille van de mensenlijke vrijheid en
waardigheid.
Grondrechten kunnen onverdeeld worden in: klassieke grondrechten en sociale
grondrechten.
1. Klassieke grondrechten: hier mag de overheid geen inbreuk op maken tenzij de
wet haar die bevoegdheid geeft.
2. Sociale grondrechten: legt de overheid een bepaalde taak op.
De staatsorganen: koning, minister, staten-generaal, provincies, gemeenten en de
rechterlijke macht.
Organieke wetten: een wet die een uitwerking bevat van een bepaling in de grondwet
dat er nadere regels moeten worden gemaakt.
Vb organieke wetten: rijkswet op het nederlanderschap, vreeemdelingenwet, de
algemene wet bestuursrecht en de ambternarenwet.
Drie kenmerken staat:
- Een staat heeft een grondgebied.
- Er zijn veel inwoners.
- Er is een regering die het gezag uitoefent.
Nederland is een democratie en een rechtsstaat.
Drie kenmerken van democratie:
- Vrije verkiezingen.
- Een parlementair stelsel: gaat over betrekking tussen de regering en parlement.
- Respect voor grondrechten
Nederland is een rechtstaat: zowel burgers als de overheid moeten zich aan de wet houden.
Nederland is een monarchie: sprake van koningschap wat via erfopvolging wordt vervuld.
Strafrecht: regels die de overheid voor de veiligheid van de burgers belangrijk vindt. Als
iemand deze regels overtreedt, is dat niet een zaak die tussen dader en slachtoffer kan
worden afgehandeld maar tussen de dader en samenleving als geheel.
In de rechtsregels die tot het strafrecht gerekend worden, vallen vaak de geboden en
verboden op.
Bestuursrecht (administratief recht): geeft regels waaraan de overheid zich moet houden als
deze het land bestuurd. Deze regels staan in de Algemene wet bestuursrecht (awb), waar de
algemene regels over de gang van zaken in het bestuursrecht staan. Ook vinden we in deze
wet regels over procedures.
Het bestuursrecht hoort bij een actief optredende overheid. Ze geven juridische kader voor
de actieve overheidsbemoeienis met het maatschappelijk leven. Overheidsorganen krijgen
, via deze regels inzich in hun bevoegdheden en de wijze waarop zij hun bevoegdheden
moeten uitoefenen.
Privaatrecht/ Burgerlijk recht: geeft regels voor de rechtsverhouding tussen burgers (en
bedrijven) onderling. Gaat om zaken waar we dagelijk mee te maken hebben zoals: trouwen,
kopen, scheiden, gedrag over minderjarige kinderen, werken etc.
De belangrijkste regels van het burgerlijk recht zijn te vinden in het burgerlijk wetboek (BW).
Internationaal recht: recht tussen minimaal 2 staten.
Voornamelijk in internationale verdragen vastgesteld. Verdragen waarbij Nederland is
aangesloten: Verdrag Europese unie.
1.4.2. Materieel en formeel recht
Materieel recht: Inhoud van de rechten en plichten
Bv: als je een boek koopt, moet je de koopprijs betalen aan de verkoper.
Rechtsregels die de rechten en plichten tussen bijvoorbeeld ouders en kind
beschrijven, die beschrijven wanneer een burger recht geeft op een bijstandsuitkering,
die benadrukken dat je niet mag stelen.
- Spelregels van het maatschappelijk gedrag.
Formeel recht: procesrecht, geeft aan op welke wijze het proces moet worden gevoerd.
Bv: de koper heft wel de koopprijs betaald maar de verkoper weigert het boek te
leveren. In het procesrecht staat dan hoe de koper de verkoper via de rechter alsnog
tot levering van het boek kan dwingen.
Rechten waarin wordt aangegeven welke weg kan worden bewandeld om onder druk
alsnog het recht te innen, schadevergoeding of straf te kijken. Deze rechtsregels
behoren tot het handhavingsrecht. Ze maken samen het formeel recht uit.
- Spelregens van het procederen.
Rechtsregels van het privaatrecht en publiekrecht zijn, uitgezonderd door het staatrecht, op
te delen in twee categorieën: Het materieel recht en formeel recht.
Het staatrecht bevat alleen materieel recht omdat het eigenlijk alleen staatsorganen
beschrijft en bevoegdheden toekent.
Wet in materiele zin: als een wet een algemeen verbind voorschrift inhoudt. = geld voor
iedereen.
De belangrijkste bron van het recht= de wet.
Wet in formele zin: een wet die door samenwerking van de regering en de eerste en tweede
kamer tot stand is gekomen.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper hannecorijn. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,89. Je zit daarna nergens aan vast.